Alle leerstof gedoceerd door I. De Wilde is gebundeld in 1 samenvatting! Zowel de ppt's als de lesnotities, gastcollege en het boek zijn hierin verwerkt. Bijhorende artikelen zijn steeds toegevoegd zodat je het gemakkelijk kan terugvinden. Op het einde van het document kan je een overzichtelijke i...
AFDELING 1. WAT IS SOCIALE ZEKERHEID ?
= geheel van sociale voorzieningen dat tot doel heeft aan alle burgers op elk ogenblik van hun bestaan
minstens een bestaansminimum te waarborgen
Er bestaan echter meerdere definities hiervoor. Bovenstaande definitie kan beschouwd worden als een
soort compromisdefinitie tussen alle andere mogelijke definities.
de klassieke sectoren + sociale bijstand = ruime invulling
AFDELING 2. HOE
§1. LOONAANVULLENDE EN LOONVERVANGENDE VERGOEDINGEN
Loonaanvullend Loonvervangend
Je behoudt je loon. Er doet zich een sociaal Iemand verliest loon, sociale zekerheid zal
risico voor en je krijgt van de overheid een voorzien in een loonvervangende uitkering.
aanvulling zodat je niet aan je beroepskost moet
zitten.
- Arbeidsongeschiktheid
- Gezondheidzorg o Ziekte en ongeval privéleven
o Beroepsactiviteit of afgeleide o Arbeidsongeval en
rechten beroepsziekte)
o Vrijwel hele bevolking geniet - Werkloosheid
ervan - Ouderdom en overlijden
- Gezinsbijslagen = recht van het kind. Dit is
losgekoppeld van de beroepsactiviteit van
ouder of voogd van het kind
Niet gerelateerd aan beroepsrelatie Op basis van beroepsactiviteit
Gezondheidszorg is de tak die voor iedereen hetzelfde is. Deze is op een gelijke manier geregeld dus dan
ook geen onderscheid maken tussen de 3 groepen.
§3. SOCIALE BIJSTAND
= vangnet
Onderzoek van de bestaansmiddelen omdat die tak volledig wordt gefinancierd door de overheid. De
overheid zal die tak enkel aanbieden aan personen die het echt nodig hebben.
§2. INDUSTRIALISATIE
Ontstaan arbeidersklasse waarvoor de armenzorg onvoldoende was. In de periode van ambachten werden
gildenbussen opgericht. Per ambacht werd er een bijstandbus voorzien om zo een potje op te bouwen als
er zich dan situaties voordeden waarbij een van die personen een bijpassing nodig hadden.
initiatief kwam vanuit de arbeidersklasse zelf. Soms hadden ze steun van een private weldoener, maar
dit was opnieuw volledig afhankelijk van vrijwilligheid.
§3. MIDDEN 19 DE EEUW
Totstandkoming ‘maatschappijen voor onderlinge bijstand’ als een vorm van vrijwillige onderlinge
verzekering tussen de arbeiders, voor het bieden van financiële hulp aan diegene die door
arbeidsongeschiktheid werden getroffen.
- Risico voor het wegvallen van het inkomen als gevolg van overlijden kostenwinner
- Ouderdomsrisico
Uitgegroeid tot mutualiteiten onder invloed arbeidersbewegingen
Ziekenfondsen
overheid: gesubsidieerde vrijheid: steun subsidiëring in ruil voor meer controle.
1848: oprichting Algemene Lijfrentekas
§4. 1886
Na de economische crisis brak in voorjaar 1886 een algemene staking uit die op een erg bloedige wijze werd
onderdrukt. Dit betekende voor de overheid een parameter voor de sociale ontevredenheid die onder de
arbeidersklasse heerste. Men kon de non-interventiepolitiek niet langer volhouden. Het werd het moment
waarin de ontwikkeling van de sociale arbeiderswetgeving van start ging.
Rond dezelfde periode in Duitsland was er onder kanselier Bismarck een vrijwel compleet systeem van
sociale zekerheid uitgewerkt.
In die periode van gesubsidieerde vrijwillige verzekering heeft de wetgever eerste verplichte sociale
verzekering opgezet: Arbeidsongevallenwet (1903)
voerde de theorie van het professioneel risico in = WG gehouden tot een vergoeding van de
letselschade, zonder dat een fout moet worden bewezen
§5. WOI
Zorgt voor een zekere vertraging in verdere ontwikkeling van de Belgische sociale zekerheid.
2
, AJ 2023-2024
§6. INTERBELLUM
Dit was de periode waar veel mogelijk was.
- Verplichte pensioenverzekering arbeiders en bedienden (1924-’25)
- Verplichte verzekering beroepsziekten (1927)
- Verplichte kinderbijslagregeling voor werknemers (1930) en zelfstandigen (1937)
- Regeling jaarlijkse vakantie
- Ondersteuning werkloosheidskassen door overheid. Grote moeilijkheden tijdens interbellum; nog
geen verplichte verzekering
De verzekeringen tegen ziekte en invaliditeit en tegen werkloosheid bleven in de tussenperiode verder
functioneren, langs het stelsel van de gesubsidieerde vrije verzekeringen, via de ziekenfondsen en de
vakbonden.
