Samenvatting Psychodiagnostiek kinderen en adolescenten (geslaagd eerste zit)
43 keer bekeken 0 keer verkocht
Vak
Psychodiagnostiek kinderen en adolescenten
Instelling
Vrije Universiteit Brussel (VUB)
Boek
Diagnostiek van kind, opvoeding en gezin met MyLab NL toegangscode
Deze samenvatting bevat alle info die je nodig hebt voor het examen en taak! Het is gebaseerd op het boek 'Diagnostiek van kind, opvoeding en gezin' geschreven door Smadar Celestin en Leon-Patrice Celestinen + alle hoorcolleges. Ik heb persoonlijk alle hoofdstukken uit het boek samengevat, alle hoo...
Samenvatting PDKA
Prof. Smadar Westreich
2023 – 2024
, Inleiding, denk- en werkkader
Vooraf : gewijs
• Slides is de beknopte info. Slides is enkel
samenvatting van leerstof
• Wat er in de les gezegd wordt zijn de accenten
van de lessen. Wat er op de voorgrond staat
• Handboek is nodig als invulling
• MyLab training bij practicum portfolio. Alles
wat met portfolio te maken heeft gaan we
doorlopen met de assistenten.
Wat biedt het handboek? Onderbouwde diagnostiek met de FACE-aanpak
• Bedoeling = houvast om onderbouwde diagnostiek te kunnen doen. Onderbouwd omdat het
de kwaliteitseisen zijn vandaag de dag. Er wordt
verwacht dat je kunt verantwoorden wat je doet
voor elke stap:
o Kunnen aangeven waarom je bepaalde
gesprekken houdt met het kind
o Waarom een bepaalde test gebruiken
• Dat je goed en transparant kunt argumenteren
waarom je bepaalde adviezen geeft en hoe je op
deze bent gekomen
• Al die verwachtingen zijn belangrijk voor ons
beroep, maar ons brein werkt niet zo. In
alledaagse leven werkt ons brein spontaan zonder
vaste regels en vrij spontaan.
Twee belangrijke zaken:
• Dus spanningsveld tussen wat er ons verwacht wordt en hoe ons brein functioneert
• Verder ook: verwachting is ook dat we evidence based werken.
2
,Wat omvat het boek? Vierdelig keuzemenu + MyLab
FACE staat voor het Faciliteren van de Afstemming van Cognitie en
Emotie
Face-aanpak = een stappenplan met tools om de wetenschappelijke
kwaliteitseisen van de diagnostiek van aanmelding tot besluit te
monitoren. FACE maakt een onderscheid tussen micro en macroniveau:
- Macro= evidence-based denkkader over het kind, opvoeding, en
gezin samenhangen
- Micro = manier waarop je brein informatie verwerkt om ieders dynamiek van
denken, voelen en handelen te begrijpen.
Hoe gebruik je het boek? Vier lees/leermodules
De diagnostiek training heeft tot doel om met
oefeningen te begeleiden in het doorlopen van het
proces van een diagnosticus.
Accent is op welke oefeningen die we op gaan werken
in de lessen
Hoe gebruik je het boek? Digitale diagnostiektraining!
Hoe gebruik je dit boek? Handvatten met de FACE-too
3
,HOC 1: Inleiding, denk en werkkader
Hoofdstuk 1: Wat is kinddiagnostiek en wat maakt haar uniek?
1.1 Wat roept diagnostiek intuïtief op?
• Diagnostiek: gaat breed over professioneel oordelen (vakkundig en doelgericht).
o De aanvraag focust vaak op het kind dat niet altijd bewust een probleem ervaart. Het gezin is
niet altijd bereid om te laten onderzoeken hoe het mogelijk tot de problemen bijdraagt of eraan
kan werken.
o Andere betrokkenen, zoals verwijzers en de school, hebben elk hun kijk op de situatie.
o Zelf moet je veel info en bronnen wegen.
• Tegelijk omvat de diagnostiek interacties van mens tot mens
o Persoonlijke indrukken en gevoelens zijn er dus zeker bij betrokken. Diagnostiek activeert
automatisch het eigen denken en voelen, en dat van het cliëntsysteem.
• Transparant oordelen door direct je eigen denken en voelen bij diagnostiek met kinderen en hun
omgeving te verkennen, nog vóór je in dit traject verdergaat.
