100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting leereenheid 6 Formeel strafrecht RS0812 $11.76   Add to cart

Summary

Samenvatting leereenheid 6 Formeel strafrecht RS0812

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting leereenheid 6 Formeel strafrecht RS0812

Preview 4 out of 56  pages

  • July 1, 2024
  • 56
  • 2023/2024
  • Summary
  • Unknown
avatar-seller
Formeel strafrecht

Leereenheid 6
Het OTT en het slachtoffer


Inleiding (cursussite)

Casus: ‘’Het aanwezigheidsrecht is een groot goed, maar…’’:

Advocate Maryam Mahari heeft van een bevriende collega enkele weken geleden een strafzaak
overgenomen. Op dinsdag belt die bevriende collega haar op met de mededeling dat er morgen in die
zaak een zitting is gepland. Of zij daarvan op de hoogte is? Dat is Maryam niet.

De volgende dag gaat zij naar de rechtbank. Haar cliënt is daar evenwel niet. Op vragen v/d rechtbank
geeft zij aan dat zij nog geen contact heeft gehad met haar nieuwe cliënt, dat zij niet weet of hij op de
hoogte is v/dze zitting en dat zij niet uitdrukkelijk gemachtigd is om namens cliënt ex art. 279 Sv op te
treden. Zij verzoekt de rechtbank de zaak aan te houden, omdat zij vermoedt dat – gezien hetgeen er
voor haar cliënt op het spel staat – hij wel bij de behandeling aanwezig zal willen zijn.

De rechtbank stelt vast dat de dagvaarding geldig is betekend en verleent verstek. Het verzoek v/d
advocate tot aanhouding wordt afgewezen met de volgende motivering:

“de oproeping is correct betekend en het had op de weg v/d verdediging gelegen om een stelbrief te
sturen en te informeren naar de zittingsdatum. Dan had de griffie de benodigde informatie kunnen
verstrekken en stukken kunnen sturen. Verdachte is op de hoogte gesteld v/d zitting. Het hof hecht
eraan de zaak af te doen. Het aanwezigheidsrecht is een groot goed, maar valt in dit geval weg, nu
duidelijk was dat de zitting vandaag zou zijn”.

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

In deze LEH wordt behandeld:
 Het onderzoek ter terechtzitting (OTT)
 Het slachtoffer

Het slachtoffer
In de vorige leereenheden is besproken: De verdachte en het OM als actoren in het strafprocesrecht.

In deze LEH wordt besproken: (de rol van) het slachtoffer (in het strafprocesrecht).

De laatste jaren is de positie v/h slachtoffer, met name onder invloed van kaderbesluiten en richtlijnen
v/d EU, aanmerkelijk versterkt.
Het slachtoffer kan tijdens het proces verschillende hoedanigheden aannemen en hem komen dan steeds
andere rechten toe.


Het onderzoek ter terechtzitting (OTT)
In de vorige leereenheden is besproken: het vooronderzoek, met name het opsporingsonderzoek.

In deze LEH wordt besproken: het eindonderzoek (waarop in de leereenheden 7 t/m 9 op wordt
voortgeborduurd).

Het OTT vormt de kern v/h eindonderzoek en is van groot belang voor een gedegen voorbereiding op de
door de rechter te nemen beslissingen.

Tijdens de zitting wordt de verdachte ondervraagd, worden de stukken voorgehouden die in het dossier
zijn opgenomen en krijgen alle aanwezigen (Openbaar Ministerie, de verdediging en eventueel het
slachtoffer) de gelegenheid om bijvoorbeeld het bewijsmateriaal aan te vullen of ter discussie te stellen.
Op het eind v/d zitting krijg alle partijen de mogelijkheid om hun visie op de strafzaak te geven.

De verdachte is niet verplicht aanwezig te zijn bij de behandeling ter zitting, maar moet wel degelijk in
de gelegenheid worden gesteld om daarbij aanwezig te zijn als hij dat wil. Soms is dat vervelend. Een
rechtbank of hof die al vaker in een zaak een verzoek tot aanhouding hebben gekregen omdat de cliënt
wederom verhinderd is, maar toch echt bij de behandeling van zijn strafzaak wil zijn, heeft soms moeite
om dat te geloven. Bovendien lopen de achterstanden bij de rechtbank op. Of het oordeel v/d rechtbank
in de hierboven weergegeven casus 'dat het aanwezigheidsrecht een groot goed is, maar dat dat in die
zaak verspeeld was' terecht is, kunt u na bestudering zelf beoordelen.


Pagina 1 van 56

,DEEL 1: HET ONDERZOEK TER TERECHTZITTING (OTT)

H13.1 t/m 13.4

Inleiding
Boek II, titel VI, afdeling 1 Sv. = Regels over het onderzoek ter terechtzitting (OTT). De behandeling v/d
zaak door de rechtbank.

