100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Geschiedenis van het privaatrecht 18/20 eerste zit! Prof Tammo Wallinga $11.19   Add to cart

Summary

Samenvatting Geschiedenis van het privaatrecht 18/20 eerste zit! Prof Tammo Wallinga

 28 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting van het vak 'Geschiedenis van het privaatrecht', 1ste bachelor rechten semester 2. Het is een samenvatting met uitgebreide lesnotities en meestal ook de letterlijke woorden en voorbeelden van de prof zelf, powerpoint notities en hier en daar aanvulling van het boek 'De erfen...

[Show more]

Preview 6 out of 130  pages

  • July 4, 2024
  • 130
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Geschiedenis van het privaatrecht
Inleiding
EXAMEN:
- Mondeling examen
- Blauw = mogelijke examenvragen
- Zie apart document met bijhorende vragen voor elk H en teksten in voetnoot (dun boek)
- Zie examenfiches!


Waarom bestuderen we rechtsgeschiedenis?
1. Vanwege feit dat we norm van het verleden toepassen op casus van heden
2. Universitaire rechtenopleiding (inzicht in samenhang tussen sociale,
wetenschappelijke en juridische verschijnselen, wrm werkt het recht zo en niet
anders?)
3. Kan leren uit verleden

Waarom bestuderen we het Romeins recht?
1. Romeins recht grote invloed continentaal-Europa (12de – 20ste E)
2. Verwetenschappelijking v/h recht door bestudering Romeinse bronnen (er wordt
dieper over nagedacht)

Verschillen tussen het Romeinse recht en het hedendaagse privaatrecht
1. Het Romeinse privaatrecht omvat veel meer dan huidige privaatrecht bv delictenrecht
(= regels die bepalen hoe  schadevergoeding betalen voor onrechtmatige daden)
2. Romeins recht: procesrecht staat voor materiële recht ubi remedium, ibi ius (waar
een rechtsmiddel is, daar is ook een recht)
3. Romeins recht vertrekt vanuit concrete casus  wij van de regel/beginsel
4. Romeinse staat was nog geen rechtsstaat (pas bij de verlichting  staat gebonden
door regels)
5. Rechtsbronnen hebben andere hiërarchie (toen: juridische oersoep/geen duidelijke
hiërarchie)

Studie van het Romeinse recht is in twee opzichten nodig en nuttig, ook voor nu:
1. Vanwege de mogelijkheid tot het vergelijken van rechtsregels en rechtsstelsels
(rechtsvergelijking: hierdoor inzicht in overeenkomsten/verschillen tss versch.
juridische systemen)
2. Vanwege het streven naar eenvormig (privaat)recht in de EU:

OPGELET: VOOR EXAMEN MOET JE GEEN LATIJN KENNEN, HET IS GEEN CUSUS LATIJN!!

,Deel 1. Schets van het Romeinse vermogensrecht

Hoofdstuk 1: Het Corpus Iuris Civilis

1. Een wettekst uit de oudheid herontdekt
De herontdekking v/h Romeins recht van OR keizer Justinianus eind 11de E te Bologna 
vormde fundament voor de ME en latere rechtswetenschap.

Het heeft invloed gehad op:
- Gemeenschappelijke rechtscultuur van EUR
- Vormt basis privaatrecht
- Grote betekenis voor recht en smlv in W-EUR

De wetgeving van Justinianus (Romeins recht) bestond uit verschillende delen:
- Instituten: leerboek
- Digesten: eerste casuïstisch materiaal
- Codex: tweede casuïstisch materiaal

Deze onderdelen werden door aantal juristen aangeduid als ‘het geheel v/h recht’ = Corpus
Iuris  later ‘het geheel v/h burgerlijk recht’ = Corpus Iuris Civilis (dit werd dus gebruikt om
te verwijzen naar de Justiniaanse wetgeving)  ‘+ burgerlijk recht’ om aan te duiden dat het
gaat om wereldlijke Romeinse recht.

Opgelet: niet verwarren met Corpus Iuris Canonici: een complicatie van teksten v/h canoniek
recht (recht v/d kerk), deze werd ook onderwezen in het rechtenonderwijs in de ME.

