Uitgebreide samenvatting van alle leerstof (plus aantekeningen van de hoorcolleges) die per week zijn uitgewerkt over de ontwikkelingen van de moderne samenlevingen.
Week 1 en Lecture 1
T1
‘Idee van vooruitgang’
McKay
Om sociale veranderingen te destabiliseren, idealen van vrijheid en gelijkheid ‘brandstof’
voor revoluties.
De twee betekenissen van ‘liberty’ in het politiek denken in achttiende eeuw:
1.) Oproep voor individuele mensenrechten. Voor revoluties, geloofden meeste Verlichte
monarchen dat ze reguleren wat mensen schreven en geloofden. Tegen jarenlange traditie
kwamen medestanders van individuele vrijheid (liberalen) die vrijheid van geloof, geen
censuur en vrijheid van arbeidswetten/rechters die de regering opvolgden eisten.
Vrijheid van belasting en van religie > idealen van kleine groep witte mannen die belasting
betaalden > staatsinvloed.
2.) Oproep voor een nieuw soort overheid/vrije economie. Niet meer soevereiniteit van
monarchen, maar elke burger moest gelijke rechten en vrijheden hebben, geen privileges
voor adel > gelijkheid. Overheidssysteem moest gekozen zijn > soevereiniteit bij het volk.
Onderscheidingen:
- Mannen waren voornamelijk de eerste liberalen (vrouwen wel actief in revoluties, maar
mannen schreven constituties en bevoordeeld met rechten).
- Europese herkomst was superieur tegenover Afrikaanse (Afrikaanse riskant, ook voor
abolitionisten).
- Niemand was economisch gelijk volgens de liberalen. Verschil in arm en rijk is zeer zeker
acceptabel. Elke witte man gelijke kans op economische winst.
(Deel lecture)
Enorme bevolkingsgroei in 1800; verandering rond 1800, maar wat?
1.) Productiviteit: de industriële revolutie
2.) Politiek: staten en internationale betrekkingen als kader.
- Staten zijn erg oud.
- Sinds de Franse Revolutie: sterke groei van de staatscapaciteiten.
> solide kader voor economische en vele vormen van ontwikkeling.
3.) De derde revolutie: Verlichting (& Romantiek)
- Verlichting produceert ideeën van vooruitgang.
Eric Hobsbawm: 'een vulkaan met twee kraters' > Dubbele revolutie: Industriële Revolutie en
Franse Revolutie als 'vroedvrouwen' van de moderne Europese geschiedenis.
Het is een Drievoudige Revolutie: industrieel, politiek en cultureel
De Drie Revoluties zijn de oorzaak van de Grote Divergentie; dit beïnvloedde de relatie
tussen het Westen en de 'rest'.
Revoluties waren universeel keerpunt wat betreft:
- Herinrichten staat
- Reorganiseren machtsrelaties
,- Herdefinieren burgerschap
Dit allemaal = modernisatie. Voorbeelden universele gevolgen van modernisatie:
- Secularisatie: staat boven religie
- Centralisatie van macht: institutionalisering, introductie bureaucratiën, centrale
administratie en systematische belastinginning.
- Leger: introductie dienstplicht, militaire scholen, investeringen infrastructuren,
soldatenwerving > support nationaal beleid
- Sociaal: verstedelijking, geletterdheid, media, populatiegroei, veel geboortes en
demografische verandering.
- Economie: industrialisatie, mechanisering, economische groei en technologische inventies
Reacties op ontwikkelingen waren bijvoorbeeld fascisme en nationalisme (nieuwe soorten
natiestaten die nationale identiteit nodig hebben om staat bij elkaar te houden).
(Einde deel lecture)
Oorzaken Amerikaanse en Franse Revoluties:
Amerikaanse Revolutie (1775 t/m 1783)
1.) Toenemende belasting: In Amerika hadden Engelsen hoge schulden na Zevenjarige oorlog
> terugkoppelen op Amerikanen (start met Stamp Act (1765); belasting op juridische
documenten) > Britten vonden redelijk, want bescherming/representatie. Kolonisten oneens
met hogere belastingen: niet vertegenwoordigd in parlement = geen cent meer betalen (‘no
taxation without representation’). In 1791: ‘Bill of Rights’.
- Toenemend verschil tussen arm en rijk (deels door populatiegroei en inflatie).
