100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
notities - communicatiewetenschappen H6-7-8 $8.00
Add to cart

Class notes

notities - communicatiewetenschappen H6-7-8

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit zijn alle notities van hoofdstuk 6: massacommunicatie hoofdstuk 7: massacommunicatie inhoud hoofdstuk 8 : massacommunicatie publiek van het vak communicatiewetenschappen. Dit vak ...

[Show more]

Preview 2 out of 11  pages

  • July 2, 2024
  • 11
  • 2023/2024
  • Class notes
  • Wannes heirman
  • Hoofdstuk 6-7-8
avatar-seller
COMWET

PP6: MASSACOMMUNICATIE: MEDIAORGANISATIE

A. INLEIDING

Massacommunicatie: geassocieerd met “klassieke” massamedia, ontstaan vanaf 19 e E (industrialisering)

 Institutionele zender  complexe mediaorganisatie, met vaak commerciële doelstellingen
 Vb: DPG  VTM, HLN, …
 Werken vaak cross mediaal: kranten, tv, radio
 Contact zender – ontvanger = ruimtelijk en temporeel gescheiden
 Indirect of gemedieerd (vb: televisie, radio, film, dagbladen, …)
 “massamedia: negatieve invloed op massapubliek”
 Communicatiewetenschappelijk onderzoek naar mediaorganisaties: jaren ’60

Model Shoemaker en Reese
= hoe werkt een massamediaorganisatie?
 Interne invloeden:
 Individueel niveau bv. journalisten  heeft zelf bepaalde waardes
 Mediaroutines in groepen vd organisatie
 De organisatie zelf
 Externe invloeden:
 De sociale ruimte bv. economische druk
 DPG krijgt geen subsidies DUS hun ultieme doel is geld maken
 Ideologisch  invloed van cultuur, de samenleving

B. ORANISATIONELE BENADERING NIEUWSPRODUCTIE


DE INHOUD VAN HET NIEUWS
Examen Boone: verschraling vh nieuws op vier vlakken

1. Thematische verschraling: bijna altijd ernstig, negatief nieuws
 = zowel in de kranten als op tv
 Goed nieuws wordt aanzien als geen nieuws
 Moet HEEL negatief zijn, een klein auto-ongeluk krijgt minder plek in de krant dan een dodelijk ongeluk
2. Geografische verschaling: de ondervertegenwoordiging v ontwikkelingslanden en voorrang nationaal nieuws
 Afrika komt amper in het nieuws, moet al serieus erg nieuws zijn  DUI, NED, BEL, VS
3. Personele verschraling: vooral de socio-economische elite komt in de media
 Vooral oude(re) blanke mannen
4. Journalistieke verschraling: verwijzend naar technische beperkingen bij de productie vh nieuws
 Bepaalde dingen komen dus niet in het nieuws door die technische beperking
 Vb: wnr iets gebeurt in de late namiddag heeft het meer kans om gepubliceerd te w <-> nieuws in de nacht
 Als iets vlak voor de deadline gebeurt moet al heel belangrijk zijn om nog in het nieuws te komen
 gebeurtenissen ’s nachts zijn vaak al oud nieuws tegen dat de nieuwe krant w gemaakt

 Fauconnier deed nog een toevoeging!!

5. Maatschappelijke verschraling: minderheden en alternatieve groepen
komen minder in de media

Van hard news naar tabloidisering:

,  Een trend van hard news (feiten) =gepresenteerd door kwaliteitsnieuwsmedia  sensatie-nieuws (tabloids)
 Vandaag de dag veel meer ruimte voor entertainment nieuws = tabloidisering
 Tabloidization w gelinkt aan:
 Toename v persoonlijke verhalen i.p.v. analyses
 Focus op human interest en sensationalisme
 “nieuwsmedia stelt hun inhouden af op datgene wat verkoopt” (= veel clicks genereert  opkomst clickbait)
 OF nieuwsmedia proberen actualiteit en politiek toegankelijker te maken voor minder aandachtige burgers
 Komt door het kapitalistisch karakter waarbij ze zoveel mogelijk winst willen maken
 SIM: om te kijken hoeveel mensen welke krant lezen per dag

INTERNE & EXTERNE FACTOREN DIE NIEUWSINHOUD BEÏNVLOEDEN

1. Op individueel niveau vd professionele mediawerkers (journalisten = meest bestudeerd)
 Achtergrond & pers. kenmerken:
 Meestal mannen  vooral bij oudere leeftijdscategorieën & gemiddelde leeftijd = 44 jaar
 94% geboren in België en hooggeschoold  DUS geen doorsnee burger
 De meeste journalisten hebben:
 Middenklassenachtergrond, middenklassenpositie en aspiraties
 Politiek-ideologisch profiel:
 De meeste journalisten zijn politiek links OOK in buitenlandse studies centrum links en progressief
 MAAR inhoudsanalyses tonen in VL een systeembevestigend karakter aan v mediaproducten
 Individuele journalisten werken in krantenredactie  rekening houden met media-instelling
 Onderling weinig eensgezindheid hoezeer persoonlijke ideologie media-inhouden beïnvloedt
 !! onderzoeksjournalistiek vraagt te veel middelen en is heel duur DUS niet vaak meer gedaan
 = atypisch profiel met de gemiddelde Vlaamse bevolking
 Rolopvatting
 New journalist internaliseert rechten & plichten die verbonden = aan z’n status, normen & waarden
 3 types journalisten:
 Neutralen: zien zich louter als transmissiekanaal
 Nieuws doorgeven aan de lezers  doorgeefluik, ≠ bewerking
 Participanten: geloven dat ze info moeten uitpluizen om verhaal te ontdekken& ontwikkelen
 Ook interviewen + woord en wederwoord in artikels
 Tegenstandersfunctie (= extra) om als tegenstanders v politici & bedrijfsleiders te fungeren

 MOEILIJK om journalisten bij 1 type te zetten, vaak pluralistische opvatting MAAR meestal participant en neutraal
 BELANG journalist: betrouwbare + objectieve info + duiding verschaffen, op een begrijpelijke manier presenteren

2. Op niveau vd mediaroutines
= Mediaorganisaties dienen binnen beperkingen v tijd & ruimte het (+)aanvaarbare product aan consument te geven



Drie mediaroutines die geïnspireerd worden:
 Het publiek: wat vinden zij aanvaardbare content?
 Kruipen in hoofd v lezer en schrijven wat ze denken dat het publiek interessant vindt
 Twaalftal dingen dat het publiek graag heeft = de nieuwswaarden
 De organisatie: hoeveel kan de organisatie verwerken?
 Routines vanuit organisatie = organisatie-georiënteerde routines
 De bronnen: welke bronnen zijn ter beschikking?

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lunaamolenberghs. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.00. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50064 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.00
  • (0)
Add to cart
Added