Casus:
Het is midden in de nacht als James samen met zijn beste vriend inbreekt bij een woning in Capelle aan
den IJssel en daarbij een pinpas, creditcard, meerdere elektronische apparaten, geld en diverse sieraden
steelt. De politie is al snel ter plaatse en weet James en zijn vriend aan te houden. Eenmaal aangekomen
bij het politiebureau wordt James in een ophoudhok geplaatst en door een aantal agenten tot bloedens
toe geslagen en geschopt. Op een zeker moment wordt James op een gewelddadige wijze van het
ophoudhok naar een isoleercel verplaatst. Tijdens deze verplaatsing moet hij diverse vuistslagen
incasseren en wordt zijn arm diverse keren verdraaid. Aangekomen bij de isoleercel wordt James zo
geschopt dat hij met zijn hoofd tegen de muur klapt.
Art. 1 Sv. = De strafvordering vindt alleen plaats voor zover dat is geregeld bij wet in formele zin (=
strafvorderlijk legaliteitsbeginsel).
Uit het legaliteitsbeginsel kan worden afgeleid dat er gevolgen moeten worden verbonden aan het niet
volgens de wet opereren van politie en justitie. Men zou dan kunnen denken aan consequenties voor de
betrokken ambtenaar (bijvoorbeeld een berisping).
Ook komt dan de vraag aan de orde of dat niet ook consequenties moet hebben in de strafzaak waarin
onrechtmatig is opgetreden.
Welke consequenties dient het optreden van de agenten in de casus te hebben?
In deze LEH wordt besproken: De sanctionering van vormverzuimen als bovengenoemd.
Pagina 1 van 14
, Inleiding
Art. 1 Sv. = Strafvorderlijk legaliteitsbeginsel.
Hoe zit het met onrechtmatig verkregen bewijs?
Leidt buiten de wet om onrechtmatig handelen tot bewijsuitsluiting?
Art. 359a Sv. = Dit artikel maakt duidelijk dat de rechter rechtsgevolgen kan verbinden aan verzuim van
vormen bij het voorbereidend onderzoek.
Voorbeeld:
Strafverlaging, bewijsuitsluiting en niet-ontvankelijkheid.
De vormverzuimen begaan bij het OTT zijn onder dit artikel gebracht.
Art. 359a lid 2 Sv. = De rechter houdt bij de toepassing van processuele sancties rekening met het
belang dat het voorschrift dient, de ernst v/h verzuim en het nadeel dat daardoor wordt veroorzaakt.
De rechter mag aan onrechtmatig handelen geen processuele sancties verbinden als herstel mogelijk is.
Na de totstandkoming van art. 359a Sv. heeft het EHRM op diverse terreinen uitspraken gedaan die de
toepassing van processuele sancties verder hebben beïnvloed.
Voorbeeld:
Schending v/h recht op rechtsbijstand of zwijgrecht (art. 6 EVRM) kan leiden tot bewijsuitsluiting.
Bewijsuitsluiting kan ook bij schending van andere grondrechten dan art. 6 EVRM aan de orde zijn.
Voorbeeld:
Schending van art. 3 EVRM.
De agenten arresteerden de verdachte, omdat hij twee keer uit zijn mond een plasticzak uithaalde. Een
door het ziekenhuis een slangetje door de neus in zijn maag van de verdachte aanbrengen en
braakmiddel toedienen dit met als doel zodat hij een plasticzak met cocaïne uitkotst.
De schending van art. 8 EVRM hoeft in beginsel niet tot bewijsuitsluiting te leiden.
Voorbeeld:
Khan en zij neef kwamen op de luchthaven van Manchester aan met een vlucht uit Pakistan. Bij zijn neef
werd heroïne gevonden ter waarde van 100.000 dollar. Bij Khan werd niets gevonden. Khan werd
verhoord, maar bekende niet. Na zijn vrijlating ging hij bij iemand op bezoek die werd afgeluisterd. In
een telefoongesprek gaf Khan zijn betrokkenheid bij de invoer van heroïne. Dat leidde tot een
veroordeling.
Het EHRM vond dat art. 8 EVRM was geschonden. Er was ten tijde van het afluisteren geen adequate
regeling voor het afluisteren, maar daaruit volgt niet dat het tapmiddel niet voor het bewijs kon worden
gebruikt.
Art. 13 en 41 EVRM
Kortom, uit rechtspraak van het EHRM dat het EHRM bij schending van nader omschreven
mensenrechten, die op een enkele uitzondering na onderdeel uitmaken van het in art. 6 EVRM
opgenomen recht op een eerlijk proces, een processuele sanctie (in het bijzonder bewijsuitsluiting)
aangewezen acht. Bij schending van andere mensenrechter hebben staten vrijheid bij de keuze of zij
daaraan een processuele sanctie verbinden en zo ja welke.
Pagina 2 van 14
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller demeta. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.30. You're not tied to anything after your purchase.