Het Corpus Iuris  wordt vergeleken met Janus (Romeinse God van de tijd), Janus 
afgebeeld met 2 gezichten, ene kijkt naar verleden en andere naar toekomst, Corpus Iuris
Civilis, de tekst is tot stand gekomen in 6de E n.C. maar draagt sporen van een lange
rechtsontwikkeling van de Wet van 12 tafelen 451 v.C. (verleden) tot aan dagen Justinianus
zelf. Corpus Iuris verwijst ook naar het einde van het ‘1ste leven’ van het Romeinse recht (een
periode van duizend jaar) maar verwijst tegelijkertijd naar het 2 de leven v/h Romeinse recht
 vanaf 11de E tot de codificaties (wetboeken) 19de E was Corpus Iuris de basistekst voor
juridisch onderwijs.
Hierbij waren er 3 periodes van wetenschappelijke interesse:

1) De glossatoren (12de-13de E)  zij lazen de boeken, (glossen: verklarende
kanttekeningen), teksten toelichten
2) Commentatoren/postglossatoren (14de-15de E)  dit was een eerste stap richting een
praktische toepassing v/h recht, dit markeerde het begin v/d tijdperk v/d receptie
(Corpus Iuris Civilis naar Italië  Sanctio Pragmatica (wet die 1 ding regelt) pro petitione Vigilii (op
verzoek van bisschop van Rome, Vigilius) overdracht van Oost (Constantinopel) naar West), Romeins
recht drong door in de rechtspraktijk en vermengde zich met het geldende inheemse
recht
3) In Bologna (rond 12de E)  1ste universiteit, er was opbloei handel & cultuur 
behoefte aan juridische kennis  rechtenopleiding a.d.h.v. CJC  doorheen EUR
universiteiten volgen

, 2. Geen moderne systematiek

Het Corpus Iuris is anders opgebouwd dan onze hedendaagse wetboeken  het bevat geen
teksten die zijn ontworpen door de wetgever (Justinianus) maar het is een verzameling en
bewerking van reeds bestaande materiaal. Bovendien  andere ordening: materiaal is te
vinden in 3 afzonderlijke boeken (en dus niet bijeengebracht in 1 wetboek), met elk eigen
karakter:
- Instituten: leerboek gebaseerd op een ouder leerboek  descriptief,
beschrijving v/h recht in algemene bewoordingen
- Digesten: bevatten fragmenten uit juristengeschriften  vaak casuïstisch,
grotendeels adviezen die juristen hebben gegeven voor concreet probleem
- Codex: bevat selectie keizerlijke beslissingen = constituties  vaak casuïstisch,
hier zijn de Romeinse keizers aan het woord  nemen vaak beslissing voor
concreet geval

De ordening:
- De ordening v/d stof binnen de boeken = niet vergelijkbaar met moderne
publicaties
- Opgebouwd uit titels, ieder met eigen opschrift (dus waar gaat titel over?) 
Bevatten teksten betreffende dat onderwerp

Om antwoord op rechtsvraag te vinden  moet men zoeken in alle delen die samen het
Corpus Iuris vormen.
- Enkel kijken naar titels is onvoldoende, zeker bij Digesten en Codex
- Van groot belang om verbanden te leggen tussen verschillende teksten (en
dus teksten van elders uit Corpus Iuris erbij te halen) door allegaties (=
vindplaats waarnaar verwezen wordt)

3. Voorgeschiedenis (Romeinse geschiedenis, chronologie)

Het Corpus Iuris bestond niet uit teksten die wetgever zelf had ontworpen, het was een
selectie, herschikking & bewerking van ouder bestaand materiaal.

(1) Koningstijd 753/ 650 v.Chr. – 509 v.Chr.
Rome is gesticht in 753 v.C., Rome is begonnen als kleine agrarische nederzetting, maar
wisten in loop van E  de heerschappij te verkrijgen over geheel Italië, alsook over
kustgebieden rond Middellandse Zee. Hoogtepunt expansie  130: toen zelfs grote delen VK
tot RR behoorden (ook BE en NL maakten hier deel uit). Er was absoluut koningschap: de
koning had een imperium en oefende dus tegelijk 3 verschillende machten uit, maar nadat in
509 v.C. de vorst werd verdreven evolueerde Rome  republiek.