Boek II, titel VI, afdeling 2 Sv. = Regels over het onderzoek v/d vordering v/d benadeelde partij op de
terechtzitting.

Boek II, titel VI, afdeling 3 Sv. = Het bewijs

Boek II, titel VI, afdeling 4 Sv. = De beraadslaging en de uitspraak

De behandeling v/d zaak bevat dus o.a.:
 Het OTT
 De beraadslaging
 De uitspraak

De beraadslaging begint pas als het OTT heeft plaatsgevonden.

Het OTT dient ertoe een goede beraadslaging en beslissing te vorderen.
Het verwerkelijken v/h materiële strafrecht is het primaire doel van strafvordering: schuldigen moeten
worden bestraft, onschuldigen vrijgesproken.

Het bewijs is nauw verbonden met de beraadslaging over de bewijsvraag.

Art. 6 EVRM = Dit artikel normeert ook het OTT. M.a.w.: de rechten en plichten uit dit artikel moeten
tijden het OTT ook worden gerealiseerd.
Voorbeelden:
*Het recht om aanwezig e zijn bij de berechting.
*Het recht om getuigen te ondervragen.
*Het recht op berechting door een onafhankelijke en onpartijdige rechter.
Art. 6 EVRM geeft richtsnoeren over de wijze waarop de wet moet worden toegepast.
Toch sluit de wet op sommige punten wel en op sommige punten niet goed aan bij de normering van art.
6 EVRM.

De wet bepaalt, in de kern, wat tijdens het OTT aan de orde moet en kan komen en wanneer.

Het is van belang dat relevante informatie zoveel mogelijk op tafel komt en dat de rechter zoveel
mogelijk in staat wordt gesteld om die informatie o de juiste wijze te waarderen.
Om relevante informatie zoveel mogelijk beschikbaar te krijgen zijn aan het OM, de verdachte en de
rechter ruime mogelijkheden gegeven om tijden het OTT getuigen en deskundigen te (laten)
ondervragen, schriftelijke stukken in te brengen en dergelijke.

Vanwege de beperkte beschikbaarheid van berechtingscapaciteit biedt de wet mogelijkheden om
verzoeken tot onderzoekshandelingen die weinig toegevoegde waarde hebben af te wijzen.
Voorbeeld:
Zo kan de rechtbank van oproeping van getuigen afzien als redelijkerwijs valt aan te nemen dat daardoor
het OM niet in de vervolging en de verdachte niet in zijn verdediging wordt geschaad (artt. 288 lid 1 sub
c Sv.).

Het gaat er bij het OTT niet alleen om dat alle relevante informatie aan de orde komt en dat OvJ en
raadsman zich daarover kunnen uitlaten.
Het gaat er ook om dat de volgorde waarin de informatie aan de orde komt en het moment waarop deze
informatie door de procespartijen gewaardeerd wordt een goede beraadslaging en beslissing bevorderen.

Nader wordt besproken: De regels over het OTT.




Pagina 2 van 56

,De rechter en de terechtzitting
Art. 268 lid 1 Sv. = De berechting door de meervoudige kamer.
Echter, het overgrote deel v/d strafzaken die voor de rechter komen wordt in eerste aanleg behandeld
door de politierechter en de kantonrechter.

Boek II, titels VII en VIII Sv. = Regels over berechting door de politierechter en de kantonrechter.

Boek II, titel VI Sv. = Van toepassing op het OTT bij de politierechter en kantonrechter, voor zover deze
titels niet anders bepalen (artt. 367 en 398 Sv.).

Art. 269 lid 1 Sv. jo. 6 EVRM = Het onderzoek ter terechtzitting geschiedt in het openbaar.

Art. 362 lid 1 en 269 lid 1 Sv. jo. 6 EVRM = De uitspraak geschiedt in het openbaar. Echter, onder
bepaalde omstandigheden kan het OTT plaatsvinden achter gesloten deuren.

Art. 269 lid 2 Sv. = Degenen die om die om berechting achter gesloten deuren kunnen verzoeken.
Dit zijn o.a. de benadeelde partij en het slachtoffer.

Art. 269 lid 4 Sv. = Bijzondere toegang tot bijwoning v/d zaak achter gesloten deuren.

Art. 322 lid 3 Sv. = Het OTT kan opnieuw worden aangevangen in geval de samenstelling v/d rechtbank
bij de hervatting v/d zaak gewijzigd is. Een uitzondering op deze regel wordt weergegeven in de tenzij-
regel van dit artikel.
De reden hiervoor is: De rechter is in beginsel bij het gehele OTT aanwezig. Het is niet handig wanneer
elke wijziging in de samenstelling v/d rechtbank ertoe leidt dat de zaak helemaal over moet worden
gedaan. Dat kost tijd en capaciteit. Ook doet het niet goed aan de kwaliteit en het vertrouwen in de
kwaliteit v/d procesvoering.

