Onderwijsgeschiedenis: waar komt die busopsteling vandaan
Wetenschapsfilosofie: hoe weten we of die bus opstelling goed is (en waarvoor)? En kunnen we dat
weten?
Postmodernisme: andere zienswijzen zijn onderdrukt en dat is de enige reden dat zij minder macht
hebben
Wanneer is iets wetenschappelijk?
- Eerlijk, twijfelen aan uitkomsten en onderzoek en volledige resultaten laten zien, herhalen
van het onderzoek (replicatieonderzoek)
- Publicatie bias: gepubliceerde studies rapporteerden hogere effecten dan niet gepubliceerde
studies
Week 1 literatuur
Benaderingen van wetenschappelijk onderzoek (Tijmstra & Boeije, 2011)
Kenmerken van wetenschap (toch blijven er verschillende uitgangspunten):
1. Streven naar kennis -> uiteindelijk ondergebracht in een theorie. Een theorie: is een
samenhangend geheel van uitspraken over de werkelijkheid (om patronen te ontdekken)
2. Wetenschap is empirisch: wetenschappelijke uitspraken dienen gefundeerd te zijn op
empirische uitspraken (uitspraken die teruggrijpen op de waarneming)
a. Hierdoor kan het onderscheden worden van religie
3. Systematisch benadering: wetenschap wordt gekenmerkt door regels. De regels leveren
strikte wetenschappelijke standaarden op die ervoor moeten zorgen dat wetenschap zich kan
ontwikkelen en zo min mogelijk wordt vertekend door persoonlijke voorkeuren of
overtuigingen
1
, a. Onderscheiden van pseudowetenschap: vakgebieden die de pretentie hebben
wetenschappelijke standaarden na te streven maar tekortschieten in het gebruik van
systematische methoden
De sociale wetenschappen: het onderzoeken en het bestuderen van het doen en laten van mensen,
aangeduid met handelen of gedrag:
- Gedragswetenschappers: individuele gedrag en factoren die gedrag beïnvloeden
- Maatschappijwetenschappers: sociaal gedrag
Wetenschappelijke paradigma’s: een door een groep gedeelde opvatting over wat wetenschap is,
waar een wetenschappelijke theorie aan moet voldoen en op welke manier wetenschap bedreven
dient te worden.
- Wordt deels bepaald door het beeld van de sociale werkelijkheid: ideeën over de socaile
structuren die in de werkelijkheid aanwezig zijn en die een rol spelen in het leven van mensen
in de samenleving
Ontologische uitspraken: (‘zijnsleer’// verkrijgen van kennis). Wetenschappers die beweren dat de
sociale wereld op een bepaalde manier in elkaar steekt. Gaat vooral over de sociale werkelijkheid en
structuren
- Beinvloeden hoe wetenschapper onderzoek verricht
Epistemologische uitspraken: (kennisleer// verkrijgen van kennis). Wat telt als kennis, waarop kennis
over de werkelijkheid verkregen dient te worden
- Beinvloed hoe wetenschapper onderzoek verricht
Empirisch-analytische benadering:
- Spiegelt aan natuurwetenschappelijke benadering
- Herhaalbaarheid van onderzoek
- Controleerbaarheid van omstandigheden waarin het onderzoek is uitgevoerd
19e eeuw:
- Positivisme: positieve ontwikkeling in de wetenschap (wordt steeds meer gebaseerd op
feiten)
- Empirisme: alle wetenschappelijke kennis moet gebaseerd zijn op gedane observaties
- Overeenkomst is dus dat bij beide waarnemingen gecontroleerd kunnen worden
- Wetenschappelijke onderzoeksmethoden moeten ervoor zorgen dat we kennisuitspraken op
de juiste wijze op waarnemingen baseren en de resultaten vervolgens kunnen samenvatten in
een theorie
20e eeuw:
- Positivisme en empirisme worden voorzien van het voorvoegsel logisch: waarnemingen
worden vertaald naar een reeks van logisch-samenhangende, heldere consistente uitspraken
- Analytisch: analytische uitspraken hebben een logisch opbouw en de betekenis van
afzonderlijke begrippen is goed gedefinieerd.