2.) Controle van Britse overheid: Britse koloniale administratie/parlementaire superioriteit >
gevaar voor Amerikaanse vrijheden. Britten maakten wetten, waardoor kolonisten niet overal
konden vestigen > kolonisten waren zogenaamd vertegenwoordigd in Britse parlement, dus
Britten besloten, hier waren Amerikaanse kolonisten mee oneens (nogmaals ‘no taxation
without representation’).
3.) Weerstand door onafhankelijkheid die Amerikanen genoten: In Amerika geen
gevestigde/machtige kerk, zoals in Europa > religieuze vrijheid. Kolonisten maakte zelf wetten
en recht op stemmen (in tegenstelling tot Britten) > politieke gelijkheid gelijk aan grotere
sociale en economische vrijheid (voor witte mannen).
Franse Revolutie (1789 t/m 1799)
Frankrijk failliet in 1786 > Lodewijk XVI eiste nog meer belasting op grondbezitters en
bezittingen in 1787.
- Ancien régime: volksvertegenwoordiging en de verdeling van zeggenschap werkt niet meer.
- 1788: slechte oogst > prijzen en werkloosheid rijzen de pan uit.
1.) Hoge belastingen op bevolking: Franse koning voerde veel oorlogen > kost veel geld voor
staat > staatsschuld (door bijvoorbeeld Zevenjarige Oorlog). Om oorlogen te financieren,
verhoogde Lodewijk XVI belastingen voor Derde Stand > bijeenroepen Staten-Generaal >
meerderheid stemmen, dus Derde Stand verloor altijd > oprichting Nationale Vergadering.
, 2.) Slechte economie: Door oorlogen veel staatsschuld en onstabiele staat > Frankrijk kon
geen geld bijdrukken, dus extra belasting. Dit zorgt ook voor onrust.
3.) Verlichtingsideeën: Meer vrijheid- en gelijkheidsideeën > leidde tot weerstand tegen
absolutistische Lodewijk XVI die ‘droit divin’ genoot. Het volk wilde ook politieke inspraak.
(Franse revolutie mogelijk stap naar moderniteit > sociale situatie rijp voor verandering,
‘men from below’ eisten verandering).
Concept moderniteit: het ontstaan van een bundel Verlichte ideeën en toepassen ervan wat
leidt tot een herindelingen/reorganisatie van de samenleving en overheid, op basis van
wetenschappelijke kennis en empirische data.
De Franse Revolutie: de weg naar moderniteit?
- Reorganisatie religieuze levensstijl
- Kerkelijke bezittingen in beslag genomen
- Opkomst rationalisme
- ‘Liberty over despotism’ (absolute macht bij één persoon)
- The reign of terror
(Deel lecture)
Frankrijk: crisis vanwege veel oorlogen (bijvoorbeeld: De Zevenjarige Oorlog):
- Edelen betaalden nauwelijks belasting: weigerden bij te dragen aan de staatsbegroting
- Zwakke koningen, die niet in staat waren om hun programma door te drukken
- Geruchten werden belangrijk nadat oorlogen verloren waren gegaan en de economie faalde
> Verlies van legitimiteit. In 1789: na falen van financiële hervormingen:
- Staten-Generaal (vertegenwoordigers van drie klassen) > uitbreken Franse Revolutie
> keerpunt in de staatsontwikkeling vanwege de Franse Revolutie:
1.) De oude orde gesloopt:
- Adel en kerk verloren hun privileges
- Kerk genationaliseerd
2.) Het creëren van een nieuwe orde:
- Burgerrechten (bescherming van privé-eigendom en meer vrijheid)
- Wetgeving door gekozen organen, hoewel met een beperkte franchise ('belang in de
samenleving'-theorie)
Van 'natuurlijke orde der dingen' -> Volledige heroverweging van de basisorde van de
samenleving
Vier belangrijke punten voor de ontwikkeling van staten
1.) De Franse Revolutie bracht een nieuw soort staat voort.
2.) Was in feite een reeks revoluties
3.) Nieuwe staatsinstellingen elders opgelegd door Napoleon
4.) De meeste landen kregen te maken met problemen door het centraliseren van macht en
het uitbreiden van interventies in de samenleving.
> Napoleon veel van deze veranderingen introduceerde
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentsem. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.44. You're not tied to anything after your purchase.