Volledige samenvatting Diagnostiek (Tak, Verschueren & Koomen en verplichte artikelen)
12 views 0 purchase
Course
Diagnostiek (70130310AY)
Institution
Universiteit Van Amsterdam (UvA)
Book
Handboek psychodiagnostiek voor de hulpverlening aan kinderen en adolescenten
Uitgebreide samenvatting van Diagnostiek met de verplichte hoofdstukken met daaropvolgende aantekeningen van vanuit het hoorcollege aan de UVA. Voor zowel Premaster Forensische Orthopedagogiek als Pedagogische Wetenschappen.
Hoofdstuk 1. Professionele, theoretische en methodische aspecten van
psychodiagnostiek
Psychodiagnostiek is alle onderzoek dat wordt verricht naar het psychosociaal
functioneren van een persoon, beschrijven, verklaren en het nemen van een besluit.
Het gaat om selectie, classificatie of vaststellen van een geschikte aanpak voor
het probleem
Het is een multidisciplinaire aanpak en heeft te maken met theoretische
referentiekader
Er zijn regels en uitgangspunten om tot verantwoorde diagnostische conclusies te
komen. Deze uitgangspunten zijn ondersteunend bij het maken van afwegingen. Er
zijn 3 soorten uitgangspunten
1. Relatie tussen hulpverlener en hulpvrager
2. De vaardigheden op het gebied van methodisch reflecteren, diagnosticeren en
hulpverlenen waar kennis een vereiste van is.
3. Deze worden allemaal besproken in de hoofdstukken hieronder.
Bij empirische diagnostiek gaat het om toetsen van de hypothesen die de hulpverlener
opricht om de problematiek te toetsen in de werkelijkheid. Toetsing kan in iedere fase
belangrijk zijn. Om stapsgewijs en efficiënt te werken door allerlei instrumenten te
gebruiken kent een valkuil genaamd base rate fallacy.
De plaats van diagnostiek binnen het hulpverleningsproces
1. Inleiding
De hulpvragers (die met een vraag komen als “wat is er met mijn zoon” verwachten
dat de professional er meer van afweet en met adviezen en een adequate behandeling
kan komen. Het verwacht ook dat de processional de problemen onafhankelijk bekijkt
en dus objectief.
Het aanhoren van een hulpvraag begint met drie processen: diagnostisch onderzoek,
de hulp zelf en de opbouw van een professionele relatie.
,2. Plaatsbepaling van psychodiagnostisch onderzoek
De betekenis van het Griekse woord diagnosis is als eerste onderscheiding. Is het een
ziekte of iets anders? Psychodiagnostiek betreft dan onderzoek op het gebied van
psychosociaal functioneren met als doel om:
1. Een betrouwbare en valide beschrijving van de psychosociale werkelijkheid te
verkrijgen
2. Mogelijke verklaringen te zoeken voor het ontstaan en voortbestaan van de
problemen
3. Deze verklaringen te toetsen.
Bij diagnostiek voor de hulpverlening krijgen deze activiteiten een
handelingsgericht kader en is het doel niet alleen verklaringen vinden maar ook”:
Te bepalen welke interventies passend zijn, gericht op de aard van het
probleem en kenmerken van de hulpvrager en omgeving
Bepalen wat het effect is van de hulp waar ook de voorgaande stappen
inclusief verklaring voor het probleem wordt getoetst
Het onderzoek af te stemmen op de hulpvragers zodat de motivatie wordt
versterkt en gedragsverandering bevorderd.
Bij diagnostiek voor kinderen en adolescenten vraag het speciaal rekening te
houden met:
De vele en relatieve snelle ontwikkeling die kinderen/adolescenten maken
Het verband tussen lichamelijk. psychisch en sociaal functioneren met name in
de leeftijdsfase die aanwezig is
Het gegeven dat kinderen/adolescenten opgroeien binnen een context (school,
gezin, vriendenkring).
Diagnostiek dient altijd afgewogen te worden bij wie het onderzoek
plaatsvindt. Dit geldt ook voor de interventie.