(2) Republiek 509 – 27 v.Chr.
- In vroege republiek  bevolking verdeeld in 2 klasse:
o Patriciërs: hoge stand
o Plebejers: lage stand
- Ipv koning  2 magistraten/consuls

, o Collegialiteit: altijd 2 consuls  moesten het imperium delen in W&O
 ene verantwoordelijk vr ene deel, en de andere vr andere deel 
samenwerken, stel 1 consul sterft  andere neemt zijn taken over
o Annuïteit: 1 jaar in functie
- Sinds 367 v.C.: praetor = de magistraat die aan de burgers rechtsingang
verleent  specifiek bezighouden met deur openen voor burgers om te
kunnen procederen (beschikt  lijst met gevallen waarin proces mogelijk is)

3.1. Wettenrecht en praetorisch recht1

Door het feit dat de Romeins recht zo gelaagd was  groeide het recht uit tot 2
rechtsmassa’s:
- IUS CIVILE (wettenrecht)
o Hiertoe behoorden allereerst de wetten: besluiten v/d
volksvergadering op voorstel v/d magistraat
o Oudste Romeinse wet: de Wet van de XII Tafelen
o Tot het ius civile behoorden ook  de aanvullingen op de wetten
vanuit:
 Gewoonten
 Besluiten v/d senaat (belangrijk politiek college)
 Plebiscieten (besluiten v/d volksvergadering der plebejers)
 Edicten v/d magistraat, vooral de praetor  regels opgesteld
waarin staat wanneer burgers naar de rechter kunnen gaan
 Juristenrecht  Romeinse juristen schreven over de
rechtszaken die zij in de praktijk behandelden
- IUS HONORARIUM (praetorisch recht)
o = het recht dat door de magistraten werd gevormd, met doel het ius
civile ondersteunen, corrigeren en aanvullen
o Belangrijkste bron: het edict van de praetor (vandaar ook wel 
praetorisch recht)
 De praetor kondigde in het edict welke rechtsmiddelen hij zou
verlenen tijdens zijn eenjarige ambtstermijn en dus zo ook
nieuwe rechtsmiddelen creëren

- Republiek  toenemend belang v/d juristen steeg
o Cavere: opstellen van juridische documenten
o Respondere: geven van juridisch advies
o Agere: geven van procesbijstand voor de praetor

3.2. Het recht van de staat Rome, van de natuur en van de volkeren

Het ius civile kan in het Corpus Iuris ook andere betekenis hebben dan zojuist gezien
(wettenrecht)  ius civile als ‘het eigen recht van de staat Rome’.




1
Zie tekst I-1

, In die betekenis staat het niet  praetorisch recht, maar  natuurrecht en  het recht
v/d volkeren, het Corpus Iuris gebruikt een driedeling tss het recht v/d staat, natuur en
volkeren:
- Ius naturale of natuurlijk recht = hetgeen de natuur aan alle levende wezens,
incl. de wilde beesten, heeft geleerd
- Ius gentium of rechter der volkeren = het recht dat alle volkeren, het
volledige mensengeslacht, toepassen
- Ius civile = recht dat alleen de mensen die tot 1 volk/staat behoren onderling
toepassen

Ius civile (wettenrecht)  Ius honorarium (van de praetor)

Ius civile (door één volk)  Ius naturale (recht dat in de hele natuur geldt)
 Ius gentium (recht dat alle volkeren toepassen)

3.3. Het Eeuwige Edict

(3) Principaat (27 v.Chr. – 284 n.Chr.)
Aan het begin v/d jaartelling veranderde Rome van republiek in keizerrijk. Startte met de
eerste Romeinse keizer: Augustus. Het is alsof de republiek nog bestaat (schijnrepubliek:
want de magistraturen v/d republiek blijven bestaan dus het is principaat, macht
geconcentreerd bij keizer maar bepaalde republikeinse structuren behouden). Keizer 
bemoeien met recht.