• Diagnostiek roept ook bij het kind en gezin automatisch gedachten en gevoelens op. Alleen al de
melding van diagnostiek zorgt voor een reactie, laat staan het horen van een diagnose. Kinderen zijn
per definitie kwetsbaar.
• Kinddiagnostiek vergt dat je haar relationele dimensie extra moet verzorgen, want er zijn
verschillende betrokkenen met ieder hun eigen denk- en voelwijzen.
o Je moet je kunnen verplaatsen in de beleving van het kind en de ouders/ opvoeders=>
beïnvloedt hoe het gezin zich tot je verhoudt, welke info het vrijgeeft en hoe.
• KORTOM: diagnostiek omvat:
o Handelingen om vakkundige en doelgerichte oordelen te bieden voor het kind en zijn omgeving
o Cognitieve uitdagingen voor je brein door de veelheid aan info en bronnen
o Emotionele uitdagingen door de activering van je eigen gevoelens en ide van het kind en gezin.
1.2 Diagnostiek bij het kind? Oordelen in contex!
Diagnostiek voor kinderen heeft implicaties:
1. Eerste uitdaging is hoe de aanmelding verkoopt. Kind meldt zich zelden zelf aan en toch is het
kind Meestal de focus van de aanmelding = kinddiagnostische paradox. Je moet het kind
onderzoeken, terwijl hij dat niet vraagt.
2. Kind is als minderjarige afhankelijk van de ouders en de behandelaar. Afhankelijkheidspositie
dwingt het kind tot deelname. Hierdoor heb je telkens meerdere informanten in de
kinddiagnostiek .
3. Ontwikkelingsniveau is de derde uitdagingspunt. Een kind is nog in volle ontwikkeling =
implicaties
o We hebben dus uitdagingen om te beslissen of er een probleem wel is. Daarom is
onderbouwing en argumentatie zeer belangrijk bij diagnostiek
o Verder kunnen er zaken zeer vrij veranderen door die ontwikkeling. Aspecten van
functioneren kan relatief snel evolueren. We moeten letten op onze oordelen en
uitspraken zeer tijdsgebonden zijn. Wat we nu vaststellen in de diagnostiek zou in de
komende maanden misschien niet meer gelden. Alles is veranderlijk in de
ontwikkeling.
4
, 4. Ontwikkeling bevat variabiliteit. Variabiliteit intra en interindividueel.
o Ongelijkmatige groei van het kind → Vraag: In welke mate zijn de aangemelde
kindsignalen zorgwekkend ?
o Interindividueel: zelf in de basis van ontwikkeling zijn er verschillen tussen mensen, er
is geen vaste ontwikkeling. Sommige kinderen nemen meer tijd voor stappen dan
anderen bijvoorbeeld. We moeten dus nadenken welke signaal we gaan gebruiken om
te weten wanneer er een ontwikkelingsprobleem is of niet, en wat dit probleem
betekend en hoe die behandeld kan worden.
o Verder is een ontwikkeling binnen het kind ook niet homogeen. Bijvoorbeeld een kind
kan sneller zijn in de cognitieve ontwikkeling, maar minder in motoriek en zo voort.
We moeten niet verwachten dat alle functies en aspecten van het kind hetzelfde
chronologische traject heeft
➔ Diagnostiek gaat gepaard met veel vaardigheden van cognitie en gepaard met gevoelens van het
gezin en van ons zelf.
➔ Diagnostiek omvat handelingen om vakkundige en doelgerichte oordelen te bieden voor het kind
en zijn omgeving. Dit houdt cognitieve uitdagingen in voor je brein door de veelheid aan informatie
en bronnen. Het omvat ook emotionele uitdagingen door de activering van je eigen gevoelens en die
van het kind en het gezin.
➔ Diagnostiek bij kinderen is uniek door hun ontwikkelingskenmerken en afhankelijkheidspositie in
het gezin en in de maatschappij. Verschillende informaten verdienen hierdoor altijd aandacht in de
diagnostiek met het kind en dit vereist geschikte technieken van informatieverzameling en
verwerking.
1.3 Diagnostiek kind in context is...
• Je handelt vakkundig met kind en gezin als je aantoonbaar weet wat je doet, waarom en hoe. Meteen
interveniëren of behandelen lijkt soms efficiënter in termen van tijd of middelen. Deze schijnbaar
eenvoudige keuze verdient overdenking.