Professioneel handelen vereist dat beslissingen worden genomen op betrouwbare en
valide informatie over de werkelijkheid. Psychodiagnostiek gaat na of de hypothese
klopt en die toetst dit over verbanden tussen verschillende aspecten van de situatie en
de effecten van de interventies te bepalen. Verklarende hypothese en toetsing moet
aan 2 eisen voldoen:
1. Betrouwbaarheid: onafhankelijk mogelijk zijn van het moment van
onderzoek of andere toevallige factoren
2. Validiteit: daadwerkelijk betrekking op datgene wat bedoeld werd.
Deze eisen zijn kenmerkend voor wetenschappelijk denken en daarom verloopt
diagnostiek in dezelfde stappen als wetenschappelijk empirisch onderzoek,
namelijk:
1. Observatie: verzamelen van gegevens
2. Inductie: formuleren van hypothesen op basis van waarnemingen
3. a. Deductie: afleiden van toetsbare voorspellingen uit de hypothese
b. Operationaliseren: bij iedere voorspelling worden nu adequate
onderzoeksmiddelen gezocht om de voorspelling toetsbaar te maken.
4. Toetsing: nagaan of de voorspellingen uitkomen door nieuwe gegevens te verzamelen
5. Evaluatie: terugkoppeling van de uitkomsten van het onderzoek naar
hypothesen. Toetsing doorstaan of verwerpen is de vraag.
Gedurende het hulpverleningsproces worden psychodiagnostische vraagstellingen
steeds specifieker.
, In het begin ben je breed aan het verkennen dat screeningsonderzoek wordt
genoemd. Er is hier sprake van beschrijvende diagnostiek. De hulpverlener
gebruikt vaak een lijst dat zoekschema of heuristiek wordt genoemd.
Daarnaast is er ook sprake van onderkennende diagnostiek waarbij via
gesprekken, observaties of screeningsinstrumenten wordt nagegaan of het
probleem aanwezig is.
De verklarende diagnostiek is het kunnen bevestigen of ontkrachten van
causale verbanden. Gesteund door theoretische overwegingen streeft de
diagnosticus naar een onderbouwde visie op de oorzaken en veranderbaarheid
van het probleem te komen.
Tot slot kunnen de problemen worden samengevat door middel van
classificatie.
Bij alles is het essentieel om de vraag te stellen van welke sterke kanten de hulpvrager
en hulpbronnen uit de omgeving gebruikt kunnen worden. Dit bepaalt de interventie.
Deze zijn eerst nog globaal geformuleerd (indicerende diagnostiek). Vervolgens
wordt gekozen op welke wijze de doelen worden behaald. Hier spelen theoretische
overwegingen een grote rol als afstemming op de situatie en de hulpvrager. Daarna
kan er geëvalueerd worden op de interventie. Dit heet evaluatieve diagnostiek,
waarbij vaste protocollen opgesteld worden om de effecten van de hulpverlener te
kunnen meten, oftewel routine outcome monitoring (ROM).
Psychodiagnostiek is een vorm van empirisch onderzoek dat wordt verricht om
besluiten te onderbouwen. Dit onderzoek vindt plaats in het kader van het
hulpverlenerproces met als doel het probleem van de hulpvrager te helpen oplossen.
Van Strien kwam met een probleemoplossingsproces: planmatige stappen om het
probleem van de hulpvrager op te lossen. Dit hielp om de kloof tussen wetenschap en
de praktijk te verkleinen.
Het probleemoplossingsproces kent 6 fases:
1. Probleemherkenning: eerste oriëntatie van de hulpvraag onderkenning van
het probleem, wie stelt de vraag, wie zijn betrokken (screeningsonderzoek),
probleemelementen, hulpbronnen, geschiedenis van het probleem. Voor de
diagnose verder gaat moet hij vaststellen of hij het traject kan voortzetten.
2. Probleemdefiniëring: doel is beantwoorden van de vraag wat de oorzaak is
van het probleem: formuleren van een ontstaanstheorie of probleemdefinitie.
De effectiviteit van de hulpvrager wordt vergroot als de probleemdefiniëring
van de hulpvrager en de diagnosticus op elkaar aansluiten en er
overeenstemming is over beoogde doelen. Bij complexe problematiek is er
meer onderzoek vereist. Zo ook als probleemherkenning meerdere hypotheses
kan hebben met verschillende consequenties voor het vervolg.
