Samenvatting van de leerstof voor het onderdeel Voedselovergevoeligheid dat wordt getoetst in de DBG van blok 2.2 van de opleiding Voeding & Diëtetiek.
Voedselovergevoeligheid 2.2
JGZ-richtlijn Voedselovergevoeligheid (2014)
Inleiding
Kinderen met voedselovergevoeligheid kunnen voedselallergie hebben (bijvoorbeeld koemelkallergie => komt bij
minder dan 1-3% van alle zuigelingen voor) of een niet-allergische voedselintolerantie (bijvoorbeeld coeliakie of
lactose-intolerantie).
De prevalentie van voedselallergie lijkt niet toe te nemen in de tijd. Over het algemeen is koemelkallergie van
voorbijgaande aard; op de leeftijd van drie jaar heeft 90% van de kinderen geen klachten meer. Van alle kinderen
met koemelkallergie ontwikkelt 25-50% voedselallergieën, zoals voor kippenei, pinda, noten, appel, soja, sesamzaad,
vis, schaal- en schelpdieren. Bij 67% van de kinderen met kippeneiallergie zijn de klachten verdwenen op de leeftijd
van 16 jaar. Pinda-allergie blijft bestaan bij 80-90% van de kinderen. Kinderen met voedselallergie hebben twee tot
vier keer meer kans op andere atopische aandoeningen, zoals astma en constitutioneel eczeem in vergelijking met
kinderen zonder voedselallergie.
Methode
Er is een enquête rondgestuurd waarin werd gevraagd naar de knelpunten en succesfactoren van de huidige
werkwijze betreffende voedselovergevoeligheid in de Jeugdgezondheidszorg. Vaak genoemde knelpunten op het
gebied van diagnostiek van koemelkallergie zijn dat de huidige open provocatie subjectief is en dat dieetvoeding voor
kinderen met koemelkallergie ook zonder dat de diagnose is gesteld, volledig wordt vergoed. Dit leidt ertoe dat
ouders vaak niet gemotiveerd zijn voor het diagnostisch onderzoek.
Resultaten
Er is niet aangetoond dat borstvoeding voedselallergie kan voorkomen. Ook is er geen preventief effect aangetoond
van een eliminatiedieet van de moeder tijdens de zwangerschap of de borstvoedingsperiode. Er is een optimale
periode, vier tot zes maanden na de geboorte, waarin de kans dat tolerantie voor voedingsmiddelen ontstaat het
grootst is. Bijvoeding uitstellen tot na de leeftijd van zes maanden leidt juist tot een grotere kans op voedselallergie.
Het advies luidt om bijvoeding te starten op de leeftijd van vier maanden. Dit advies is in tegenspraak met het advies
van de WHO om zes maanden exclusieve borstvoeding te geven. De WHO geeft dit advies met het oog op het risico
op ondervoeding en infecties bij jonge kinderen in ontwikkelingslanden en niet ter preventie van voedselallergie.
Koemelkallergie
Signalen van koemelkallergie:
− Symptomen direct na inname van koemelk;
− Reproduceerbare symptomen die bij herhaling optreden na inname van koemelk;
− Ontstaan van (allergische) symptomen bij de overgang van borstvoeding naar kunstvoeding;
− Aanhoudende klachten waarbij twee of meer orgaansystemen zijn betrokken, vooral erytheem (= roodheid van
de huid), urticaria (= netelroos; hevig jeukende rode vlekken op de huid), spugen en buikkrampen.
− Positieve gezinsanamnese voor atopie: een ouder, broer of zus heeft voedselallergie, constitutioneel eczeem,
hooikoorts of astma.
Geen enkel symptoom is specifiek voor de diagnose koemelkallergie. De klachten betreffen vooral het
maagdarmkanaal, de huid en de luchtwegen. In de differentiaaldiagnose (= uit een lijst van mogelijke aandoeningen
waaraan een bepaalde patiënt zou kunnen lijden, gegeven de klachten en symptomen die op dat moment bekend
zijn, een diagnose te stellen) moet allereerst gedacht worden aan andere oorzaken van de klachten, zoals
voedingsfouten en virale infecties.
1
, Bij vermoeden van koemelkallergie wordt een koemelkvrij dieet gestart op indicatie van de jeugdarts of
verpleegkundig specialist. De standaardkunstvoeding (op basis van koemelk) wordt vervangen door intensief
gehydrolyseerde kunstvoeding op basis van wei-eiwit of caseïne. Bij ernstige vormen van koemelkallergie wordt
kunstvoeding op basis van vrije aminozuren voorgeschreven (verwijzing naar 2e/3e lijn). Partieel gehydrolyseerde
kunstvoeding (bevat nog te veel koemelkallergeen) en voeding op sojabasis (geeft een verhoogde kans op soja-
allergie onder de leeftijd van zes maanden en veroorzaakt mogelijk verminderde groei) zijn niet geschikt voor de
behandeling van koemelkallergie.
Kinderen met ernstige symptomen na inname van koemelk, kinderen met groeivertraging of kinderen ouder dan één
jaar met bijkomende problematiek worden verwezen naar de huisarts/kinderarts. Kinderen die risico lopen op een
ernstige reactie op koemelk moeten voor een hoogrisicoprovocatie naar de kinderarts worden verwezen.
Een koemelkprovocatietest moet worden voorafgegaan door een koemelkvrij dieet gedurende ten minste vier weken
met sterke afname van de symptomen. De diagnose koemelkallergie wordt gesteld met een dubbelblinde
placebogecontroleerde voedselprovocatie uitgevoerd door de jeugdgezondheidszorg. Hoogrisicoprovocaties worden
alleen uitgevoerd in het ziekenhuis door de kinderarts.
Verwijs naar de huisarts of kinderarts wordt gedaan wanneer:
− Kinderen met ernstige symptomen na inname van koemelk zoals ademhalingsproblemen, bewustzijnsdaling of
shock, angio-oedeem, ernstige gastro-intestinale klachten, ernstig therapieresistent constitutioneel eczeem;
− Kinderen met groeivertraging;
− Kinderen ouder dan één jaar bij vermoeden van koemelkallergie voor de initiële diagnostiek;
− Kinderen ouder dan één jaar met bijkomende problematiek;
− Kinderen met onduidelijke symptomen (in verband met moeilijk interpreteerbare diagnostiek).
Voor de behandeling van koemelkallergie wordt dezelfde voeding gegeven als in de diagnostische fase. Ten aanzien
van de snelheid van tolerantieontwikkeling voor koemelk is het niet mogelijk een uitspraak te doen welk type voeding
de voorkeur heeft. Het wordt aanbevolen een eliminatiedieet niet langer te geven dan noodzakelijk is. Vanaf de
leeftijd van negen tot 12 maanden (zes maanden na diagnose) kan op het consultatiebureau of door herintroductie
thuis worden bekeken of het kind nog allergisch is.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller student380624. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.27. You're not tied to anything after your purchase.