Dit zijn alle antwoorden op de oefenvragen per week voor rechtseconomie tbv criminologie 2023/2024. Deze antwoorden worden niet gedeeld op Brightspace, dus je moet bij alle werkgroepen aanwezig zijn!!
De economische theorie van crimineel gedrag wordt vaak, kortweg, aangeduid als de rationele-
keuzetheorie.
a. Wat is de kern van deze theorie?
Burgers streven naar nutmaximalisatie.
Keuze voor crimineel gedrag is gebaseerd op een afweging van verwachte kosten en baten.
- Belangrijke aspecten: persoonlijk gewin (G) en strafrisico (S = p*f)
- Preferenties spelen hierbij een rol: tijds- en risicovoorkeuren
Theorie werkt vergelijkbaar als voor consumentengedrag.
Veranderingen in omstandigheden -> veranderingen in verwachte baten en kosten ->
veranderingen in gedrag
b. Welke verschillende typen baten en kosten (kunnen) volgens de rationele-keuze theorie bij
normovertreding een rol spelen? Geef bij elk een korte toelichting.
Materiële baten: alles wat je kan vasthouden, zoals geld
Immateriële baten: macht
- Meten door: willingness to accept --> wat is er tegenovergesteld de waarde die je eraan
hecht?
Materiële kosten: benzinekosten, kosten voor materiaal dat je nodig hebt bij inbreken bijv.
1. Gelegenheid tot normovertreding
2. Baten van normovertreding: (im)materiële opbrengsten
3. Kosten van normovertreding
- Kosten plegen delict (bijv. door tegenmaatregelen slachtoffers: hang- en sluitwerk,
gewapend?)
- Opportunity costs van tijd (bijv. legaal inkomen): wat je opbrengst zou kunnen zijn met de
beste alternatieven.
- Persoonlijke drempel: gevoelens van schuld en spijt
4. Kosten van (risico op) ontdekking:
- Formele strafrisico: pakkans en strafmaat
- Economische kosten: negatieve gevolgen van strafblad voor huidige/toekomstige
arbeidsmarktpositie
- Sociale kosten: stigma en afwijzing door (relevante) omgeving
Zijn de volgende stellingen juist of onjuist? Motiveer uw stellingname
c. Op grond van de rationele-keuzetheorie valt niet te verwachten dat criminelen kenmerken
hebben die afwijken van die van de niet-criminele bevolking.
Onjuist, want criminelen kunnen andere economische voorkeuren hebben (zoals risico-avers
vs. Risico-minnend, en gericht op de toekomst vs. Gericht op het heden).
Volgens de RKT verschillen criminelen niet van niet-criminelen in de wijze waarop zij kosten
en baten analyseren.
d. De rationele-keuzetheorie veronderstelt dat een (potentiële) crimineel volledig geïnformeerd
is over de wet en de wetshandhaving.
Onjuist, het gepercipieerde strafrisico zal altijd subjectief zijn.
e. De rationele-keuzetheorie is wel van toepassing op een onderneming die een milieudelict
overweegt, maar niet op een zestienjarige jongen die een zedenmisdrijf pleegt.
Onjuist, want zowel een onderneming als de jongen analyseert kosten en baten.
, f. Volgens de rationele-keuzetheorie telt alleen afschrikking, resocialisatieprogramma’s e.d. zijn
niet zinvol.
Onjuist, normherstel door het bijbrengen van normen en waarden kan zeer zeker zinvol zijn.
Ook het geven van perspectief op een baan of huis kan effectief zijn, want de opportunity
costs worden hoger (iemand heeft wat te verliezen).
g. Binnen de rationele-keuzetheorie wordt geen belang gehecht aan een goede
rechtsbescherming voor verdachten.
Onjuist, geen rechtsbescherming pakkans wordt toeval criminelen komen vrij, anderen
krijgen straf afschrikking verliest effect.
h. De rationele-keuzetheorie voorspelt dat (ex-)criminelen na het uitzitten van een
gevangenisstraf minder vaak een delict plegen dan daarvoor.
