Hierbij een samenvatting van 1B taal. Hiermee heb ik mijn tentamen behaald. Uitgebreide samenvatting van de studietaken van handboek TOS en de kennisclips. Ook een ingevuld ICF schema, waar je in andere vakken ook zeker iets aan hebt.
1.1 tm 1.5, 2.1 en 2.2, 3.1 en 3.4
July 4, 2024
22
2022/2023
Summary
Subjects
icf
tos
woordenschat
terminologie
handboek taalontwikkelingsstoornissen
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool Utrecht (HU)
Logopedie
TAAL & SPRAAK (GLO2BSPRAAK21)
All documents for this subject (3)
Seller
Follow
Logopediestudente
Content preview
Taal en Spraak 1B
1.1
TOS is een ontwikkeling waarbij vaak mensen hun hele leven taalzwak blijven, zie voorbeeld
David. Vaak wordt Tos verwart met blootstellingsachterstand (taalachterstand door
beperkte input van het Nederlands met gevolg dat een taal niet beheerst wordt). Dit is
echter niet het geval.
Kinderen met TOS hebben een zwakke taalvaardigheid, ze hebben moeite in alle
modaliteiten zoals gesproken taal, geschreven taal en gebarentaal. Kan zich manifesteren
in een of meerdere taalaspecten:
- Fonologie
- Morfologie
- Semantiek
- Syntaxis
- Pragmatiek
Er zijn verschillende definities van specifieke TOS in omloop, in deze definities komen twee
aspecten terug:
- Een achterstand in de taalverwerving
- Geen duidelijke verklaring voor deze achterstand
De definitie uit het boek luidt al volgt:
‘Een specifieke taalontwikkelingsstoornis is een neurobiologische ontwikkelingsstoornis
van genetische oorsprong die gekenmerkt wordt door een taalontwikkeling die beduidend
achterblijft bij die van leeftijdsgenoten, met inbegrip van de normale interindividuele
variaties daarin, binnen regionale en sociale variëteit van de taal die het kind aan het
verwerven is. TOS kan voorkomen in zowel het taalbegrip als de taalproductie en in alle
aspecten (fonologie, semantiek, (morfo)syntaxis en pragmatiek) en in alle modaliteiten:
gesproken taal, geschreven taal en gebarentaal. Een specifieke TOS staat op zichzelf; er is
geen duidelijke verklaring voor. Het kind heeft geen gehoorverlies, geen lage non-verbale
intelligentie, geen afwijking aan het spraakorgaan, geen duidelijke aanwijsbare
neurologische afwijking aan de spraakorganen en staat niet bloot aan extreme deprivatie
of andere ongunstige taalaanbodsituaties.’
1.2
Kinderen met TOS vormen een heterogene groep, dit houdt in dat de kinderen met TOS
verschillende kenmerken hebben. Hun taalproblemen variëren bijvoorbeeld in ernst of
niveau, sommige kinderen beheersen semantiek goed maar hebben meer moeite met
morfologie of andersom. De heterogeniteit van de groep wordt ook veroorzaakt doordat de
taalvaardigheid veranderd naarmate het kind ouder wordt. Als een kind klein is valt
misschien vooral de onverstaanbaarheid en kleine woordenschat op, als ze ouder zijn kan
juist de onsamenhangendheid of zinsbouw opvallen. Er is dus sprake van een dynamisch
profiel en daarom is het lastig om clusters te vormen omdat kinderen snel niet meer in dit
cluster kunnen passen.
Ondanks de heterogeniteit wordt in de meeste studies uitgegaan van twee subtypes:
- Kinderen met een taalproductiestoornis en relatief goed begrip
- Kinderen met zowel een taalproductie- als een taalbegripsstoornis
,Er is geen overeenkomst over de gradaties van ernst bij TOS, de classificaties hierover
verschillen onderling. Dit betreft alleen classificatie door middel van taaltestscores. De vraag
is echter of dat voldoende is, het is namelijk ook belangrijk om te kijken naar de invloed van
TOS op het leven van het kind.
1.3
De prevalentiecijfers van kinderen met TOS lopen sterk uiteen, dit komt door het afnemen
en testen op verschillende methodes. Het vaakst geciteerde cijfer is 7% bij vijfjarigen. TOS
komt vaker voor bij jongens dan meisjes, in de klinische praktijk is dit 3:1. In Nederland is er
niet bekend hoeveel nieuwe gevallen van TOS er jaarlijks geconstateerd of vastgesteld
worden.
1.4
Het is lastig om TOS al op heel jonge leeftijd vast te stellen, dit komt door de brede spreiding
bij jonge kinderen wanneer zij de verschillende mijlpalen in taalverwerving bereiken. Omdat
sommige kinderen met TOS binnen een gestelde leeftijd de mijlpaal halen, is het beter om te
kijken naar een combinatie van verschillende mijlpalen, om de sensitiviteit te vergroten.
Bij een deel van de late talkers (kinderen onder de twee jaar die laat zijn met hun eerste
woordje of de eerste tweewoorduitingen) blijft een substantieel deel taalproblemen
houden. Het verschilt erg hoeveel kinderen herstellen, soms herstellen kinderen op een
bepaalde leeftijd en op latere leeftijd ervaren zij op een taalgebied, bijvoorbeeld op
leesvaardigheid toch weer problemen.