§7. WOII
Werkzaamheden nationale arbeidsconferentie, voorloper van de Nationale Arbeidsraad, gingen wel verder
in Londen. Nog tijdens WOII werkten de werknemersorganisaties en werkgeversorganisaties een
‘Ontwerppact van de sociale solidariteit’ uit.
Voorstellen in raam van ‘sociaal pact’
- Verplichte sociale verzekeringen voor alle werknemers
- Ziekte- en invaliditeitsverzekering
- Werkloosheid
- Aanzienlijke verhoging kinderbijslag
- Nationaal verdelingsfonds voor inning bijdragen
- Pensioen 50% gemiddeld loon
- Paritair beheer in de beheersinstellingen
Besluitwet betreffende de Maatschappelijke zekerheid der Arbeiders (1944)
§8. NA WOII
Verruiming van het toepassingsgebied voor andere beroepsgroepen, maar vooral naar de behoeftigen en
de personen met een handicap.
Dit was een uitloper van het Angelsaksisch model, geïnspireerd door de Social Security Act van Roosevelt
en plan Beveridge.
§9. JR’ 50
- Arbeidsongevallen: 100% gederfd loon
- Verbetering kinderbijslagregeling
- Werkloosheid: oprichting Rijkdienst voor Arbeidsvoorziening en Werkloosheid
- Verbetering pensioenen: overgang kapitalisatie naar repartitie
- Splitsing beheer gezondheidszorg en uitkeringen
- Uitbreiding gezondheidszorg tot bijna hele bevolking
- Regeling tarieven en honoraria voor terugbetaling kosten geneeskundige zorgen
o Artsenstaking 1964: ervoor konden artsen vrij kiezen hoeveel ze kunnen aanrekenen aan
patiënten maar overheid wilde afspraken voor die honoraria
§11. JR’70
- Programma- en herstelwetten
- Brugpensioen
- Tewerkstellingsmaatregelen
- Wijzingen werkloosheidsreglementeringen
- Fonds voor het financieel evenwicht van de sociale zekerheid
Wet Mainil: harmonisering pensioenen
§13. JR’90
- ZIV-wet
- Globaal financieel beheer
§9. KENMERKEN BISMARCK VS. BEVERIDGE-MODEL
Otto van Bismarck – Invoering van verplichte sociale verzekeringen arbeiders
~ Beter een tevreden arbeider dan een rooie arbeider
Compromis om iedereen aan boord te krijgen
- Werkgevers: werkgeversbijdrage – vermijden socialistische revolutie – plaats in beheersorganen
- Vakbonden: medebeheer – controle en macht
- Mutualistische kassen: felle tegenkanting – belangrijke rol toegewezen en garantie voortbestaan
- Arbeiders: procentuele bijdragen = financiële last draaglijk – betere waarborg sociale bescherming
Beveridge – is meer het model van sociale bijstand. Beveridge was een econoom en politicus. Model van
sociale zekerheid dat we meer terugvinden in Scandinavische landen.
1935: ‘New Deal’ president Roosevelt (VS) – reactive economische malaise jaren dertig 20Ste eeuw
- Stimulans economie maar ook sociale bescherming (Social Security Act)
- Verplichte verzekering ouderdom, overlijden, invaliditeit, aangevuld met werkloosheid niveau
afzondelijke staten
Beveridge-Report
- Minimumuitkeringen voor iedereen
4
, AJ 2023-2024
- Ook zonder verband met verdiende loon
- staatsbeheer
AFDELING 2. OPENBARE ORDE KARAKTER
Idee dat de sociale zekerheidsinstellingen belast zijn met een openbare dienst. Ze kunnen bijgevolg enkel
die voordelen toekennen waarin de wetgeving voorziet en de daarin gespecifieerde voorwaarden.
Zo kan op procesrechtelijk vlak een schending van een bepaling van openbare orde voor de 1Ste maal voor
Hof van Cassatie worden opgeworpen.
Op bewijsrechtelijk vlak is dan weer een bewijs door gerechtelijke of buitengerechtelijke bekentenis
onmogelijk.
DEEL II. TOEPASSINGSGEBIED
VOORAF
1. Bedienden grootste populatie
bij werknemers.
2. Bij de overheid werken
ongeveer evenveel personen met
arbeidsovereenkomst als
statutair tewerkgestelden.
Onderscheid maken tussen zelfstandigen in hoofdberoep en zelfstandigen in bijberoep. Gepensioneerden
die nog een centje willen bijverdienen als zelfstandige kunnen dit in bijberoep doen.
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller iurastudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $15.23. You're not tied to anything after your purchase.