Onjuist, dit hangt af van:
1. De mate waarin info over pakkans en straf is geactualiseerd (+/-)
2. De mate waarin normen en waarden zijn bijgesteld (+/-)
3. Het (verlies aan) kansen op de arbeidsmarkt (-)
4. De kwaliteit van reclassering (-) (hoe je weer in de maatschappij terugkomt)
- Gevangenisstraf wordt meer gezien als afschrikking voor mensen die nog geen delict hebben
gepleegd
i. De inhoud van de rationele-keuzetheorie zoals gehanteerd door economen en criminologen
is dezelfde.
Juist, indien beide dezelfde kosten-batenanalyse toepassen. Misschien hechten criminologen
een andere waarde aan deze theorie dan economen.
Opgave 2
In de rationele-keuzetheorie kan heel wel plaats worden ingeruimd voor de interne en externe
werking van normen en waarden.
a. Wat is het verschil tussen spijt en schaamte? Waarom hangt de betekenis van beide af van
het aandeel van de bevolking dat de normen onderschrijft?
Spijt is intern: persoonlijk gevoel, los van eventuele bestraffing.
Schaamte is extern: gevolg van sociale controle.
Beide worden beïnvloed door hoe de samenleving normen onderschrijft over ‘correct’
gedrag.
In onderstaande figuur staat G voor de persoonlijke opbrengst van normovertreding, S voor het
formele strafrisico, B voor de gevoelens van spijt en R voor de gevoelens van schaamte. Aangenomen
mag worden dat de figuur een evenwichtssituatie weergeeft.
, b. Geef een toelichting bij de figuur. Let uit wat wordt bedoeld met een evenwichtssituatie.
B0 = Spijt
R0 = Reputatieverlies/schaamte (B+R = gehele kosten)
G = Persoonlijk gewin
S0 = Formeel strafrisico (G-S = netto opbrengst)
70% van de populatie wordt bevestigd in de norm: behoudt norm
30% van de populatie overtreedt de norm
Evenwichtssituatie: Gelijkblijvend deel van de burgers blijft de norm naleven danwel
overtreden (tenzij determinerende factoren veranderen)
In de tekst wordt gesproken over de asymmetrie tussen normverval en normherstel als gevolg van
een tijdelijke verlaging van het strafrisico.
c. Leg uit wat er met deze asymmetrie bedoeld wordt.
Asymmetrie:
Stap 1: Strafrisico (S) daalt stijging netto-opbrengsten criminaliteit (G-S) daling
normnaleving
Stap 2a: daling van geloof in normen
Stap 2b: daling sociale controle normnaleving daalt nog verder
Stap 3: Negatieve spiraal. Niet 1-2-3 terug te draaien (normherstel). Alleen met extra harde
maatregelen of maatregelen die reputatieverlies beïnvloeden
d. Kan deze asymmetrie ook ontstaan bij een tijdelijke verhoging van het strafrisico?
Stap 1: direct effect op normnaleving
Stap 2: geloof in de norm? Wat gebeurt er vervolgens met geloof in de norm?
- Waarschijnlijk: norm niet geïnternaliseerd, verhoging strafrisico is tijdelijk B en R
veranderen niet
- Bij terugkeer naar oude strafrisico: normnaleving weer op 70% geen asymmetrie
e. Wat zou er gebeuren er als de overheid
(1) Het formele strafrisico zoveel verhoogt dat delicten voor de daders niet meer lonend zijn
(G-S ≤ 0)
en
(2) dat lang volhoudt?
(1) Normnaleving naar 100%
(2) In hoeverre internalisering van de norm?
f. Wat zou de overheid anderszins kunnen doen om het geloof in de normen (weer) op te
bouwen?
Andere instrumenten normoverdracht/beschavingsoffensief
- Voorlichting
- Opvoeding/onderwijs
- Openbare gezagsdragers: goed voorbeeld geven
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller simonestuvia. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.