Uitgebreide uitwerkingen van de opdrachten van de werkgroepen van het eerstejaars vak Inleiding Recht. Ik heb zelf een 8 gehaald met deze uitwerkingen dus doe er je voordeel mee! Ook heb ik in het rood mijn antwoorden volledig aangevuld met het antwoord van de werkgroep docent. Dit zijn dus uitgebr...
Vragen en opdrachten voor werkgroepbijeenkomst 1
1. Het Nederlandse recht laat zich in verschillende rechtsgebieden onderscheiden.
a) Op welk rechtsgebied heeft bovenstaande casus over de tandenborstelfetisjist
betrekking?
Het gaat over diefstal, dus strafrecht.
b) Is dit rechtsgebied publiekrechtelijk of privaatrechtelijk van aard?
Publiekrecht.
c) Wat is volgens het boek Inleiding recht kenmerkend voor dit rechtsgebied in
vergelijking met andere rechtsgebieden?
Het strafrecht is pas in het geding als de andere middelen hebben gefaald. Het
strafrechtelijk normstelsel werkt aanvullend ten opzichte van de andere rechtsgebieden.
Ook kent strafrecht strengere middelen tot handhaving dan de andere rechtsgebieden.
Het strafrecht schrijft niet zelf leefregels voor, maar treedt slecht op als extra stok achter
de deur om de belangen te beschermen die ook andere rechtsgebieden al beschermen.
Het handhaaft normen die zo belangrijk zijn dat de overheid het initiatief tot handhaving
neemt. Het gaat om bewuste leedtoevoeging (vrijheidsberovingen/geldboetes). Het is
een sanctierecht en daarom ultimum remedium (laatste redmiddel).
2. Zoek in je wettenbundel het wetboek op dat in de bovenstaande casus van toepassing is.
a) Hoe kunnen we vaststellen of dit een wet in formele zin betreft?
Een wet in formele zin is een wet die door de Regering (koning en ministers) en de Staten
Generaal (1e en 2e kamer) tezamen tot stand is gekomen. Wij kunnen vaststellen dat de
wetten in het wetboek van Strafrecht wetten in formele zin zijn, aangezien er vooraan dit
wetboek staat vermeld: ‘Wij, den Raad van State gehoord en met gemeen overleg met
der Staten-Generaal’. Dit betekend dat het wetten in formele zin zijn.
b) Is het ook een wet in materiële zin?
Een wet in materiële zin is een algemeen verbindend voorschrift en voor iedereen
geldend. Het wetboek van Strafrecht is algemeen en voor iedereen geldend die een
misdrijf of misdaad pleegt. Het is dus ook een wet in materiële zin.
Een wet in materiële zin is een wet waarvan de inhoud bestemd is voor ons allemaal en zich tot ons
allemaal richt.
3. Zoek de wetsbepaling (oftewel wetsartikel) op dat diefstal verbiedt en analyseer dit in
voorwaarden en rechtsgevolg. Art. 310 van het wetboek van Strafrecht.
a) Is deze rechtsregel een normatieve regel? En zo ja, wat is de modaliteit?
Normatieve regels zijn regels die het gedrag van burgers, bedrijven en overheid
normeren of reguleren. Normatieve regels schrijven voor wat er volgens het geldende
recht zou moeten gebeuren. De rechtsregel van Art. 310 Sr is een normatieve regel. In dit
artikel over diefstal wordt als rechtsgevolg een verbod voorgeschreven. Er wordt
namelijk een bepaald gedrag (stelen) verboden. De modaliteit van deze normatieve regel
is dus een verbod.
, b) Bevat deze wetsbepaling cumulatieve en/of alternatieve voorwaarden?
Ja, deze wetsbepaling bevat zowel cumulatieve als alternatieve voorwaarden.
Voorwaarde 1: Iemand neemt enig goed weg
Voorwaarde 2a: Het goed behoort iemand anders geheel toe
Voorwaarde 2b: Het goed behoort iemand anders ten dele toe
Voorwaarde 3: Deze persoon heeft het oogmerk zich het goed toe te eigenen
Voorwaarde 4: De toe-eigening is wederrechtelijk (= in strijd met het recht)
c) Wat is het rechtsgevolg?