• Voorbeelden: kijk kaders
Luna:
De ouders van 5-jarige Luna omschrijven haar als een ‘moeilijk kind’. De opvoeding gaat stroef vanaf het
begin. Luna huilt of wordt boos telkens als er iets nieuws gebeurt, speelt niet echt samen met andere
kinderen, wil altijd maar hetzelfde doen, lacht niet om grapjes, en klampt zich vast aan moeder wanneer ze
ergens heen moet. De aanpassingen die dit vraagt van het gezin, hebben ook een impact op broer en zus.
Ook op school vindt dat het meisje zich ‘apart’ gedraagt. Men wilt weten wat er aan de hand is met Luna.
Hier is diagnostiek aan de orde om de situatie duidelijker te maken. Zorgen over school + thuis=> info nodig
over beide situaties.
5
,Bram:
Bram wordt aangemeld voor gedragsproblemen. Hij kreeg net een laatste berisping van de school. Eén
overtreding meer en Bram riskeert schorsing. De ouders van Bram weten geen raad meer nmet hun zoon,
zij vragen om een oplossing.
Is diagnostiek raadzaam bij Bram? Voor hulpverlener Toon lijkt een interventie dringend om verdere
escalatie te vermijden. Hij wil geen strijd verliezen met de diagnostiek. Toch bevat Toons interventie een
reeks veronderstellingen.
Toons handelinsplan focust op het versterken van positief gedrag bij Bram. De hulpverlener meent zo
impliciet dat de gezinssituatie (1) of die van school (2) de problemen van Bram NIET veroorzaken. Hij
neemt aanmelding aan volgens input ouders (3) en school (4). Hij verwacht dat allen eensgezind zijn over
de jongen (5). De hv oordeelt dan dat Bram besef heeft van welk gedrag problemen geeft (6), dat hij weet
hoe hij zich anders moet gedragen (7) en dat hij planmatig naar een doel kan toewerken (8). Met
tokenplan veronderstelt Toon dat concrete bekrachtiging volstaat om het gedrag van de jongen te
veranderen en dat de gekozen beloningen hem motiveren (9). Toon verwacht dat de betrokkene
volwassenen de afspraken consequent naleven (10). DUS: Toon oordeelt veel over kind en situatie, en
handelt hiernaar. Hij doet dit vooral impliciet en onbewust.
• Impliciete oordelen van Toon? Er wort niet geluisterd naar Bram, geen focus op het
probleem.
1) Ouderlijk gedrag of opvoedingssituatie is niet oorzakelijk/ bepalend voor
problematiek
2) Gezinssituatie is niet oorzakelijk/ bepalend voor problemen. Je kan dit niet
zomaar bepalen, er kon sprake zijn van verwaarlozing, modeling…
3) Schoolse milieu niet oorzakelijk of bepalend. => hij zou gepest kunnen
worden of moeilijkheden met volgen (IQ problemen leiden tot
gedragsproblemen). Zijn er vorige aanmeldingen geweest, kijken naar de
historiek. Misschien geen goede afstemming tss de persoonlijkheid van de
leerkracht en Brem of de aanpak van de leerkracht en Bram.
4) Aanmeldingsklachten door ouders = effectief probleem. => knelpunt hier is
dat Toon een gesprek heeft gevoerd met de ouders en niet Bram, via de
ouders contact met de school en zo zijn ze in samenspraak tot een oplossing
gekomen. Je hebt niet 1 partij, maar meerdere partijen vanaf de start. Je
moet rekening houden met de samenstelling van het gezin (versch partners,
leefomgevingen). Als hulpverlener moet je dit uitklaren en evalueren wat de
plaats en het gewicht is van de ouders (kan 1 of meerdere personen zijn).
Ouders zijn individuen met eigen zienswijzen, ervaringen,
opvoedingsmethoden, problemen etc. daar moet je allemaal zicht op krijgen.
Je moet het kind aan het woord laten, hoe staat het kind hierover aangezien
je voornamelijk met het kind gaat werken.
