Een samenvatting van het boek Ethiek van de digitale media, geschreven in het Nederlands. Dit vak was onderdeel van de pre-master Communicatiewetenschap en is tevens een 3e jaars bachelor vak op de Radboud Universiteit. De samenvatting is geschreven in het studiejaar 2018/2019. De cursus bestond to...
Inleiding
Twee vraagstukken
Bepaalt de mens hoe hij omgaat met de techniek (ethiek over de digitale media)
Bepaalt de techniek het handelen van de mens (ethiek vanuit de digitale media)
De vraag wie de baas is, mens of techniek, spitst zich toe op de relatie tussen de fysieke en
de virtuele wereld.
Gelden de normen in de materiële wereld ook in de virtuele wereld of leidt dit tot
nieuwe ethiek?
Vanaf begin van de filosofiegeschiedenis is de relatie tussen mens en techniek een thema geweest.
Socrates: sofistische tegenstanders, spanning tussen ambachtelijke werk om
voorwerpen te creëren (technologie) en ethische vaardigheid bediscussiëren.
Plato: kritische bespreking van de gevolgen van de techniek van het schrift
Het instrumentalisme: de gedachte dat de mens de technische ontwikkelingen bepaalt.
Begon in het begin van de moderne tijd (vanaf de 16 e eeuw) toen de mens in hoog tempo
nieuwe technieken ontwikkelden
Gedachtegang leunde op de gedachtegang van filosoof Descartes
o Scheiding tussen rationele kern in de mens, cognito, en anderzijds de fysieke
voorwerpen van de natuurlijk wereld.
o Met zijn rationele activiteit is de mens in staat de omgeving objectief in kaart te
brengen en van daaruit te overheersen. Met ontwikkeling van technieken zet de
mens de materiële omgeving naar zijn hand.
Klassiek voorbeeld instrumentalisme: stoommachine
In hedendaagse debat over de digitale media instrumentalisme weinig aanbond in zuivere
vorm
o Toch af en toe uitspraken zoals facebook inzetten van efficiënt middel
Loop 19e eeuw kritiek
o Suggestie dat mens niet meer de baas was over eigenlijk maaksel wat erg
confronterend voor de moderne mens die meende dat de techniek ondergeschikt
was.
Kritiekpunt:
o Simplistische visie op menselijke geest en gebrekkige visie op dynamiek van
technische ontwikkelingen.
o Reboundeffect: uitwerkingen precies tegengesteld aan de bedoelingen waarmee de
techniek ooit was ingezet.
Technologische determinisme: stelt dat de techniek een eigen macht en invloed heeft waarmee ze
het menselijk leven bepaalt (determineert).
Radicale en minder radicale vormen
o Milde vorm: techniek beïnvloedt de mens alleen
o Extermisme ging gepaard met optimisme of pessimisme
o Optimisme: proberen om lossen met nieuwe technieken
o Karl Marx paste bij deze manier van denken dominantie van de techniek leidde bij
hem tot een geschiedschrijving waarin techniek de motor van de maatschappelijke
ontwikkeling was
Technische ontwikkelingen zouden leiden tot een socialistische heilstaat
, Pessimisme
o Martin Heidegger
Ontwikkeling techniek filosofie waarin de kritische en pessimistische toon
domineerde
Kritiekpunt:
o Iemand die technische zaken goed beheerst hoeft niet per se goed te zijn in het
omgaan met informatie. Determinist dreigt dit verschil te miskennen.
o Verlammend effect op ethische discussies
o Technologisch determinist selffulfilling prohecy = ‘’wat kunnen we anders doen
dan de zaken accepteren’’, hierdoor wordt niet vanuit ethiek ingegrepen ethische
luiheid
De technische mens en de menselijke techniek
Franse filosoof Bernard Stiegler => gedachte en ervaringen niet in binnen wereld houden
maar meteen doorwerken in de vormgeving van de voorwerpen om hem heen.
o Gedachten en ervaringen worden direct veruitwendigd en geëxterioriseerd.
o Staat haaks op idee Descartes dat gedachten geheel los van de buitenwereld worden
ontwikkeld.
Het ‘exterieur’ van het werktuig en het ‘interieur’ van het bewustzijn ontwikkelden zich
parallel aan elkaar; ze spiegelen elkaar.
Extensietheorie van Clark en Chalmers
o Active externalism: het idee uit dat materiele zaken buiten het lichaam deel
uitmaken van het cognitieve proces.
Theorieën van Stiegler en Clark en Chalmers zijn verschillend maar wijken beide af van het
instrumentalisme en determinisme.
Voor deze twee stromingen waren mens en technische voorwerpen gescheiden de een
heerser over de ander.
In nieuwe opvattingen zijn technische artefacten en de mens in allerlei processen met elkaar
verbonden.
De techniek is menselijk; het script van de techniek
Bruno Latour: artefacten nodigen uit of suggereren bepaalde handelingen en dringen aan op
het voorkomen van andere handelingen.
o Metafoor van het script: de dingen dragen een script in zich dat erom vraagt
uitgevoerd te worden.
o Script drukt mooi uit dat er geen dwingende relatie bestaat tussen de eigenschappen
van een voorwerp en het menselijk handelen.
o Ruimte voor interpretatie door de deelnemers
o De ontwerper die het voorwerp sturing tot handelen meegeeft, heeft een morele
verantwoordelijkheid
Productontwerp is geen moreel neutrale activiteit => moralization of
technology => desing etchics; hierin staat centraal welk script de ontwerpen
het product meegeeft.
De ideeën van Stiegler, Latour, Clark en Chalmers bevestigen op filosofisch niveau de ontwikkeling
dat mens en techniek meer op elkaar zijn betrokken.