Kennis van risicofactoren kan helpen bij het vroeg herkennen van TOS, echter blijkt dat
alleen de voorspellende bijdrage van geslacht en familiaal voorkomen van TOS op de
taalvaardigheid voorspellende waardes zijn. Het toevoegen van de beoordeling op vroege
taalvaardigheid maakte het model van risicofactoren sterker. Hieruit is het wel moeilijk om
te voorspellen welke late talkers blijvende TOS zullen hebben.
Met de onderstaande risicofactoren is de kans op blijvende TOS groter:
- Leeftijd ouder dan vier jaar de kans wordt groter naarmate kinderen ouder
worden
- Mannelijk geslacht
- Familiegeschiedenis met TOS en/of dyslexie
- Zwakke nonsenswoordenrepetitie van ouder. Woorden die niet bestaan, als test
auditief geheugen
- Zwak taalbegrip (naast zwakke taalproductie)
- Achterstand in verschillende taalaspecten
- Ernstige taalachterstand
In het algemeen geldt: hoe ernstiger de stoornis en hoe meer gebieden zijn aangedaan, hoe
ongunstiger de prognose (=vermoedelijk verloop). Bij een vermoeden van TOS kunnen de
risico factoren helpen om de prognose en de indicatie voor behandeling in te schatten.
Kinderen met een stoornis in taalbegrip en taalproductie hebben een grotere kans op
persisterende (=blijvende) TOS. Dit geldt ook voor kinderen met expressieve problemen in
alle taalaspecten (fonologie, taalvorm en taalinhoud).
, 1.5
TOS heeft grote negatieve gevolgen voor het sociaal, emotioneel en cognitief functioneren
van kinderen. In de vroege ontwikkeling kan TOS leiden tot een verstoorde interactie tussen
ouder en kind. Tenminste 50% van de kinderen met TOS heeft ernstige lees- en
spellingsproblemen. Daarnaast hebben kinderen met TOS vaak moeite met het begrijpen
van tekstendoor een beperkte woordenschat en zwak begrip van complexe zinnen. Dit
maakt meekomen op school lastig omdat ons schoolsysteem erg gericht is op verbaal en
schriftelijk leren. Het initiëren en onderhouden van vriendschappen en relaties kost vaak
veel moeite. Zij worden vaker gepest en hebben meer last van faalangst. TOS heeft grote
impact op de kwaliteit van leven, dit is zowel in de kindertijd als later in het leven. TOS lijdt
tot grote beperkingen voor de maatschappelijke participatie.
2.1
In de vroege taalontwikkeling is het lastig om een onderscheid te maken in een verstoorde
taalontwikkeling. Toch zijn er wel bepaalde kenmerken van TOS te herkennen op vroege
leeftijd, of die kunnen duiden op het mogelijke ontstaan van TOS. Redenen om kinderen al
vroeg (jonger dan vier jaar) te onderzoeken kunnen zijn:
- Problemen in de taalontwikkeling kunnen het gevolg zijn van een ander, nog niet
onderkent probleem op een ander ontwikkelingsgebied (motorisch, cognitief,
communicatie) zoals bijvoorbeeld autisme.
- Problemen in de taalontwikkeling kunnen ook leiden tot andere problemen zoals
gedragsproblemen of sociaal-emotionele problemen.
- Het tijdig onderzoeken van problemen kan helpen in de schoolkeuze of juiste
behandeling.
2.1.1
Pragmatiek
Vanaf baby af aan kunnen contactproblemen zoals oogcontact, sociale glimlach en
blikrichting met de ouders al duiden op TOS. Dit komt omdat de verschillende taaldomeinen
zo sterk samenhangen. Als een baby aan het eind van hun eerste levensjaar nog niet
duidelijk kunnen maken wat zij willen, door gebruik van communicatieve intenties of pre-
verbaal beurtnemen, is er reden tot zorg.
Taalvorm: receptief en productief
Vocaal spel duidt dat baby’s steeds meer begrijpen hoe communicatie werkt en ook het
communicatieaanbod uit hun omgeving beter begrijpen. Vocaal spel laat de ontwikkeling
naar gerichte aandacht voor taal en spraak zien, waarbij ook zelf geluiden worden gemaakt
om te reageren op de ander. Aandacht voor gesproken taal is een belangrijke voorwaarde
voor een goede taalontwikkeling. Als er aan het einde van het eerste levensjaar nog niet
gereageerd wordt op gesproken taal kan dat reden zijn tot zorg. Hierbij kan gedacht worden
aan de gehoorfunctie of naar autisiform (=het niet gericht zijn op de gesprekspartner en niet
open lijken te staan voor taal).
Als baby’s aan het eind van het eerste levensjaar geen natuurlijke gebaren gebruiken
(wijzen, spartelen, wegduwen), niet brabbelen (of weinig gevarieerd brabbelen) en geen
protowoorden zeggen is dat zorgelijk en een reden om nader onderzoek te doen en de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Logopediestudente. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.46. You're not tied to anything after your purchase.