ALLE WERKCOLLEGES – CARDIOVASCULAIRE AANDOENINGEN (FA-BA302)
Inhoud
Week 1 - VOORBEREIDING: Hart, bloedvaten en de nier ................................................................................ 2
Week 1: Deel 1 fysiologie hart, bloedvaten, nier .......................................................................................... 26
Week 2 - Werkcollege 2 - Primaire hemostase.............................................................................................. 40
Werkcollege 3 - Secundaire hemostase......................................................................................................... 69
Werkcollege 4 ................................................................................................................................................ 86
1
,Week 1 - VOORBEREIDING: Hart, bloedvaten en de nier
De leerdoelen:
1. De werking en regulatie van het circulatoire systeem op het niveau van receptoren, cellen,
weefsels en individu uit te leggen door het integreren van de eerder opgedane kennis over de
anatomie en fysiologie van hart en bloedvaten.
2. Aan de hand van een gegeven structuurformule uitspraken te doen over fysisch-chemische
eigenschappen van het farmacon, uit te leggen welke vormen van fysisch-chemische
bindingsinteracties van belang zijn bij de herkenning van het farmacon door het target-molecuul
en uitspraken te doen over de toepasbaarheid als geneesmiddel.
3. De farmacologische aangrijpingspunten van geneesmiddelen bij een aantal cardiovasculaire
aandoeningen te beschrijven en, indien mogelijk, het therapeutisch effect van deze
geneesmiddelen te verklaren.
4. De belangrijkste en/of meest voorkomende bijwerkingen van de besproken geneesmiddelen te
benoemen en, indien mogelijk, te verklaren.
Zelfstudie 1
Klassen farmaca:
- Bèta-blokkers
- Calciumantagonisten
- RAAS-remmers
o ACE-inhibitoren
o AT1 antagonisten (ook wel ARB genoemd)
o Renine-inhibitoren
o Aldosteron receptor antagonisten (ook wel mineralocorticoid receptor antagonisten
genoemd)
- Diuretica
o Lisdiuretica
o Thiazides
o Aldosteron receptor antagonisten
Bèta-blokkers:
2
,Hart:
Beta-1-receptroen bevinden zich zowel op het geleidingssysteem als op de contractiele cellen in het hart.
Wanneer epinefrine en norepinefrine vrijkomen in de beta-1-receptoren, zal dit de hartslag verhogen. Een
verhoogd CO = verhoging van de bloeddruk
Beta-1-receptoren bevinden zich ook in de juxtaglomerulaire cellen (JG-cellen) van de nier.
- Deze cellen reageren op epinefrine en norepinefrine, en wanneer zo worden afgegeven aan die
beta-1-cellen, geven ze renine af.
- Renine leidt tot de omzetting van angiotensinogeen in angiotensine I en die wordt vervolgens
omgezet in angiotensine II via ACE-enzymen.
- Angiotensine II verhoogt de bloeddruk door meerdere verschillende mechanismen:
o Vasoconstrictie
o Toenemende aldesteron productie (waardoor meer natrium en water retentie wordt
veroorzaakt)
o Toenemende antidiuretisch-hormoon-productie (ADH) (waterretentie)
Pacemakercellen: SA-knooppunt + AV-knooppunten
Niet-pacemakercellen: contractiele cellen (ze hebben een sarcomeer structuur met alle myosine- en
actinefilamenten)
Pacemaker cel:
- Wanneer een pacemaker cel zelf een actiepotentiaal wil genereren, gaan de natriumkanalen open.
- Deze laten een klein beetje natrium naar binnen druppelen.
o Normaal gesproken is de rustmembraanpotentiaal behoorlijk negatief.
- Als we het natrium binnenbrengen, brengen we positieve ionen in de cel waardoor de
rustmembraanpotentiaal minder negatief wordt.
- Op dit moment is dat potentieel hoog genoeg om een ander voltage-gated kanaal te openen.
- Deze spanningsafhankelijke kanalen zijn t-type calciumkanalen en ze zorgen ervoor dat calcium
ook naar binnen kan druppelen.
- Als calcium naar binnen druppelt, brengen we meer positieve lading mee.
- Als dat gebeurt, stimuleren deze meer positieve ionen een ander spanningsafhankelijk
calciumkanaal: L-type calciumkanalen.
- Ze zorgen ervoor dat calcium naar binnen kan stromen en dat werkelijke membraanpotentieel op
een hoge positieve-lading kan brengen.
- Hierdoor ontstaat een depolarisatie van deze cel.
- Wanneer het depolariseert, helpt het om de kationen naar andere pacemakercellen te laten
stromen, evenals naar samentrekkende cellen (niet-pacemaker cellen) via gap-junction.
3
, Niet-pacemaker cellen:
- Zodra de kationen naar de niet-pacemaker cel / contractiele cel stromen, brengt het een positieve
lading naar het rustmembraanpotentieel.
- Dat kan net genoeg zijn om spanningsafhankelijke natriumkanalen te activeren en natrium de cel
in te laten stromen.
- Terwijl natrium via de natriumkanalen de cel binnenstroomt, begint de binnenkant van de cel
extreem positief te worden.
- Daarna sluiten de natriumkanalen (circa 10mV) en gaan de kaliumkanalen open en kan er veel
kalium weglekken.
- Daardoor wordt het celmembraan negatiever (0 mV).
- De calciumkanalen van het L-type zijn erg gevoelig tussen de 0-10mV, die opent waardoor calcium
in de spiercel kon stromen en de endoplasmatisch reticulumstructuur kon stimuleren.
- Dat zorgt ervoor dat calcium uit het sarcolacim reticulum explodeert in het sarcoplasma.
- Het calcium gaat naar het sarcomeer en veroorzaakt spiercontractie.
[links = pacemaker cel]
- Epinefrine en norepinefrine binden aan de bèta-1-receptoren op de contractiele cellen / niet-
pacemakercellen:
o het activeert Gs-eiwit --> activeert AC --> zet ATP om in cAMP --> PKA-activering -->
fosforyleert L-type calcium kanalen --> meer calcium --> meer contractie
Beta-1-blokkers:
Bèta-1-blokkers verlagen de hartslag en contractiliteit: dat leidt tot een afname van de zuurstofbehoefte +
een verlaging van de bloeddruk.
- Remming van de bèta-1-receptoren in JG-cellen, renineproductie zal afnemen --> productie
verminderen van angiotensine I --> productie van angiotensine II verlagen --> bloeddruk verlagen
door remming van: vasoconstrictie mechanismen, aldosterone & ADH-productie.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller esraaaydi19. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.64. You're not tied to anything after your purchase.