Wijsbegeerte
INLEIDING
Inleiding
Plato: alle filosofie vertrekt vanuit de verwondering
Vervreemding: besef dat niet alles is wat het lijkt (hier gaat de filosofie van uit)
Plato’s grot
1. Er zitten gevangene vastgeketend in een grot met uitzicht op een vlakke muur en ze zien enkel
schaduwen van voorwerpen veroorzaakt door een vuur achter hun rug
2. Één van de gevangenen wordt met geweld vrij gemaakt en naar buiten gebracht waar hij de zon ziet,
maar dit licht is aanvankelijk zo fel dat hij het niet kan zien
3. Hij ziet de werkelijkheid en kan rechtstreeks naar de voorwerpen kijken
4. Hij gaat terug naar de grot om zijn lotgenoten te vertellen wat hij heeft gezien en hun te bevrijden
5. Zijn lotgenoten willen hem niet geloven en ze verweren hem zelfs met geweld zodat ze niet worden
bevrijd
Plato zegt dat dit de filosofen zijn zij proberen de mensen de werkelijkheid te doen inzien maar ze willen
niet luisteren
In de filosofie is de verwondering het beginpunt en ze blijft de leidraad
<-> bv. wetenschap vertrekt vanuit verwondering en zoekt zekerheid
Zizek
Symbolische orde = tweede natuur: dat is wat wij de werkelijkheid noemen en deze word soms
gebroken door the real
Nietsche
Ultieme vorm van de mens is het kind zij kunnen moreel afstand nemen van dingen: ze breken
de lego af
Kind vraag altijd waarom is iets zo
Filosofie en Ideologie
Filosofie = wetenschap
Bouwt op argumentatie
Heeft een vakjargon
Ze wilt iets stelligs over de werkelijkheid beweren
Verwondering blijft in het spel
Er kan alleen maar filosofie zijn als er kritiek blijft komen
Filosofie wordt ideologie als er definitieve zekerheden zijn
ideologie is een geheel van definitieve zekerheden die het bestaan ordenen
Verfijning
Het lijkt dat er geen resultaten worden geboekt binnen de filosofie omdat telkens alles opnieuw
in vraag wordt gesteld maar er is een constant verfijning van het denken
Bv. ethische kwesties; langzaam maar zeker werd slavernij afgekeurd
,De historiciteit van de filosofie
Wat ik betekenisvol vindt hangt af van het hier en nu filosofie heeft een spatio-temporele context
vragen en antwoorden veranderen voortdurend (nu moet je niet vrouwenstemrecht ter discussie gaan
stellen, maar er zijn andere vragen zoals is de vrouwenemancipatie voltooid?)
Iedereen vertrekt altijd vanuit zijn bestaanscontext met denken
De vragen en antwoorden die vroeger gesteld zijn hebben invloed op de vragen en antwoorden nu
filosofie is historisch
Het object: wat je bestudeert is historisch maar je kunt moeilijk zeggen dat alles historisch is en jijzelf niet;
jij bent ook historisch, jij hebt ook een historiciteit
DEEL 1: DE LOTGEVALLEN VAN DE
FILOSOFISCHE RATIONALITEIT
Wereldbeeld wijst op bestaanshorizon waarin we zijn geworpen (geboren) we zijn kind van onze tijd
H1: WIJSBEGEERTE BINNEN DE ANTIEKE
BESTAANSHORIZON (6de eeuw v.C. – 6de eeuw
n.C.)