Art. 322 lid 4 Sv. = Ook als de OvJ en de verdachte niet instemmen met de hervatting in de stand waarin
het OTT zich op het tijdstip v/d schorsing bevond (als bedoeld in art. 322 lid 3 Sv.) blijven een aantal
beslissingen v/d rechtbank in stand.
Voorbeelden:
*Zo behoeft niet opnieuw op preliminaire verweren te worden beslist. Dat zijn verweren die aansturen op
een formele einduitspraak en die dadelijk nadat de voorzitter de verdachte naar zijn personalia heeft
gevraagd, gevoerd worden (art. 283 lid 1 Sv.).
*Ook beslissingen inzake het horen en oproepen van getuigen en deskundigen die o.g.v. de artt. 287 en
288 Sv. zijn genomen hoeven niet te worden ongedaan.
* Dat geldt ook voor beslissingen v/d rechtbank inzake de geldigheid v/d uitreiking v/d dagvaarding
o.g.v. art. 278 lid 1 Sv.
*Beslissingen op vorderingen tot wijziging v/d tenlastelegging. Dat zijn definitieve beslissingen.

Art. 322 lid 4 Sv. = Uit dit artikel volgt niet dat de rechters die de zaak verder berechten in een andere
samenstelling en die anders over de zaak kunnen (gaan) denken beperkt zijn in hun mogelijkheden om
tot een juiste behandeling en beslissing te komen.
Voorbeelden:
*Zij kunnen desgewenst de oproeping van een getuige bevelen o.g.v. art. 315 Sv.
*De raadsman kan de rechter ook om toepassing v/dze bevoegdheid verzoeken (artt. 328 en 331 Sv.).
Op een herhaling van een eerder afgewezen verzoek zal dan opnieuw beslist moeten worden.
*De rechter kunnen tot een formele einduitspraak komen, ook als een preliminair verweer eerder is
afgewezen.

Art. 6 lid 3 RO = Het bestuur van een gerecht kan bepalen dat andere rechters zich met het oog op
mogelijke vervanging van een v/d leden van een meervoudige kamer gereedhouden.

Moet in dat geval (behoudens instemming van procespartijen) opnieuw met het OTT worden begonnen?
Ja, zie art. 322 lid 3 Sv., want de samenstelling v/d rechtbank is in dat geval gewijzigd.

Art. 6 EVRM = In beginsel mag elke rechter aan het OTT deelnemen. Echter, op deze regel gelden wel
beperkingen, zoals art. 268 lid 2 Sv. (op dit artikel geldt de uitzondering van art. 316 lid 2 Sv.). In geval
de beperking van toepassing is geldt dat de rechter die op die basis de getuige of deskundige als RC
heeft gehoord in beginsel aan het verdere OTT kan deelnemen. Het voordeel van dit laatste is dat de
rechters die aan het OTT mogen deelnemen het dossier al kennen en weten zij precies wat nog
uitgezocht moet worden.
De waarborg van onbevangenheid en de eis van onpartijdigheid lopen hier geen gevaar, want het gaar
hier niet om bemoeiend van een rechter die aan de strafzaak voorafgaat. Bovendien zal het verhoren van
één of meer getuigen niet gauw de gedachte wekken dat de desbetreffende rechter al een vaststaand
oordeel over de strafzaak heeft. Daar komt nog bij dat de aanwijzing v/d voorzitter of één v/d andere


Pagina 3 van 56

, rechters die over de zaak oordelen als RC de instemming v/d OvJ en de verdachte behoeft (art. 316 lid 2
Sv.).

Een uitzondering op de regel dat de zittingsrechter die als RC een verhoor afneemt aan het verdere OTT
mag deelnemen geldt als bij het horen v/d getuige of deskundige is bepaald dat de verdachte of zijn
raadsman daar niet bij tegenwoordig mag zijn (art. 187 lid 2 Sv.).

Zowel na als tijdens het OTT moeten er beslissingen worden genomen.
De wet deelt sommige beslissingen toe aan de rechtbank en andere aan de voorzitter v/d meervoudige
kamer.
De hoofdregel is dat de rechtbank tijdens het OTT de beslissingen neemt die van belang zijn voor de
beslissingen die zij na de terechtzitting moet nemen.

Art. 281 lid 1 Sv.

Art. 288 Sv.

Art. 293 Sv.

Art. 124 Sv. = De orde tijdens het OTT is aan de voorzitter toevertrouwd.

Art. 272 lid 1 Sv.

Art. 273 lid 3 Sv.

Art. 272 lid 3 Sv.




Pagina 4 van 56

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller demeta. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.76. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83662 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$11.76
  • (0)
  Add to cart