In het document vind je een complete samenvatting van hoofdstuk 3 scheikunde vwo 4 (Chemie Overal). Per paragraaf staat alles wat je moet weten overzichtelijk voor je opgeschreven.
§3.2 De bouw van stoffen
Groep 1: formules met alleen metaalatomen (metalen).
Groep 2: formules met combinatie van metaalatoom met een of meer niet-metalen
(zouten).
Groep 3: formules met alleen niet-metalen (moleculaire stoffen).
Om elektrische stroom te geleiden zijn er geladen deeltjes nodig die vrij kunnen
bewegen. Stoffen zijn in te delen in 3 groepen:
1. Metalen geleiden elektrische stroom in de vaste fase en in de vloeibare fase.
2. Zouten geleiden alleen elektrische stroom in de vloeibare fase.
3. Moleculaire stoffen geleiden geen elektrische stroom in de vaste en vloeibare
fase.
In vaste stoffen zitten de bouwstenen van een stof dicht op elkaar gestapeld.
De bouwstenen van een kristalrooster (bouwstenen in regelmatig patroon) bepalen of
een stof wel of geen elektrische stroom kan geleiden.
Het kristalrooster van metalen heet een metaalrooster.
- Metaalbinding = binding tussen positieve metaalionen en negatieve vrije
elektronen.
Het kristalrooster van zouten heet een ionrooster.
- Ionbinding = binding tussen positieve en negatieve ionen.
De meeste moleculaire stoffen hebben een molecuulrooster.
- Vanderwaalsbinding = binding tussen de moleculen.
§3.3 Binding in moleculen
In de naam van een moleculaire stof waarvan de moleculen uit 2 verschillende
voorvoegsel bestaan, gebruik je een voorvoegsel om de index uit de molecuulformule te
weergeven. Daarachter plaats je de naam van de stof die dan steeds eindigt op -ide.
Voorbeelden:
NO: monostikstofmono-oxide of stikstofmono-oxide
NO2: monostikstofdioxide of stikstofdioxide
P2O3: difosfortrioxide
, Atoombinding bevindt zich tussen de atomen in de moleculen. De atoombinding wordt
gevormd door een gemeenschappelijk elektronenpaar.
De covalentie van een atoom geeft het aantal atoombindingen aan dat een atoom kan
vormen.
Symbool Covalentie
H, Br, Cl, I, F 1
O, S 2
N, P 3
C, Si 4
De lewisstructuur is met behulp van de octetregel moleculen structuren tekenen. Hij
tekent de valentie-elektronen als puntjes of kruisjes. Je tekent alle valentie-elektronen,
dus ook de elektronen die geen binding vormen.
In een structuurformule teken je alleen de atoombindingen, die je aangeeft met een
streepje.
De atoombinding is een zeer sterke binding, waarbij het veel energie kost om die te
verbreken.
Een atoombinding is apolair (apolaire atoombinding) als het verschil in
elektronegativiteit tussen de 0 en 0,4 is. 0,4 ook.
Een atoombinding is polair (polaire atoombinding) als het verschil in
elektronegativiteit tussen de 0,4 en 1,7 is.
Als het verschil in elektronegativiteit groter is dan 1,7 spreek je van een ionbinding.
Het atoom met de hoogste elektronegativiteit trekt harder aan de elektronen en wordt
daardoor een beetje negatief geladen. Het andere atoom wordt een beetje positief
geladen.
§3.4 Vanderwaalsbinding
- De aantrekkingskracht tussen de moleculen zorgt voor de vanderwaalsbinding.
- Een hogere temperatuur houdt in dat de moleculen heftiger bewegen, de
zogenaamde temperatuurbeweging.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller danaemirthe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.