De persoon is schuldig aan diefstal en wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten
hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie
4. Zie voor het beantwoorden van deze vraag het onderstaande vonnis.
a) Bij welke rechter stond de verdachte in deze zaak terecht?
Bij de politierechter te Amsterdam (de politierechter is een strafrechter).
b) Zoek in je wettenbundel art. 51 Wet op de Rechterlijke Organisatie (Wet RO) en art.
367 en verder Van het Wetboek van Strafvordering (Sv) op. Wat zijn de wettelijke
voorwaarden voor het aanbrengen van een strafzaak bij de politierechter?
Art 368 WvSv: Het rechtsgeding wordt voor de politierechten vervolgd indien naar het
aanvankelijke oordeel van het openbaar ministerie de zaak van eenvoudige aard is, in het
bijzonder ook ten aanzien van het bewijs en de toepassing van de wet, terwijl de te
requireren gevangenisstraf niet meer dan een jaar mag bedragen.
c) Welke gevangenisstraf kan deze rechter volgens de wet maximaal aan een verdachte
opleggen?
De politierechter kan volgens de wet een maximale gevangenisstraf van een jaar
opleggen.
5. Tijdens een eerste zitting eist het Openbaar Ministerie dat Ronald Riedstra een jaar
gevangenisstraf krijgt opgelegd. Ronalds advocaat vindt de eis veel te zwaar. Wat zal de
rechter gezien het onderstaande vonnis in de zaak van Ronald Riedstra waarschijnlijk
beslissen? En hoe zal zij deze beslissing motiveren?
De rechter zal waarschijnlijk beslissen dat de opgelegde gevangenisstraf van een jaar
inderdaad te zwaar is. Aangezien de verdachte in onderstaand vonnis vrijwel hetzelfde
misdrijf heeft gepleegd, namelijk meerdere malen diefstal. Het verschil zit in de
tandenborstels en scheermesjes, maar deze producten zijn vergelijkbaar in waarde. De
verdachte van de scheermesjes diefstallen uit onderstaand vonnis kreeg echter maar een
gevangenisstraf van 4 maanden. De opgelegde gevangenisstraf van een jaar is dus veel te
zwaar als het wordt vergeleken met identieke strafzaken en de jurisprudentie hiervan.
De verdachte komt voor het eerst in aanmerking met justitie en heeft gelijk goed
meegewerkt. De verdachte krijgt dus een geldboete en een gevangenisstraf van 4 weken.
Werkgroepbijeenkomst 1
Rechtsregels
, - Rechtsregels zijn normatief
- Wat zou moeten gebeuren als aan bepaalde voorwaarde is voldaan rechtsgevolg
- Voorwaarden en rechtsgevolg vinden we door een rechtsregel te analyseren
- Rechtsgevolg kan iets toestaan (verlof), verbieden (verbod) of opdragen (gebod)
Publiekrecht vs. Privaatrecht
Publiekrecht:
- Publiekrecht regelt de verticale verhoudingen tussen de overheid en de burgers die aan haar
gezag zijn onderworpen
- Het primaat ligt bij de publieke zaak: de res publica
- Het initiatief tot handhaving ligt bij de overheid
Privaatrecht:
- Privaatrecht regelt de horizontale verhoudingen tussen burgers onderling
- Het primaat ligt bij autonomie (vrijheid) van de burger
- Het initiatief tot handhaving ligt bij de burger
De wet in formele zin heeft een bijzondere status.
De rechter mag de wet in formele zin niet toetsen aan de Grondwet.
Art. 120 GW het toetsingsverbod
De lagere wetgeving (bijv. afkomstig van Provinciale Staten of de gemeente) mag wel worden
getoetst aan de Grondwet.
Er zijn ook wetten niet in formele zin. Deze zijn gemaakt door lagere wetgeving.
Soorten regels:
Normatieve regels: schrijven voor wat er volgens het wet zou moeten gebeuren.
Drie modaliteiten:
- Verbod
- Gebod
- Verlof
Kwalificatieregels: richten zich tot de toepasser van de regel, zodat normatieve regels juist worden
toegepast.
1e aanleg = Rechtbank
2e aanleg = Gerechtshof
3e aanleg = Hoge Raad
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sharonvos2000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.78. You're not tied to anything after your purchase.