Fysiologie = de leer der levensverrichtingen à normale werking organen
STRUCTUUR EN FUNCTIE
Waar is ademhaling voor?
- Aanvoer O2 uit omgeving
- Afvoer CO2 naar de omgeving
- Handhaving pH door buffer (HCO3-) door zuurgraad te handhaven
CO2 +H20 àß H+ + HCO3-
- Bescherming tegen ongewenste stoffen: reining buitenlucht door cilia in luchtpijp
- Geluid: luchtstroming langs stembanden
- Geen (effectieve) ademhaling zonder circulatie: het circulerende bloed transporteert
O2 en CO2
Ademhaling in de mens:
Altijd via diffusie
à Bij ademhaling GEEN actief transport van O2 of CO2
Passief transport: van lage naar hoge concentratie
Diffusiesnelheid Q bepaald door
- Difussiecoefficient D à afhankelijk van temperatuur
- Verschil in (partiele) gasdruk deltaP
- Difussieafstand L
- Diffusieoppervlak A
Bronchogram: opname van de borstkas, waarmee je de vertakking van de longen kan
bekijken
Structuur luchtweg: kraakbeen voor stevigheid à voorkomt dat de luchtpijp dichtklapt door
de luchtdruk van buiten. Bij de bronchiën en bronchiolen is geen kraakbeen.
Structuur alveoli (luchtblaasjes): om de luchtblaasjes zitten
bloedvaten om de O2 op te vangen en de CO2 af te voeren.
Capillary bed: bloedvaten om de alveoli heen om de aanvoer/
afvoer te regelen
Pleurae binnenste (binnenkant van de longen) en buitenste
(buitenkant van de thorax)
Pleura bladen zitten los van elkaar, maar worden aan elkaar
vastgezogen doordat er vloeistof tussen zit.
Ventilatie en perfusie
Alveoli en capillairen zijn nauw verweven à 1 alveolus heeft meerdere capillairen er
omheen
In de alveolus is een overdruk
In de luchtpijp is een negatieve druk t.o.v de buitendruk, dus kraakbeen zorgt voor het
openblijven van de luchtpijp.
2
,Structuur en functie bloedvaten en bloedcellen die om alveoli zitten
Alveolocapillaire membraan (respitory membrane): lengte waarover
de diffusie plaats kan vinden.
Alveolar fluid (with surfactant)
à In het vocht zit surfactant: VERLAAGD de oppervlaktespanning, dit
effect is GROTER in de kleine alveoli
Probleem: een kleine alveous (met kleine straal) wil van nature liever
leeglopen dan een grote
Oplossing:
Surfactant = ‘surface active agent’
à Surfactant is een zeepachtige supstantie
à Surfactant wordt afgescheiden door de type-II-pneumocyten
Werking surfactant: surfactant gaat tussen de watermoleculen zitten en de aantrekkende
kracht verminderd tussen de watermoleculen.
Surfactant doet 2 dingen:
1. Verhoogt de compliantie (oplosbaarheid) van de alveoli (alveoli bieden minder
weerstand)
2. Voorkomt dat de kleine alveoli leegloopt in de grote (doordat effect van surfactant in
kleine alveoli groter is).
Overgang in structuur luchtpijp van luchtpijp à bronchus à
bronchiolus à alveolus:
- Steeds minder kraakbeen
- Minder transportcellen met haartjes (opname en afgifte
stoffen)
- Bloedvaten worden steeds nauwer en dichterbij alveoli
- Minder epitheelcellen
CONDUCTIEF: geleidende functie à RESPIRATOIR: ademhalende functie
Gladde spiercellen in de bronchilus helpen met het openhouden van de luchtwegen als er
een onderdruk ontstaat.
Pleurae bladen: 2 vliezen om de longen heen en binnenkant
borstkas
à Pleura parietalis = binnenbekleding van de thorax (longvlies)
à Pleura visceralis = buitenbekleding van de long (borstvlies)
à Pleuraholte = vocht
Het vocht in de pleuraholte zorgt ervoor dat het binnenblad
meegetrokken wordt met het buitenklad à de thorax zuigt de
buitenkant van de long mee.
3
, ADEMMECHANICA
Proef van Torricelli bevestigede dat de druk van de buitenlucht 760 mm Hg (kwik) is.
à Bewijs dat de buitendruk lucht oplevert druk op
Pneumothorax: klaplong wat ontstaat als de pleuraholte lek
raakt, waardoor het vocht om de longen weg raakt en de
pleurabladen (vliezen) elkaar NIET meer aantrekken.
Pneumorhorax:
- Long wil van nature samenvallen
- Thorax wil van nature uitzetten
In rust bestaat er een evenwicht:
- Ademrustniveau; door gebruik diafragma
- Bij het ademrustniveau wil de long net zo sterk samenvallen als borstkas naar buiten
wil.
à Met gebruik van spieren kan je de longen groter maken
Ademrust niveau: long in rust
- Alle drukken van binnen en buiten de long zijn gelijk
- Druk buitenlucht = 0
Plong = +POSITIEVE druk: kleiner worden van de longen = de druk
naar binnen
Ppl = - NEGATIEVE druk: groter worden van de longen = de druk
naar buiten
Palv = ALVEOLAIRE druk: gelijk aan de druk van de buitenlucht = 0
De longblaasjes willen samenvallen (Plong = +5), dit wordt
tegengehouden door de borstkas (Ppl = -5) en dus ervaren de
alveoli een druk van 0
Rustige ademhaling: de druk veranderd en daardoor gaat de lucht stromen
Oorzaak: actief
Gevolg: passief
OORZAAK: Inademen actief (Ppl extra negatief maken) met
spieren à luchtdruk raakt uit evenwicht, Ppl wordt
negatiever.
Er ontstaat een onderdruk in de alveoli, door deze
onderdruk stroomt er lucht naar binnen. Luchtdruk gaat
weer naar 0 = evenwicht.
GEVOLG: Uitademen passief (longen terug laten veren) à
er komt extra lucht in de alveoli, Plong wordt positiever.
Er ontstaat een overdruk in de alveoli, er wordt lucht naar
buiten geperst à alveolaire druk neemt af
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ciaraleuwerink. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.69. You're not tied to anything after your purchase.