100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting leereenheid 7 Formeel strafrecht RS0812 $12.07   Add to cart

Summary

Samenvatting leereenheid 7 Formeel strafrecht RS0812

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting Samenvatting leereenheid 7 Formeel strafrecht RS0812leereenheid 7 Formeel strafrecht RS0812

Preview 3 out of 27  pages

  • July 1, 2024
  • 27
  • 2023/2024
  • Summary
  • Unknown
avatar-seller
Formeel strafrecht

Leereenheid 7
Bewijs


Inleiding cursussite

Casus:
De bewezenverklaring in de strafzaak tegen de verdachte Cyril C. luidt:

“dat hij op 09 april 2019 te ’s-Gravenhage, door een feitelijkheid, Annika A. (geboren op 24 januari
2006) heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, immers heeft hij, verdachte,
onverhoeds, meermalen, in de billen van die Annika geknepen.”

Die bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:

1. De verklaring van de verdachte.

De verdachte heeft ter terechtzitting in eerste aanleg van 1 oktober 2020 verklaard — zakelijk
weergegeven —:
“Op 9 april 2019 was ik werkzaam bij de toiletten op het station in Den Haag. Ik heb aangeefster die dag
gesproken en voor haar geld gewisseld. (…)“

2. Een proces-verbaal van aangifte d.d. 9 april 2019 van de politie Eenheid Den Haag met nr. PL1500-
2019095288-1. Dit proces-verbaal houdt onder meer in — zakelijk weergegeven —:
“Op 9 april 2019 ben ik door een man in mijn billen geknepen bij de toiletten op het station te Den Haag.
Ik moest heel erg plassen. Ik besloot naar de wc te gaan. Ik zag dat het toiletgebruik 70 cent kost. Ik
sprak daar een man aan die daar werkte of je kon pinnen. De man zei dat dit niet kon. Ik vroeg of hij
kon wisselen. Dat kon. Ik moest meelopen naar het herentoilet waar de man een ruimte in ging bestemd
voor medewerkers. De man gaf mij een handje wisselgeld en ik wilde naar de vrouwen wc lopen. Ik liep
voorop en de man achter mij aan. Ik voelde een hand aan mijn kont. Het was de man die mij wisselgeld
gaf omdat hij half naast mij liep en er ook geen andere mannen in mijn omgeving waren. (…)
Het was echt knijpen en dat twee keer. Niet echt hard maar ik voelde duidelijk dat de man kneep. Ik
ging uit het toilet en ging mijn handen wassen en mijn gezicht. Ik ging de wc uit om te kijken of ik die
man nog zag. De man zag mij. Ik ben gelijk de wc ruimte weer ingegaan om te wachten op andere
vrouwen met wie ik mee kon lopen. Ik wilde niet alleen de poortjes uitlopen. Ik waste mijn gezicht
omdat ik had gehuild. Ik heb zoiets nog nooit meegemaakt. Ik was heel erg geschrokken van wat die
man had gedaan en ik wist niet wat ik moest doen. Ik had de hele tijd een vriendin aan de telefoon. (…)
Ik kwam om 15.30 uur aan met de tram op het station. Ik heb donkerblond lang krullend haar, die ik
droeg in een staart. Ik droeg een zwart Nike trainingspak met witte strepen aan de zijkant. Ik droeg een
rood/zwart geblokte rugzak. Ik droeg donkerblauwe Nike schoenen.

3. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 april 2019 van de politie Eenheid Den Haag met nr.
PL1500-2019095288-8. Dit proces-verbaal houdt onder meer in — zakelijk weergegeven —: als relaas
van de betreffende opsporingsambtenaar:
“Op 9 april 2019 was Annika A. slachtoffer van een aanranding. Zij verklaarde dat ze haar vriendin Beate
B. had gebeld. Ik belde de moeder van Beate. Beate lag met griep op bed. Daarop is besloten Beate via
de telefoon te horen. Beate verklaarde het volgende:
Annika was helemaal in shock, ze was aan het huilen op de wc. Ze had verteld dat die man zei dat ze op
een jongen leek. Daarna liep de man met haar naar de wc. Toen zei ze tegen mij dat hij aan haar kont
zat. Daarna is ze mij gaan bellen helemaal huilend. Ze was zo bang. Hij liep met haar mee en daarna zei
Annika ‘Hij zat aan mijn kont.’ Ik wist dat Annika op het station was.”


--------------------------------------------------------------------------------------------------

Het onderzoek in strafzaken (vooronderzoek en het OTT) wordt voor een belangrijk deel bepaald door de
vraag: Kan worden bewezen of de verdachte het hem of haar verweten feit heeft begaan?

De regels m.b.t. de verschillende dwangmiddelen zijn gericht op het verkrijgen van belastend dan wel
ontlastend bewijsmateriaal.

De regels m.b.t. het horen van getuigen en het benoemen van deskundigen hebben tot doel om te
komen tot verklaringen op basis waarvan de rechter uiteindelijk een oordeel kan vormen over de
bewijsvraag.



Pagina 1 van 27

,De regels m.b.t. het OTT staan in het teken v/d vraag: Of het in het vooronderzoek verkregen
bewijsmateriaal wel of niet geschikt is om een eventuele bewezenverklaring op te baseren waarbij
partijen (het OM en de verdediging) in de gelegenheid worden gesteld om zich kritisch daarover uit te
laten en waar nodig nieuw materiaal aan te dragen.