5) Idem schoolteam (via ouders)
6) Bram kan planmatig naar doel toewerken => niet in staat om emoties te
reguleren, ADHD ( = het kind heeft niet de maturiteit van het brein met de
chronologische leeftijd om planmatig naar een doel toe te werken). Hiernaast
kan een verwaarlozingsituatie voor een onder stimulatie zorgen en een
gebrekkige ontwikkeling omtrent tijdsperspectief en planmatig te werken.
6
, 7) Allen hebben consistent beeld van wat wel/ niet van Bram verwacht wordt.
=> iedereen moet de verwachtingen kennen en wanneer er problemen zich
plaatsvinden. Over wel gedrag het gaat, wanneer moeten er opmerkingen
gegeven worden.
8) Bram is zich bewust welk gedrag problematisch is. => Bram moet begrijpen
en inzicht hebbe welk gedrag problematisch is, en onaanvaardbaar. Vaak
weten kinderen niet wat ze juist niet moeten doen.
9) Bram weet hoe zich anders te gedragen (alternatiefgedragsrepertoire) en
kan dit repertoire toepassen. => alleen al op cognitief vlak zijn er versch
stappen in het executief functioneren waar we inzicht over moeten hebben.
In termen van onderliggend functioneren in het brein (transcategorische
zaken). Inzicht hebben in het gedrag, gevoelens, denken etc.
10) Allen (ouders, leerkracht, directie) gaan consistent handelen als Bram
afspraak naleeft.
• Beroepseisen: weten wat je doet, waarom en HOE!
o Er is duidelijk veel geoordeeld door Toon. Er mist transparantie en
toetsbaarheid. We zouden kunnen zeggen dat het vakkunidg wel klopt want
inhoudelijk was het correct maar het was niet transparant.
o Heeft Toon aan diagnostiek gedaan? Toon heeft oordelen gemaakt die
impliciet waren. Hij heeft gehandeld naar ideeën die hij zelf had over het kind
en het gezin
• Deze voorbeelden tonen dat WAT je onder diagnostiek verstaat, belangrijk is om te weten HOE je
moet handelen.
1.3.1 Wat is diagnostiek? Van intuïtie naar werkdefinitie
• Ruime werkdefinitie: Diagnostiek is vakkundige oordeelsvorming
o Vakkundig: je gebruikt de kennis en vaardigheden waarin je bent opgeleid
o Een vakkundig oordeel gaat uit van vakkennis en heeft een afgebakend professioneel doel.
▪ Bv: je moet kennis hebben van de typische ontwikkeling, en van opvoedings- en
gezinsfunctioneren om het gezin professioneel te begeleiden.
▪ Je moet weten hoe je de klachten en krachten van het cliëntsysteem kan beschrijven en
beoordelen.
o Volgens de definitie:
▪ Doe je in feite ALTIJD aan diagnostiek zodra je professioneel oordeelt over het kind en
zijn omgeving, ongeacht waar en met welke doelgroep je werkt
▪ Het stuurt aan WAAROM je diagnosticeert
▪ Ookal gebruik je vakkennis, je oordelen worden pas vakkundig als je ze doelgericht
binnen je werkkader inzet.
o Diagnose:
▪ Dia=> ‘apart, onderscheid’=> beschrijven
▪ Gignoskoo/ gnosis=> ’leren, kennen’=> begrijpen
▪ Diagnosticeren om te onderkennen of beschrijven, en om te verklaren of begrijpen=> je
wil een situatie herkennen en benoemen, en de aard of oorzaken ervan begrijpen.
Beschrijven en verklaren zijn twee verschillende stappen die je uit elkaar moet trekken.
Dit moet vanuit vakkennis gebeuren.
▪ Wat is het doel van diagnostiek? De eerste stap is beschrijvend, weten wat er aan de
7
, hand is. Het is de combinatie van eerst beschrijven en dan verklaren. Het verondersteld
ook weging, het aangemelde gedrag wordt het door iedereen op dezelfde manier
ervaren bij Bram. Ons vakkundig oordeel erover kunnen geven, dat er een klinisch sig
probleem is. Je verglijkt het met de meerderheid (nomotethische benadering) of
focussen op de individuele context van het kind (wat werkt en wat werkt er niet voor het
kind?). Dan gaan we als professional kunnen aangeven of er reden is om iets te doen.
Aanmelding =/ probleem. Rekening houden met de vragen van de client, aanvraag en
deze aftoetsen aan ons kenniskader en terugkoppelen aan de client en samen kijken of
er iets moet gebeueren en zo ja wat = diagnostiek.