3. Handelingsmogelijkheden: In deze fase zijn algemene overwegingen (zijn de
ernst van het probleem en de zwaarte van de interventie in evenwicht)
belangrijk voor de hulp. De meest passende interventie wordt dan gekozen.
a. Je moet eerst brainstormen over welke opties er allemaal zijn.
b. In de kosten-batenanalyse worden alternatieven afgewogen door te
bezien welke interventie het best aansluit.
4. Planning van de interventie: Concrete afspraken maken of de inhoud van de
interventie, iedere taak duidelijk wordt beschreven en een termijn stellen voor
het behalen van doelen. Daarnaast beschrijven van welke criteria gehanteerd
wordt om te beoordelen of doelen zijn behaald. Wanneer het plan is vastgelegd
kan er gestart worden met de interventie.
, 5. Uitvoering van de interventie: Monitoren moeten twee aspecten bewaken: of
de interventie wordt uitgevoerd zoals afgesproken (treatment integrity of
implementation fidelity) en wordt aan de hand van de gestelde criteria
onderzocht of de interventie het gewenste/verwachte effect heeft.
6. Evaluatie van de effecten: Doel is te besluiten of de interventie voldoende
heeft gewerkt, afgesloten kan worden of juist voortgezet kan worden of dat er
een andere vorm van hulp nodig is.
3. De professionele relatie tussen hulpvrager en hulpverlener
Professionele hulp is anders dan hulp bieden aan een naaste. Professionele hulp is
nooit spontaan; er moet een afspraak worden gemaakt waarbij verwijzing soms nodig
is. De mogelijkheid tot contact is beperkt, er kan een wachtrij zijn en de hulpvrager
kan vaak niet kiezen wie hij/zij te spreken krijgt.
Doordat de relatie is gepland, betaald en tijdelijk is, is er ook een mate van
zakelijkheid. De hulpverlener heeft zich aan regels te houden. De regels dienen de
veiligheid van de hulpvrager. De vraag om hulp vraagt van de hulpverlener
betrokkenheid en inlevingsvermogen (empathie) en anderzijds een kritische houding,
waarbij objectivering op zijn plaats is (distantie).
Als er voldoende distantie is, zal er meer ruimte zijn voor objectieve reacties. De
hulpverlener moet afstemmen op de hulpvrager zonder een partij te kiezen en zonder
eigen waarden en normen te laten prevaleren. Het uitstellen van een oordeel ligt in de
aard van de professionele hulpverleningssituatie besloten: waarbij een spontane
probleemoplossing ontoereikend blijkt te zijn, is een onderzoekende kritische houding
vereist. Distantie is nodig voor het objectiveren van de problematiek, omdat het
openheid oplevert.
Nabijheid is weer nodig om te kunnen subjectiveren. De hulpvrager zoekt namelijk
niet alleen objectiverende afstand maar ook om zich begrepen en gehoord te voelen.
Het zoeken naar aansluiting op de belevingswereld, ook als het cultureel anders is, is
essentieel voor nabijheid. Alleen als een hulpvrager zich persoonlijk begrepen voelt,
kan hij zich veilig voelen en binding ervaren. Echtheid en persoonlijke presentie zijn
ook met risico’s zoals compassion fatigue waarbij de hulpverlener te weinig distantie
houdt en emotioneel wordt uitgeput.
30 tot 40% van de hulpverlener effectiviteit wordt bepaald door een goede
werkrelatie.
De manier waarop de hulpvrager zijn problemen presenteert en hierover
communiceert, wordt gekleurd door de cultuur van de hulpvrager. Cultuur wordt
volgens de DSM-5 breed gezien. Het gaat om tastbare zaken (zoals kleding), normen
en minder zichtbare waarden.
Het gaat om taalbarrière waarbij er graduele verschillen zijn. De hulpverlener
dient zich bewust te zijn van zijn eigen percepties en vooroordelen.
Het gaat om culturele machtsafstanden waarbij er ook rekening gehouden moet
worden met individualisme en collectivisme culturen (waar loyaliteit uitgaat
naar de groep).
Ook kan het mis gaan in de communicatie waarbij er een laag context en hoog
context culturen zijn.
Laag-context: de context van mededelingen doet er niet toe; boodschap
is expliciet en de letterlijke betekenis is van belang.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller naomigroenewoud732. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.27. You're not tied to anything after your purchase.