1.1 Het ontstaan van de wijsgerige rationaliteit
Eerst: mythos
Kenmerken mythen
Grond-leggende gebeurtenis
Niet kritisch
Normatief & legitimerend
Normatief: zo is het en het gaat niet veranderen
Legitimerend: daarom is het zo ze geven antwoorden op vragen
De wereld is het effect van het handelen van de goden
Westerse wijsbegeerte
Ontstaan
6de eeuw v.C. in het Griekse cultuurgebied
Rede wordt als nieuw verklaringsprincipe ontdekt
1.1.1 Van mythos naar logos
Elementen (die in de 6de eeuw samenkwamen) waardoor we zijn geëvolueerd naar logos
kolonisatie & handel cultuurshock kritiek op de mythen; godsbeeld verschilt van volk tot
volk
van mondelinge naar schriftelijke cultuur
als verhalen worden opgeschreven worden ze blootgesteld voor kritiek
, De overgang
Goden ‘verhuizen’ naar de Olympos vanwaar ze met de mensen communiceren ze verliezen
hun plaats in de wereld natuur wordt gescheiden van het sacrale (desacralisering 1 vd natuur)
wereld verliest zijn betovering en is klaar voor rede
mythos en logos zijn niet volledig tegengesteld
in mythos zit logos: goden zijn zo aan elkaar verbonden en die staat boven die,…
Myhte verdwijnen ook niet uit de filosofie
Natuur is de ziel en de logos zit hierin
Claude Lévi-Strauss
Mythe = wilde denken
Logos = getemde denken
Maar ze hebben dezelfde bedoeling, nl. beheersing ve mysterieuze wereld
Logos
3 kenmerken
Universeel geldig
Objectieve inzichtelijkheid
Systematische ordening
Theoria
Praktijk kennis wordt omgezet naar theorie door de Grieken
De Egyptenaren & Babyloniërs stonden heel ver in geometrie en astrologie maar ze
bleven bij de praktische toepassing bv. bouwen piramides
Ze zorgen dat de wetenschap met zo weinig mogelijk principes, zoveel mogelijk theorieën kan
verklaren
Ze kijken vanop een afstand en kwalificeren en nuancering dingen
Ze willen niks onverklaard laten
1.1.2 De natuurfilosofen: het ontstaan van de kosmologie
Eerste filosofen: natuurfilosofen (presocraten)
Kijken op een nieuwe manier naar de natuur: er is een ontgoddelijke natuur
Natuur als phusis: het groeit zelf
Natuur is kosmos = de natuur is mooi en de schoonheid zit in de logos
(1) materieel principe dat aan de grond ligt van alles: oerstof
, Heraclitus (6de eeuw v.C. Turkije)
125 Aforismen (= kernachtige spreuk, die raadselachtig is) van hem
Permanente flux: de wereld is constant in verandering, beweging de wereld kan als kosmos bestaan
De flux is de essentie van de werkelijkheid
Je kunt niet 2 keer in dezelfde rivier afdalen want dan is het een andere want alles is constant in
verandering
Kosmos is een resultaat van een steeds verschuivend evenwicht tussen de bewegende krachten
Tegengestelden houden op 3 manieren met elkaar verband
Complementair
Je kunt niet spreken over warm zonder donker
De 2 zaken hebben elkaar nodig om te bestaan
In vaste overgang
Er is altijd een verschuiving van het ene naar het andere
Iets wat warm is koelt af,…
Elk ding is relatief
Bv. als wij zeewater blijven drinken gaan we dood, als vissen dit doen blijven ze in
leven zeewater is dodend voor ons en een overlevingsmiddel voor vissen
Conflict tussen tegengestelden is constitutief
Het is niet zoals in de wiskunde -1 en +1 is 0; NEE licht en donker vormen samen de
werkelijkheid; de tegengestelden vormen samen de werkelijkheid
Ik kan mijn zintuigen vertrouwen want die tonen verandering en de wereld veranderd
Parmenides (5de eeuw v.C. Italië)
Thematiseerde het zijnde op zichzelf
‘het zijnde is, het niet zijnde is niet’
Leerdicht: godin zegt ‘dat het is, en dat het onmogelijk is dat het niet is ofwel dat het niet is en dat het
noodzakelijk is dat het niet is’
Deze opties zijn onverzoenbaar
Maar er zijn eigenlijk 3 opties (maar die 3de was voor Parmenides al op voorhand afgesloten)
Het is, en het is onmogelijk dat het niet is
Het is niet, en het is onmogelijk dat het niet is
Kan ik over HET zeggen dat het niet bestaat? Nee want iets wat niet bestaat kan
niet gedacht worden je kunt wel over het niets denken dus het niets bestaat
deze weg kan niet
Het is en het is niet
Deze optie is onmogelijk want je kunt niet iets zijn en niet zijn
Hoe los je dit op? Eerst HET definiëren: alles waarover je kan spreken en denken
Parmenides kiest de weg van het zijn gevolgen
Het zijnde is eeuwig en onvergankelijk
Het kan niet ontstaan, want waaruit zou het immers ontstaan?
Het kan ook niet vergaan want het kan moeilijk zichzelf opheffen
Het kan ook niet in iets anders overgaan want dan zou het in een bepaald opzicht
niet zijn
Het zijnde is niet deelbaar
Er zijn geen gradaties in zijn; iets is of het is niet
Het zijnde in onbeweeglijk en begrensd
Want als er buiten het zijnde niet is, is het zijnde absoluut afgesloten van wat niet
is
Het zijnde is volmaakt
Het is niet het resultaat van een wordingsproces; als het er is, is het restloos
gerealiseerd
Het is volledig ontplooid en heeft niet de mogelijkheid nog verder te gaan
Het zijnde is bolvorming
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller estheragten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.02. You're not tied to anything after your purchase.