▪ Voorbeeld: is het gedrag van Bram problematisch, het is niet omdat de ouders dit
aangeven dat het effectief het geval is. We moeten dus eerst beschrijven om dan te
kunnen verklaren.
o WAT: vanuit vakkennis over kind EN CONTEXT (het gaat dus om de jeugdigen en
hun context)
o WAAROM: met welomschreven, professioneel doel > We werken met een
professioneel doel. Wanneer je gesprekken houdt met het kind en ouders moet
je in je hoofd houden waarom je observeert. Je gaat bij een gesprek niet zomaar
doorvragen, maar doorvragen om specifieke vragen af te toetsen.
o HOE: professionele kwaliteitseisen = transparant, toetsbaar, reproduceerbaar
oordelen => de hele uitdaging is dat het gaat om informatieverzameling en
verwerking. Het meest expliciete in de diagnostiek is je testonderzoek. En hier
heb je ook observatie nodig, je interpretatie bij een IQ onderzoek is anders bij
een kind die slecht meedoet en slecht scoort vs een kind die zijn best doen en
slecht scoort. Je gaat je impliciet oordelen expliciet maken, besef hebben van
wat je oordeelt.
o Einddoel van je oordelen: samen met cliëntsysteem beslissen welk hulptraject raadzaam is.
▪ Bv: Toon schept onvoldoende overzicht in de moeilijkheden rond het kind. Benoemt hij
de hele situatie op een manier die inzicht brengt voor het advies. De lijst van Toons
onuitgesproken verwachtingen toont dat hij deze onderkennende en verklarende vragen
van de diagnostiek niet openlijk beantwoordt.
o KORTOM: diagnosticeren betekent vakkundig en doelgericht oordelen. Je creëert overzicht en
inzicht om je advies transparant te verantwoorden vanuit de info over het kind en zijn
omgeving. De bias in Toons intuïtieve oordelen toont dat dit vergt om de werkwijze te
overdenken.
In de hypothese toetsende cyclus gaan we technieken inschakelen om informatie in te schakelen van het
kind. Twee grote groepen technieken; formele en informele informatieverzameling.
• Formele informatie verzameling = testonderzoek, specifiek doel in de cylus
• Informele informatie vererzameling = observatie en gesprek (meerdere gesprekken zoals intake,
afronding). Bij alle gesprekken ga je observeren. De diagnostiek bestaat dus uit veel meer informele
infoverzameling.
8
,1.3 Welke vormen van oordelen omvat de diagnostiek?
Oordelen kan op verschillende manieren: impliciet, expliciet, vrij,
systematisch, participerend of niet. De vraag voor kwaliteitsvolle
diagnostiek is niet OF je oordeelt, maar wel HOE je oordeelt.
1) Impliciet oordelen:
• Je verwoordt NIET wat je denkt en hoe je je voelt over de kindsituatie en waarom. (je oordeelt
eigenlijk een beetje onbewust)
o Bv: Toon beseft niet dat hij oordeelt. Hij zet wel zijn vakkennis in. Maar door haastig te
interveniëren dreigt er veel mis te lopen waardoor iedereen achteropraakt.
o Bv: Bram wordt aangemeld met gedragsproblemen. De hulpverlener schakelt de interventie
‘token-economy’ in. Hij gaat ervan uit dat dit gaat helpen. Hij schakelt vakkennis in maar door te
snel te willen interveniëren kunnen er problemen ontstaan.
• Lijkt op alledaags oordelen, maar deze vorm is niet professioneel want je vormt deze vanuit je
gevoelens en je automatische denk(fout)en
o Professioneel oordelen adhv vakkundige kennis en doelen, en dit met systematische
informatieverwerking.=> goede diagnostiek associeert men daarom vaak met expliciet oordelen
o De basis van transparant oordelen leg je door direct je eigen denken en voelen bij de diagnostiek
met kinderen en hun omgeving te verkennen, nog voor dat je in dit traject verdergaat. Alleen als
je vanaf de start aandacht geeft voor je impliciete oordelen, kun je deze aftoetsen aan de
inzichten die samengaan met professioneel oordelen.