Keizer Hadrianus maakte het praetorisch edict onveranderlijk  dus nu is het niet meer zo
dat de praetor moet beslissen welke rechtsmiddelen er zijn  einde van rechtscheppende
activiteit doordat praetoren geen nieuwe rechtsmiddelen konden creëren  adhv Eeuwige
Edict: recht staat vast!

Er komt nu ook keizerlijke wetgeving in de vorm van constitutiones, dit noemde men leges,
deze bestonden in verschillende types:
- Rescripta: geschriften van keizerlijke kanselarij met advies/instructie bestemd
voor een concreet geval
- Decreta: rechterlijke uitspraken van de keizer
- Mandeta: keizerlijke ambtsinstructies
- Edicten: (want de keizer was ook magistraat) algemeen bindende
voorschriften

Soorten uitvaardigingen van wetten  principaat: Rechtsbronnen
- Wetten (tot ±96 n.C.)
- Edicten: je zou denken elk jaar nieuwe consuls  nieuwe edicten?  Nee
want Hadrianus (Eeuwige Edict)
- Senaatbesluiten worden belangrijker
- Juristenrecht: door verlening van het ius publicere spondendi (recht om in het
openbaar namens de keizer juridisch advies te geven) wordt de
zelfstandigheid van de juristen subtiel beperkt

, Juristen
- ± 160 n.Chr.: Gaius schrijft de Instituten (Institutiones) als systematisch
leerboek
- 3de E: Papinianus, Ulpianus, Paulus (hofjuristen)
o Hun werken vormen een groot deel van de tekst van de Digesten
o Beantwoorden vragen van burgers aan keizer
- Sabinus / Cassius / Proculus / Labeo (belangrijke juristen)
o Sabinianen  proculianen (2 scholen tegenover elkaar)


3.4. Bestuurshervormingen

(4) Dominaat 284 n.Chr. – 476/ 565
Door problemen met keizerlijke opvolging zwakte Rome af  Keizer Diocletianus (was de
eerste keizer tijdens dominaat) maakte hier einde aan  voerde een bestuurlijke hervorming
door  rijk onderverdeeld in viertal perfecturen  stonden onder gezag van praetorisch
perfect (bestuur zo effectiever).

Er was sprake van een tetrarchie: 2 augusti en daaronder 2 caesares, die augusti opvolgt
indien deze sterft.

In 4de E  RR opgedeeld in W&O, deze tweedeling definitief karakter na dood keizer
Constantijn
- Hoofdstad W  aanvankelijk Rome dan  Ravenna
- Hoofdstad O  Constantinopel

4. Justinianus en zijn tijd

Einde 5de E: WRR wordt binnengevallen en bezet door allerlei Germaanse volkeren.
Justinianus (eigenlijk enkel keizer van ORR) beschouwde zich als keizer van gehele rijk en
probeerde W deel terug te heroveren en had ideaal om eenheid van Rome in verschillende
opzichten te herstellen (dus 1 godsdienst, 1 codificatie v/h recht, 1 rijk, …).

Bij Edict van Milaan2 (313): christendom toegestaan als godsdienst, iets later werd
christendom de voorgeschreven godsdienst voor het gehele rijk door het edict Cuntos
populos3 (380) door OR keizer Theodosius I.
Het was Justinianus gelukt om deel WR rijk heroveren maar 1 godsdienst in gehele rijk? 
Niet behaald want werd tegengewerkt door zijn echtgenote Theodora, zij behoorden tot de
monofysieten (tegen christelijke twee-naturenleer, dus dat Jezus zowel mens als God was, zij
geloofden Jezus  enkel goddelijke natuur).

5. Het streven naar een samenvattende wetgeving

Bij 1 rijk en 1 godsdienst hoorde 1 recht.


2
Zie tekst I-2
3
Zie tekst I-3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Razzz. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.19. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

81311 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.19  2x  sold
  • (0)
  Add to cart