Burgerlijk recht 3, tweede kans (4 juli 2023)
Casus 1 (5 punten)
Pakketbezorger Snel BV heeft in recente jaren meermalen te maken gehad met diefstal uit de busjes
waarmee zij pakketjes rondbrengt. Vaak blijven de deuren van het busje tijdens de bezorging aan de
deur even openstaan en dan ziet een dief op een scooter zijn kans schoon om dozen uit het busje te
ontvreemden.
In 2022 wordt een zestal mannen gearresteerd en veroordeeld voor de reeks diefstallen. Welke man
of mannen de spullen daadwerkelijk hebben ontvreemd uit de busjes, is onbekend. Duidelijk is dat
zij nauw samenwerkten bij het beramen van de diefstallen, het ‘regelen’ van de scooters, het
opslaan van de gestolen goederen en doorverkopen hiervan. Van de mannen staat bij onherroepelijk
vonnis vast dat zij lid waren van een criminele organisatie in de zin van art. 140 Sr.
Snel BV eist schadevergoeding van de zes mannen ten gevolge van de ladingdiefstallen uit de
bezorgbusjes. Volgens haar volstaat de bewezen deelname aan een criminele organisatie om de
mannen met succes hoofdelijk aansprakelijk te stellen. Heeft Snel BV hierin gelijk? Besteed in uw
antwoord aandacht aan het verweer van de mannen dat zij nooit allemaal op hetzelfde tijdstip actief
betrokken waren bij de diefstallen.
Modelantwoord:
Snel dient de mannen hoofdelijk aansprakelijk te stellen op grond van artikel 6:166 lid 1 BW. Zij moet
ten eerste aannemelijk maken dat er sprake is geweest van gedragingen in groepsverband in de zin
van artikel 6:166 BW. Het gaat erom dat er een zodanig verband tussen de ladingdiefstallen bestaat,
dat deze als één groepsgedraging kunnen worden aangemerkt. Verplicht (gelijknamig) arrest
aanhalen.
De in art. 6:166 lid 1 BW neergelegde aansprakelijkheid is niet beperkt tot gedragingen ‘in turba’ en
eenheid van tijd en plaats van de gedragingen is niet vereist om aansprakelijkheid op grond van die
bepaling aan te nemen. Dat verweer gaat dus niet op.
Een bewezen deelneming aan een criminele organisatie is daarentegen onvoldoende om
aansprakelijkheid op grond van artikel 6:166 lid 1 BW te kunnen aannemen voor alle vanuit de groep
gepleegde onrechtmatige daden. Verheij, nr. 21 (pagina 93-94).
Casus 2 (5 punten)
Mandy is eigenaresse van een manege. Om de energienota te drukken, heeft zij besloten
zonnepanelen op het dak van de stallen te laten aanbrengen. Zzp-er Aron, gespecialiseerd in alles
wat te maken heeft met zonnepanelen, is een aantal dagen op het erf bij Mandy aan het werk om de
panelen op het dak van de stallen te monteren. Tijdens zijn werkzaamheden zakt Aron op enig
moment plotseling door het dak van een lege paardenstal. Hij belandt 2,5 meter lager op de
betonnen vloer, met beenletsel tot gevolg. Uit onderzoek blijkt dat de oorzaak van de val is gelegen
in een aantal volledig doorgeroeste schroeven van de dakplaten, die onvoldoende stevigheid meer
boden. Van buitenaf was voor niemand waarneembaar dat deze schroeven in een dergelijke slechte
staat verkeerden.
Kan Aron Mandy met succes tot schadevergoeding aanspreken?
, Modelantwoord:
Art. 6:174 BW. Mandy is bezitter van de betreffende opstal. Vereist is een ‘gebrek’ ex art. 6:174 BW:
niet voldoen aan de daaraan vanuit oogpunt van veiligheid te stellen eisen. Of sprake is van een
gebrek hangt af van de aard, functie en het te verwachten gebruik van de opstal, en ook van de
Kelderluik-factoren (vgl. het verplichte Wilnis-arrest). Mandy was niet bekend met het
gevaar/gebrek, maar dit staat aansprakelijkheid ex art. 6:174 BW niet in de weg. Een verborgen
gebrek als in casu komt voor risico van de bezitter. Het is nl. een feitelijk onbekend gebrek, niet een
absoluut – naar stand van wetenschap/techniek – onbekend gebrek (vgl. Wilnis-arrest). Toets ex art.
6:174 BW in dit geval luidt: stel dat Mandy de feitelijke situatie had gekend, had zij deze ex art. 6:162
BW dan in de gegeven omstandigheden mogen laten voortbestaan of niet? Antwoord is nee. Als je
weet zou hebben van doorgeroeste schroeven had je mede gelet op de ‘Kelderluik-factoren’ niet
mogen toestaan dat een ander het dak betreedt. Je zou die ander dan op zijn minst moeten
waarschuwen. Het gevaar vanwege het gebrek heeft zich in casu ook verwezenlijkt. De tenzij-clausule
van art. 6:174 BW kan Mandy niet baten, nu het ontstaan van het gebrek (doorroesten schroeven) en
het ongeval niet zo kort op elkaar zaten dat Mandy niet had kunnen ingrijpen. Verheij nr. 31, p. 136.
Casus 3 (5 punten)
Door handelen van projectontwikkelaar Klusjes BV bij de bouw van een wooncomplex is schade
ontstaan aan het waterleidingnetwerk van netwerkbeheerder Aquaria BV. Door deze schade is de
watervoorziening in de buurt van het bouwproject gedurende enkele uren onderbroken.
De dag na het voorval heeft Aquaria BV in eigen beheer herstelwerkzaamheden verricht. Bij het
verrichten van deze werkzaamheden constateerde Aquaria BV dat in de buurt van de bouwplaats
nog verschillende loden leidingen in de grond zaten, die volgens huidige regelgeving niet langer zijn
toegestaan. Aangezien Aquaria BV toch al ter plaatse was, heeft zij gelijktijdig met de
herstelwerkzaamheden ook de loden leidingen vervangen door een nieuw leidingstelsel.
In een tussenvonnis komt vast te staan dat Klusjes BV een onrechtmatige daad heeft gepleegd door
schade aan te brengen aan het leidingnetwerk van Aquaria. De procedure spitst zich nu toe op de
omvang van die schade. Aquaria vordert een totale som van € 20.000 die is opgebouwd uit:
- € 1.000 voor het opstellen van een expertiserapport;
- € 7.000 aan materiaal en mensuren voor de herstelwerkzaamheden en
- € 12.000 voor materiaal en mensuren voor de vervangingswerkzaamheden.
Klusjes BV kan zich niet verenigen met de gevorderde schadeposten en stelt onder meer dat de
werkzaamheden ook voor een lager bedrag hadden kunnen worden uitgevoerd door een marktpartij
(lees een onafhankelijke reparateur) in te schakelen. Blijkens een door Klusjes BV ingebrachte
offerte kon Aanpakkers BV de werkzaamheden voor de helft van de gevorderde som verrichten.
Bovendien betwist Klusjes BV dat zij gehouden is de kosten voor vervanging van de loden
pijpleidingen te dragen.
Is Klusjes BV gehouden tot vergoeding van de drie schadeposten, zoals door Aquaria BV gevorderd?
Ga in uw antwoord in op de verweren van Klusjes BV.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoniemestudentaanderug. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.37. You're not tied to anything after your purchase.