Vraag beantwoorden hoe de menselijke gerichtheid op zijn directe omgeving in zijn werk gaat => dit
zijn met name fenomenologie en hermeneutiek.
,Menselijk handelen en menselijke intentionaliteit
Fenomenologie => heeft als invalshoek dat de mens spontaan is gericht op de zaken in zijn
leefwereld.
o Zij drukt deze relatie uit met het begrip ‘intentionaliteit’
o De menselijke waarneming is waarneming van concrete zaken
o Grondlegger fenomenologie is Husserl
o De mens neemt niet onbevooroordeeld zaken waar, hij geeft ze meteen een
betekenis
o In de waarneming interpreteren mensen de fenomenen
Hermeneutiek => aan de fenomenologie verwante filosofische stroming die de mens als
interpreterend wezen bestudeert
Fenomenologie en hermeneutiek hebben beide een radicaal andere visie op menselijk
waarnemen en handelen dan de harde wetenschappelijke analyse.
Steeds bepaalt de techniek sterk de beleving van de wereld en daarmee de intentionaliteit en
betekenisgeving. Dat is voor de mens zo vanzelfsprekend t hij de techniek zelf niet ervaart.
Het begrip ‘betekenis’ maakt het mogelijk een concrete ervaring in de leefwereld te
verbinden met bredere ethische vragen.
Steve Jobs
o Verbond de vormgeving en gebruiksmogelijkheden ook met een bepaalde levensstijl.
Deed meer dan de voorkeuren van mensen honoreren; hij presenteerde een
aantrekkelijke manier van leven en bood zo een nieuwe betekeniswereld
aan.
Samengaan van vrijheid, creativiteit, gemakt en efficiëntie die de mens nog
niet voor mogelijk had gehouden.
Voortrekker die mensen uitdaagde
‘’Het is niet de taak van de consument te weten wat hij wil’’
Iedere handeling met technische voorwerpen zegt iets over de manier waarop we de wereld en
onszelf vormgeven. => ethische vragen zoals van welke technieken maken we gebruik? Hoe laten we
ze inwerken op ons leven?
Franse filosoof Rcioeur => mens leeft in een ‘netwerk voor betekenissen’
Wensen zijn makkelijk te manipuleren, waarden niet
o Verschil tussen wensen en ethische waarden geeft aan dat de waarde van iets er niet
direct van afhangt of mensen het willen of dat het plezier genereert.
Om iemand te overtuigen moet je meer doen dan alleen je mening geven => op betekenissen
wijzen waar de ander ook de kracht van inziet.
Kenmerken van de digitale media
Informatisering: digitale media maken het mogelijk sneller dan ooit informatie op te slaan en
over te dragen.
o Betekent letterlijk dat iets een vorm (forma) wordt opgelegd.
o Informatiesamenleving
o Verschil tussen informatie hebben en kennen
o Informatie duidt niet meer op een kern of essentie maar op overdracht van
entiteiten die in beperkte mate een eigen betekenis hebben
o Centrale goederen worden ook op een informatiemanier geduid, hedendaagse mens
behandelt ze dan als informationele objecten
, Geld: eerst pincode intoetsen
Oorlogsvoering is in toenemen mate informatieoorlog
Cyberspionage, onderschepping dataverkeer, beheersing
computersystemen
Informationele privacy
Biologie; genetica
Informatie los van de bron: informatie een eigen leven, anoniem reageren op platformen
IJzeren geheugen; informatie wat op het net staat is er moeilijk af te krijgen
Oneindige reproductie; kopie is een zo goed als perfecte replica
Vloeibaarheid; informatie veranderen
Convergentie: uiteenlopende vormen van informatie op 1 dragen samenbrengen.
Delokalisering: fysieke plaats minder belangrijk
Integratie van de schermwerkelijkheid: media overal bij de hand
Uniformiteit van activiteiten: veel activiteiten hebben dezelfde vorm, alles gebeurt achter het
toetsenbord. Hierdoor vervaging tussen voorheen duidelijke scheidslijn. Tussen werk en
prive, en sociale circuits
De techniek verandert niet radicaal onze leefwereld maar de betekenissen veranderen wel onder
invloed van de techniek. Deze middenweg wordt bevestigd door de manier waarop de nieuwe
ontwikkelingen worden benoemd: Digital democracy, online relationships
Opzet van dit boek
Ethische reflectie krijgt vorm door concrete interactie met de techniek als uitgangspunt ten
nemen, kritische vragen stellen en zo een goede verhouding tot de techniek te ontwikkelen.
Vrijheid in handelen; wanneer hij dit niet doet omdat hij meent dat hij geen mogelijkheid
heeft om techniek toepassingen bij te sturen denkt hij deterministisch
o Passiviteit laat toe dat technologische processen hun eigen gang gaan => self-
fulfillingprohecy
Belangrijke les hermeneutiek: ontwikkeling van betekenis gebeurt in taal.
De manier op tot de betekenis van zaken toegang te krijgen is dus het analyseren van
centrale begrippen
We analyseren niet ‘de’ (digitale) techniek, maar de doorwerking van techniek in bepaalde
soorten situaties waarbij we centrale begrippen als uitgangspunt nemen.
o Privacy
o Intellectueel eigendom
o Publieke domein
o Vriendschap
Hoofdstuk 1 – Digitale vriendschap
Vriendschap als centraal begrip
Voor de ethische bespreking van vriendschap nemen we als leidraad de theorie van
Aristoteles.
o Deugd ethische theorie richt zich op de invulling van een goed en zinvol leven.
o Sociale omgeving speelt een belangrijke rol; alle grote denkers die na Aristoteles
over vriendschap schreven reageerden impliciet of expliciet op het aristotelische
gedachtegoed.
De centrale plaats van vriendschap
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukpeters1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.