Test Bank in Conjunction with Human Physiology An Integrated Approach,Silverthorn,7e
FLG 332 Notes
Two body system that work toghter in order to produce energy P3
All for this textbook (9)
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Biologie
Dierfysiologie
All documents for this subject (33)
Seller
Follow
FFV
Reviews received
Content preview
Hoofdstuk 15 – Dierfysiologie
De druk die vrijkomt bij de contractie van de ventrikels wordt opgeslagen in de elastische wanden
van de arteries. Deze druk wordt langzaam vrijgegeven door elastic recoil. Hierdoor wordt er een
constante drijvende druk in de arteries gerealiseerd.
De arteries vertakken zich in de arteriolen, die een hoge weerstand bieden aan de bloedstoom. Ze
worden ook wel een variabele weerstand genoemd omdat ze selectief kunnen contraheren om bloed
naar het juiste weefsel te krijgen.
De vene dienen als volume resevoir; bloed kan worden doorgestuurd aan de arteriele helft als de
bloeddruk te laag wordt.
De blood flow van elk gedeelte van het vatenstelsel is gelijk aan de cardiac output.
De binnenste laag van een bloedvat bestaat uit endothelium. Cellen uit dit epitheel geven veel
signalen af, zijn belangrijk voor het onderhouden van bloeddruk, groei van bloedvaten en de
absorptie van mineralen.
In de meeste vaten wordt het endothelium omring door lagen van gladde spiercellen (vascular
smooth muscle) en elastisch bindweefsel.
Tunica intima (‘intima’): endothelium + elastisch bindweefsel.
In de meeste bloedvaten zijn de gladde spiercellen altijd gedeeltelijk gecontracteerd, dit wordt de
mucle tone genoemd. Ook hier is de contractie afhankelijk van de influx van calcium uit de
extracellulaire vloeistof.
De aorta en de voornaamste arteries worden gekenmerkt door een stijve, maar springerige, wand. Ze
hebben een dikke laag gladde spiercellen en elastisch bindweefsel. Hierdoor kost het veel energie om
de wanden te rekken, maar kan er dus ook veel energie worden opgeslagen (en vrijgelaten worden
door elastic recoil).
Naarmate de arteries zich vertakken in arteriolen worden de wanden minder elastisch en meer
gespierd.
Een échte arteriole heeft een wand van egaal glad spierweefsel, een metarteriole bevat maar een
gedeelte glad spierweefsel. Als precapillary sphincters open staan stroomt het bloed door het
metarteriole bed. Zo niet, dan gaat het direct naar het vene stelsel.
De haarvaten hebben geen bindweefsel en glad spierweefsel. Ze bestaan alleen uit één laag
endothelium en de basale lamina. De pericyten zijn cellen die een nauw net vormen tussen het
endothelium en de interstitiale vloeistof. Hoe meer pericyten aanwezig zijn, des te minder lekken de
haarvaten.
In het lichaam bevinden zich meer vene, die ook een grotere diameter hebben dan de arteries.
Hierdoor houden ze ook meer bloed vast (volume resevoir). Daarnaast zijn ze minder elastisch dan de
arteries en liggen ze dichter bij de huid.
Angiogenese: het vormen van nieuwe bloedvaten.
- VEGF en FGF stimuleren angiogenese, dit zijn mitogenen (stimuleren mitose).
- Angiostatine en endostatine remmen angiogenese
Coronary heart disease: door verstopping van de kransslagaders gaat er te weinig bloed naar het
myocardium. Collateral circulation treedt op om de verstopping te passeren door nieuwe bloedvaten
te creëren.
De stroom van bloed is afhankelijk van de druk verschil tussen twee punten en de weerstand van het
vat.
, De driving pressure die zorgt voor het doorsturen van bloed tijdens ventrikel relaxatie wordt
gegenereerd door het terugveren van de arteries.
De bloeddruk daalt verder van het hart omdat er energie verloren gaat door de weerstand van de
bloedvaten en wrijving tussen bloedcellen.
De aorta druk berijkt zijn maximaal (120 mm Hg) tijdens de ventrikel systole (systolic pressure). De
druk daalt tot 80 mm Hg tijdens de ventrikel diastole (diastolic pressure). In de ventrikel daalt deze
druk veel meer omdat zij geen vermogen hebben energie op te slaan in uitrekking.
De bloeddruk, ook wel ateriele bloeddruk, verloopt in pulsen. Om de bloeddruk te bepalen wordt de
mean arterial pressure genomen.
- MAP = 2/3x diastolische druk + 1/3x systolische druk
Als de bloeddruk te ver daalt, kan de driving force de zwaartekracht niet meer overwinnen.
De bloeddruk wordt gemeten in de radial artery middels een sphygmomanometer. Bloed wordt door
een dichtgeknepen ader gedrukt waardoor het Korotkoff geluid te horen is. Het eerste geluid wordt
bereikt op de systolische druk. Als er net geen geluid is, is er sprake van een diastolische druk.
De blood flow in de aorta is gelijk aan de cardiac output van het linkerventrikel. De blood flow wordt
beïnvloed door de perifere weerstand. MAP = CO x R
Ook de verdeling van het bloed in de systemische circulatie en het totale bloedvolume kan de
bloeddruk beïnvloeden. Als de bloeddruk daalt vindt er door het sympathische zenuwstelsel
vasodilatatie plaats in vene. Hierdoor wordt de venous return verhoogd en wordt de MAP verhoogd.
De nieren verlagen het totale bloedvolume als de bloeddruk stijgt.
Verhoogde bloeddruk:
1. Snelle respons (door cardiovasculaire systeem)
a. Vasodilatatie
b. Verlagen cardiac output
2. Trage respons (door nieren)
a. Excretie van vloeistof in urine
De perifere weerstand is afhankelijk van de bloedviscositeit, lengte vaten en straal van de vaten.
Eigenlijk is alleen deze laatste aan te passen. Vooral de arteriele weerstand is variabel. Arteriele
weerstand wordt beïnvloed door:
- Lokale controle van de weerstand, afhankelijk van de metabolische behoeften van de
organen.
- Sympathische reflexen
- Hormonen
Myogenic autoregulation: vasculaire gladde spiercellen kunnen hun eigen contractie controleren. Als
de gladde spiercellen uitrekken door een verhoogde bloeddruk vindt er vasoconstrictie plaats,
hierdoor neemt de weerstand toe en zal de blood flow afnemen.
De capilaire sphincters (kringspieren) dragen bij aan de lokale controle.
De concentratie van paracrine moleculen verandert aan de hand van de activiteit van een cel of
weefsel. Bij een actief weefsel neemt O2 af en CO2 toe. Beiden zorgen voor vasodilatatie, waardoor
de blood flow naar dit weefsel toe zal nemen.
Active hyperemia: een toenemend metabolische behoefte gaat gepaard met een toenemende blood
flow.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller FFV. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.