• Gebeurt zelden planmatig
o Bv: Omdat Toon niet beseft dat hij oordeelt, kan hij GEEN werkplan voor zijn infoverzameling en
verwerking uitstippelen
2) Expliciet oordelen
• = bewust proces van denken en handelen waarbij je gericht info verzamelt, met professionele
technieken, om vragen over de situatie van het nkind te beantwoorden.
• Je beseft dat je info verzamelt en hierover oordeelt waardoor je de kwaliteit ervan kan bewaken en
bijstellen waar nodig!
o Bv: Je eigen gevoelens herkennen en vermijden dat je gevoelens de diagnostiek beïnvloedt.
3) Vrij oordelen
• Conclusies trekken zonder voorafgaand plan. Je laten leiden door het moment, het verloop van eigen
gedachten en gevoelens, en die van het kind en gezin
• Je oefent weinig controle uit over hoe en waarom je info verzamelt. Je bent je weinig bewust van
welke vragen je juist beantwoordt
• Volgen soms wel een systeem, MAAR niet dat wat je nodig hebt!
4) Systematisch oordelen
• Je hebt minstens een basisplan van hoe je de info verzamelt en verwerkt.
o Bv: wnnr je volgens de vragen bij de aanmelding een overzicht maakt van alle klachten van het
kind en gezin en van alles wat nog goed gaat=> zo bepaal je hun psychologische balans en vind je
handvatten voor verandering
• Je bewaakt de professionele kwaliteit van je oordelen doorn ze zo betrouwbaar en valide mogelijk te
maken.
o Betrouwbaar oordeel: is standvastig tussen beoordelaars en in de tijd.
9
, o Valide oordeel: als je meet wat je wil meten.
5) Niet-participerende diagnostiek: Diagnostiek roept vooral een niet-participerende rol op
• = dat je enkel de rol van diagnosticus hebt met het kind en gezin. Je focust op de professionele
oordeelvorming tijdens de diagnostiek, ookal word je erna hun behandelaar.
6) Participerende diagnostiek
• Vergelijkbaar met participerend observeren
• = dat je naast de rol van diagnosticus tegelijk een rol als behandelaar hebt met het kind=> dubbele
professionele rol
• Biedt toegang tot het gedrag van het kind en eventueel het gezin in reële omstandigheden.
o Je bent niet beperkt tot de duur van een testafname of de zelfrapportage op een vragenlijst. Je
maakt mee hoe het kind dagelijks functioneert=> verhoogt ecologische validiteit van de
diagnostische info.
• Partciperend oordelen blijft vrij in vorm en vooral impliciet, vergelijkbaar met alledaags oordelen. Je
verzamelt en verwerkt doorlopend info terwijl je met het kind interageert. Je bent zo ook het meest
emotioneel betrokken met het kind.
Diagnostiek is daarom in het werkveld vaak niet-participerend afgebakend. Als je wel participeert, is het een
uitdaging om het in professionele banen te leiden.
Kort samengevat:
impliciet en expliciet oordelen vullen elkaar aan tijdens
diagnostiek! Je oordeelt constant impliciet over het kind en
gezin. Maar alleen wnnr je planmatig info verzamelt om
bewust vragen te beantwoorden, kun je de diagnostiek
transparant verantwoorden. Deze planmatigheid
ondersteunt je wnnr je alleen de rol van diagnosticus hebt.
Ze helpt je nog meer wnnr je als hulpverlener participerend
moet oordelen met het kind en gezin.
1.4 Welke vormen van maatstaven omvat de diagnostiek?
Volgens welke maatstaven geeft men betekenis aan de informatie? De beschrijving en verklaring van de info
kan op verschillende manieren gebeuren:
• Categorische ordening: groepeert probleemsignalen in een klinisch integratief beeld dat aan- of
afwezig is.
o Bv: ADHD en autisme
o Toon maakt geen categorische diagnose voor Bram. Hiervoor zou hij eerst al expliciet en
vervolgens met gerichte methoden moeten diagnosticeren. Maar stel dat Bram wel ADHD
vertoont, dan gaan veel veronderstellingen van Toon niet op, zoals dat Bram zijn gedrag zelf kan
inzien en reguleren. Toons hulpplan heeft dan weinig kans van slagen zonder specifieke ADHD-
ondersteuning voor Bram.
10
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper hafsal. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor $6.46. Je zit daarna nergens aan vast.