Empirisch-analytische onderzoekers:
- Streven naar nomothetische kennis: kennis waren wetten geformuleerd worden:
o Wetten vinden in verschijnselen
o Bevindingen dienen algemeen te zijn (dus toepasbaar op verschillende situaties)
- Bij onderzoek worden er van onderzoekseenheden een aantal kenmerken in kaart gebracht,
waar eenheden op verschillen noemen we variabelen
2
, - Wordt alleen gericht op kenmerken -> reductionistisch: eenheden (bv. individuen) worden
teruggebracht tot waarden op een variabele:
o Stellen dat voor zinvolle uitspraken alleen door te kijken naar bepaalde waarde &
variabele
- Waardenvrij opstellen (moeilijk te realiseren): persoonlijke voorkeuren normen en waarden
een zon min mogelijke rol laten spelen\
- Derdepersoonsperspectief: de onderzoekers kijken en observeren maar participeren niet in
het onderzoek
o Iedereen op dezelfde manier behandelen
- Herhalen van onderzoek -> streven naar overeenstemming = subjectieve overeenkomst/
intersubjectiviteit
- Favoriete manier om onderzoek te doen:
o Experiment
o Enquête
- De onderzoeker relatief grote controle over de onderzoekssituatie
- Cijfers en statistische technieken van belang = kwantitatief onderzoek
Interpretatieve benadering:
- Niet allen verbanden maar ook begrip nastreven
- Eerstepersoonperspectief: de onderzoekers kijken door de ogen van de mensen die ze
bestuderen
- Begrijpen van de sociale werkelijkheid
- Zien waarneming als iets breders (achter beweegredenen van mensen komen)
- Onderzoekers nemen taal en interpretatiekader van de betrokkenen mee in de resultaten en
conclusies
Achtergrond van interpretatieve benaderingen:
- Hermeneutiek: klassiek begrip voor het duiden of uitleggen van teksten door
Schriftgeleerden
o Dus in sociaal onderzoek toepasbaar door concrete mensen en gemeenschappen
worden geduid door hen van binnenuit te begrijpen en in hun context te plaatsen
- Fenemologie: wordt het wezenlijke van verschijnselen onderzocht
o Beginnen (net zoals hermeneutiek) met concrete waarnemingen maar willen
vervolgens vooral de achtergronden van verschijnselen naar voren halen
Uitgangspunten interpretatieve benadering:
- Er wordt gestreefd naar idiografische kennis: kennis die het eigene of het unieke beschrijft
o Uitgangspunt: beschrijven concrete, zichtbare gehelen (individuen, gezin, groep)
- Reductie vermijden: focus op concreet geheel
o Holistisch: concrete gehelen vormen het uitgangspunt maar dat neemt niet weg dat
er ook wordt gekeken naar overeenkomsten en verschillen tussen individuen of
groepen
- Waardenverheldering: als onderzoekers de betekenissen en ervaringen van andere mensen
besturen, zij duidelijk zullen moeten zijn over hun eigen betekenissen en ervaringen (zij
maken deel uit van de wereld)
o Dit kan uitvoering en interpretatie van onderzoek beïnvloeden
- Kwalitatief onderzoek: onderzoekers participeren in de te bestuderen situatie
- Inbreng van onderzoekers is aanzienlijk dus het is belangrijk dat ze hierop kritisch reflecteren
, o Emancipatie: bevrijding, de emancipatie van sociale overheersing
- Twee betekenissen:
o Maatschappijkritisch: de bestaande maatschappij wordt in onderzoek bekritiseerd als
kapitalistisch of patriarchaal. De onderzoekers wensen een bijdrage te leveren aan
het veranderen van deze maatschappij
o Wetenschap kritisch: de standaardopvatting van wetenschap wordt meestal
afgewezen. Dus veel kritiek op empirisch-analytische benadering
- Moderne uiting van onderzoek:
o Actieonderzoek: de onderzoeker en onderzochte maken gezamenlijk een leerproces
door
Empowerment: het onderzoek streeft nadrukkelijk na dat de onderzochten
meer greep krijgen op hun eigen leven en leefomstandigheden (vaak
participeren ze als medeonderzoekers = participatief onderzoek)
Wederkerige adequaatheid: voortdurende reflectie van onderzochten en
onderzoekers op de voortgang van het onderzoek door met elkaar in gesprek
te blijven (in de gaten houden of gegevens van voldoende kwaliteit zijn en
hoe ze kunnen worden geïnterpreteerd)
- Kennis is gericht op bevrijding en het vooruithelpen van achtergestelde groepen
- Actie-handelingsonderzoek is expliciet waarden gebonden: onderzoekers willen niet alleen
kennis (middelen) leveren, maar ook nagaan wat hiermee gebeurt (de doelen), dus
onderzoekers hebben een betrokken houding
- Onderzoekers zijn op de hoede voor invloed van machtsstructuren en zijn kritisch daarover
Mixed methods: probeert verschillende voordelen van verschillende benaderingen te combineren
- Door deze pragmatische aanpak lijken sommige onderzoekers wat minder gebonden te zijn
aan een bepaalde benadering wanneer ze een aanpak kiezen om een onderzoeksvraag te
beantwoorden
Hoorcollege 2
Foundatinalisme: traditioneel beeld van wetenschap, wetenschap bouwt voort op iets. Waar komt die
basis van vandaan:
- Zingtuigen
- Kennis
- Sterke basis
Onderzoek lijdt tot nieuwe vragen maar het bouwt wel voort
Wetenschap mensenwerk:
- Er speelt meer dan zoeken naar de ‘waarheid’
- Feyman neem wetenschappers niet te serieus
Voorafgaand aan wetenschap: kennis kwam voort uit bronnen (traditie)
Voorafgaand aan positivisme:
- Gebrek aan vernieuwing door ‘irrationele’ argumenten:
o Het ‘wezen’ van de zaak
o Religieuze discussie
Tegenbeweging: Wiener Kreis, discussiegroep
Heeft kort bestaan maar veel invloed gehad
Groepje mannen die besproken hoe het nou verder moet met de wetenschap
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floor04. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.60. You're not tied to anything after your purchase.