Het bewijs in strafzaken wordt gereguleerd door o.a.:
 Sv.
 De wetenschap
 Ervaringen
Voorbeelden:
*Dat bijvoorbeeld een arts o.g.v. de randen van een wond kan concluderen dat die wond is veroorzaakt
door een tweesnijdend mes staat niet in het Sv. of aanverwante regelingen, maar hij kan dat beoordelen
o.g.v. zijn kennis en wetenschap.

*Dat dna uniek is, staat nergens in een wettelijke regeling geschreven, maar volgt uit het statistisch
onderzoek dat m.b.t. dna is verricht.

Bovengenoemde betekent onderscheid kan worden gemaakt tussen:
 Wettelijke bewijsregels
 Niet-wettelijke bewijsregels

Het Nederlandse strafrechtelijke bewijsrecht kent een aantal uitgangspunten:
1. Er is maar een beperkt aantal toegelaten wettige bewijsmiddelen.
2. Het bewijsmateriaal moet op de zitting ten overstaan van de rechter en partijen gepresenteerd
worden,
3. T.a.v. een aantal bewijsmiddelen gelden zogeheten bewijsminima.
4. Het bewijsmateriaal moet rechtmatig zijn verkregen,
5. De rechter dient zijn oordeel over de bewijsvraag te motiveren, en
6. De rechter dient in geval van een bewezenverklaring de overtuiging te hebben dat de verdachte
het tenlastegelegde feit heeft begaan.

In deze LEH wordt besproken: punt 1 en 3.

Na bestudering van deze LEH kun je beoordelen:
 Of de bewezenverklaring, zoals die in de casus hierboven is opgenomen, gebaseerd is op
wettelijke bewijsmiddelen, en
 Of er in die casus ook voldoende bewijs was.




Pagina 2 van 27

, Inleiding

Art. 6 lid 2 EVRM = Onschuldpresumptie
= De verdachte mag niet als een schuldige worden behandeld zolang niet in een tegen hem gevoerde
strafprocedure bewezen is dat hij het desbetreffende strafbare feit heeft begaan.

Met het onschuldpresumptie is nauw verbonden het nemo tenetur-beginsel (art. 6 lid 1 EVRM).

Art. 6 lid 1 EVRM = Het nemo tenetur-beginsel
= De verdachte kan niet gedwongen worden om zichzelf te belasten. De verdachte hoeft zijn onschuld
niet te bewijzen.
Het is aan de justitiële autoriteiten om het bewijs v/d schuld v/d verdachte te leveren a.d.h.v. het
nationaal bewijsrecht (art. 6 lid 2 EVRM).

Art. 6e EVRM:
 kent dus geen eigen bewijsregels.
 sluit onrechtmatig verkregen bewijs niet uit. Dat is een kwestie van nationaal recht.
Dit is niet anders als het bewijs verkregen is in strijd met art. 8 EVRM.
Voorbeeld:
Het gebruik van een in strijd met art. 8 EVRM afgeluisterd telefoongesprek is niet in strijd met
art. 6 EVRM.

Kortom, de bruikbaarheid van bewijsmateriaal is een kwestie van nationaal recht.

De vraag is: Of de verdachte in bovengenoemd geval een eerlijk proces heeft gehad?
Voorbeelden:
*De bekentenissen die onder dwang zijn afgelegd zijn wel in strijd met art. 6 EVRM.
De onrechtmatigheid v/d bewijsverkrijging bestaat hier uit een regelrechte schending v/h nemo tentur-
beginsel (art. 6 lid 1 EVRM).

* Een schending van art. 6 EVRM is ook aan te nemen als het bewijs hoofdzakelijk steunt op een
verklaring van een getuige die door de verdediging niet aan de tand kon worden gevoeld.
De schending bestaat hier uit een inbreuk op het ondervragingsrecht (art. 6 lid 3 sub d EVRM).

Kortom, indirect vloeien uit art. 6 EVRM wel eisen voort waaraan het nationaal bewijsrecht moet voldoen.

Eén v/d aspecten v/d onschuldpresumptie is: Dat bij redelijke twijfel geen veroordeling mag volgen. Er
moet eerst vaststelling van schuld zijn.
De verdachte moet het voordeel v/d twijfel krijgen.

Het bewijsrecht moet dus ruim worden opgevat.
 Regels die de politie in acht moet nemen bij het vergaren van bewijs.
 Regels m.b.t. het ondervragen van getuigen op het OTT.

Het gehele strafprocesrecht heeft direct en indirect met het bewijs v/d schuld van doen.

Boek II, titel VI, afdeling 3 Sv. (artt. 338-344a Sv.) = Regels over bewijs (ofwel wettelijk bewijsrecht).
Bewijsrecht in enge zin:
 Wat is bruikbaar bewijsmateriaal?
 Wanneer is het bruikbaar bewijsmateriaal voldoende voor een bewezenverklaring?

We beperking ons in deze LEH tot de bespreking v/h wettelijk bewijsrecht.
Dit betekent niet dat zij zich daartoe beperkt in het strafprocesrecht.




Pagina 3 van 27

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller demeta. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $12.07. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$12.07
  • (0)
  Add to cart