100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting cursus motorische controle matthieu Lenoir $4.29
Add to cart

Summary

samenvatting cursus motorische controle matthieu Lenoir

 79 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

Complete samenvatting in het Nederlands van de engelse cursus motorische controle en motorisch leren, gegeven door Dr. Matthieu Lenoir. Het is een combinatie van mijn notities uit de les en de slides die we kregen.

Preview 3 out of 25  pages

  • August 28, 2019
  • 25
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Motorische controle en motorisch leren
1. Definities en onderverdelingen
- Wat?
 Verschillende disciplines: psycho, filo, biomechanica/ bewegingsanalyse, (neuro)fysio
 Controle, leren, ontwikkeling
 C: proces in een actie triggeren
 L : verandering in deze processen tijdens oefening/ training/ leren
 O: veranderingen in deze processen door ouder worden

- Skill en movement
 Motorische skill= actie= bewuste uitvoering ve aangeleerde, consistente, efficiënte,
doelgerichte actie met gecoördineerde beweging van 1 of meer lichaamsdelen
 Movement= component van de skill; kan op ≠ manieren tot dezelfde skill leiden
Vb. Biomechanica: afstoot hoogspringen bestuderen

- Skill en ability
 Skill: doelgericht, consistent, efficiënt (minimaal energieverbruik), optimale timing
 Ability: persoonlijke, + stabiele trek, vormt basis voor potentieel voor een taak
Vb. Reactiesnelheid, fijne motoriek => genetisch aangeboren, skill mee samenstellen
 Motorische ability: voor specifieke motorische taak, perceptueel/ psychomotorisch
 All-round performers of learners

 FLEISCHMAN:
 Perceptuele mot. Abilities vb. Controleprecisie, reactietijd, doel richten,
armsnelh.
 Physical abilities vb. Statische/ dynamische/ explosieve kracht, core stability

 Algemene vs specifieke mot. Ability
 Algemene: allemaal gerelateerd aan elkaar, reflecteren 1 onderliggende ability (je
hebt ze of niet, heb je de ene dan heb je de andere) vb arm-hand stabiliteit en
controleprecisie
 Specifieke: geen relatie met elkaar

 1960: veel experimentele designstudies; conclusie: geen correlatie tussen abilities
= belangrijk voor structuur vd leercyclus + revalidatie (wrm eerst staan dan
wandelen)

 Balans:
 Bestaat niet als factor maar balanscontrole in een specifieke taakcontext wel
 Statisch, dynamisch, op 1 been
 In specifieke omgeving voor specifieke persoon => interactie skill-omgeving-pers.


1

,  6 evenwichtstests: verander 1 iets dan zal een ander beter scoren
 niet zoiets als general mot. Ability
 Timing:
 Extern (anticipatie): richten naar extern object of signaal vb baseball, 100m start
 Intern: zelf timing bepalen: ritme, cadans, tempo: joggen, wandelen, dansen
 Timing door gemeenschappelijk structuur/ concept of door interactie taak
(lopen) – omgeving (water) – persoonlijkheidstrekken (flexibiliteit)
 Experiment: gn correlatie timing in ≠ taken (geen timing in cerebellum)
 Timing is taakspecifiek

Skill Ability
Traininggericht Genetisch gedreven
Kneedbaarheid (door training) Stabiel, blijft
Theoretisch ongelimiteerd Gelimiteerd (ongeveer 50)
Gebaseerd op abilities Fundamenteel voor skills
“All round”: veel abilities op hoog niveau

 Taakanalyses: toegepast op schrijven: welke abilities ad basis van een vlotte
schrijfstijl
 Visuele processing is belangrijk in fijne mot. Skill.

- Information processing stages: (3 fases van bewegen)
1) Stimulus identification: relevante info bekomen van omgeving en lichaam
Vb. Zebrapad: kijken of er auto’s komen
2) Respons selection and programming: bepalen wat te doen en hoe
Vb. Stappen of lopen/ welke spiergroepen gebruiken
3) Respons execution: productie van de georganiseerde spieractiviteit

- Componenten van skill:
1) Posturale: blijft in evenwicht vb. Rechtzitten om te schrijven
2) Locomotorische: verplaatsen van de hand
3) Manipulatie: fijne beweging vingers

- Classificaties van gedrag
 1-Dimensionaal:
 Mot. cognitie/ ratio: onevenwicht fysieke vs mentale input vb lopen vs schaken
 Wat vraagt de taak: open of gesloten? (Stabiliteit omgeving), Discreet, serieel of
continu? Grote of fijne motor skills?
 2-Dimensionaal: GENTILE’S TAXONOMY
 Omgeving: regulatoire condities (beweegt de omgeving); variabiliteit tussen de
processen (verandert de omgeving tussen process 1,2,3… vb finse piste n
voetpad)


2

,  Taakfunctie: lichaamsoriëntatie (verandert individu van plaats); manipulatie
(object gemanipuleerd?)
Taak Lichaam: statisch Lich.: statisch Lich.: motorisch Lich.: motorisch
omgeving Manipulatie: - Man.: + Man.: - Man.: +
RC: statisch 1: geen activiteit 2: stilstaand bal 3: zeggen links – 4: bal gooien
IT: - gooien rechts: naar rechts – links
lopen
RC: statisch 5: bal vangen op 6: stilstaand 7: lopen op 8: persoon komt
IT: + verschil. plaatsen versch soorten verschillende naar je toestapt,
ballen gooien grond bal onregelmatig
ernaar gooien
RC: motorisch 9: loopband op 10: basket 11: dansen met 12: verdedigers
IT: - zelfde snelheid stilstaan, groep vastzetten
verdediger voor
RC: motorisch 13: loopband aan 14: vissen op 15: basket zonder 16: teamsport
IT: + verschillende boot en telkens bal
snelheden hengel anders
uitgooien
RC: regulatoire condities IT: intertrial variability

2. Meten van motor skills
- Studie van interne processen
 Structuur vd hersenen, functie, manipulatie van info (jnd)
 Kwalitatief (uitvoering, proces), kwantitatief (resultaat, product), combinatie

- Productvariabelen: reactietijd
 RT= tijdspan tussen signaal en eerst merkbare beweging (vooral extern)
 MT (movement time) = tijd nodig om een beweging/actie aft e werken beginnend
van de eerst merkbare beweging
 RsT (response time) = MT + RT

RT:
o eerst premotorische tijd dan motorische tijd; doel = veranderingen van
infoprocessing documenteren; limitatie: complexe processen zijn gereduceerd naar 1
nummer
o Drie types van RT:
1) Simpele: 1 stimulus, 1 reactie vb. Startschot 100m sprint
2) Keuze: x aantal stimuli met x aantal reacties vb. Basket
3) Discriminatie: meer stimuli, 1 reactie

- Productvariabelen: 1dimensionale errorscores (=consistentheid en doelrichting)


3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lo123. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.29  4x  sold
  • (0)
Add to cart
Added