100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hoorcollege aantekeningen kwantitatieve onderzoeksmethoden $5.96   Add to cart

Summary

Samenvatting Hoorcollege aantekeningen kwantitatieve onderzoeksmethoden

 47 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Een duidelijke beschrijving van de hoorcolleges van kwantitatieve onderzoeksmethoden. Met behulp van deze aantekeningen heb je alle middelen om je studiepunten voor dit vak te behalen.

Preview 4 out of 38  pages

  • No
  • Alles wat behandeld wordt in de colleges
  • September 3, 2019
  • 38
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
HOORCOLLEGE AANTEKENINGEN KWOM
Hoorcollege 01 op 4-9 kwantitatieve onderzoeksmethoden

Boek van Fields wordt in de komende jaren gebruikt, misschien handig om aan te schaffen.

LEERDOELEN
• Variantie - covariantie – correlatie (1)
• Partiële en semi-partiële correlatie (2)
• Dit alles berekenen in SPSS en de resultaten interpreteren

Samenhang tussen twee variabelen (voorbeeld field)
Is er een samenhang tussen het aantal advertenties dat men van toffees ziet, en de mate waarin men
toffees koopt?
 Zie de oefenvraag over wat zijn maten voor samenhang tussen twee variabelen
Juist: correlatie, covariantie, regressiecoëfficiënt
Onjuist: gemiddelde, standaarddeviatie, variantie

SAMENHANG TUSSEN TWEE VARIABELEN (FIELD H7)
Maten voor de samenhang tussen twee variabelen: covariantie en correlatie.
– de samenhang kan positief zijn : hoe meer advertenties gezien zijn, des te meer toffees gekocht
zijn. Maar ook: hoe minder advertenties, hoe minder toffees. Het gaat dus dezelfde kant op. De ene
omhoog, de andere omhoog. De ene omhoog, de andere omhoog.
– de samenhang kan negatief zijn : hoe meer advertenties gezien zijn, des te minder toffees gekocht
zijn. Deze gaat juist de andere kant op. Hoe minder advertenties, hoe meer toffees.
– de samenhang kan afwezig zijn : advertenties en aantal gekochte toffees hebben niets met elkaar
te maken

Maat voor afwijkingen van het gemiddelde: standaarddeviatie (spreiding rondom het gemiddelde).

Je variantie is de deviatie in het kwadraat. Dat totaal deel je door N-1.
Standaarddeviatie is de wortel van de variantie nemen.

FORMULES OP P 10 UIT JE HOOFD LEREN!!!

COVARIANTIE
• Hoe berekenen we de mate waarin de scores van de ene variabele variëren met de scores van de
andere?
• Door de afwijking van het gemiddelde (deviation) van de ene variabele te vermenigvuldigen met de
afwijking van het gemiddelde van de andere.
– Als de afwijking dezelfde kant opgaat (beide positief of beide negatief) krijg je een positieve
waarde.
– Als ze tegengesteld zijn, krijg je een negatieve waarde.
• Het resultaat zijn cross-product deviations.
• Als je deze optelt en deelt door N-1, dan krijg je de covariantie.

,Als je covariantie wilt berekenen doe je de afwijking x keer de afwijking y. Als je deze bij elkaar optelt
krijg je een getal en als je dat deelt door N-1 krijg je uiteindelijk de covariantie.




Nadeel covariantie: Als je andere eenheden gebruikt, verandert ook de grootte van de covariantie.
De grootte van de covariantie zegt dus eigenlijk niets. Zie dia 24, het getal 42,50 is nu tien keer zo
groot geworden. De samenhang van de eenheden verandert namelijk niet.

Het nadeel van de covariantie als maat van samenhang is dat de waarde afhangt van de
meeteenheden. Kies je een andere schaal, dan verandert ook de grootte van de covariantie. We
kunnen dus ook niet beoordelen of de covariantie sterk of zwak is. Om deze reden kunnen we beter
de covariantie omzetten in standaardeenheden (standaardisatie).

• Standaardeenheden = standaarddeviaties
• Als we elke afwijking van het gemiddelde delen door de standaarddeviatie, krijgen we de afstand
tot het gemiddelde in standaarddeviaties
• M.a.w. we drukken de afstand tot het gemiddelde uit in standaarddeviaties = eenheden
standaarddeviatie.
• Oftewel: z-scores!




Als je eerst z-scores maakt van x en y … , en dan de covariantie berekent dan krijg je een
gestandaardiseerde covariantie.
Ofwel: de Pearson product-moment correlatiecoëfficiënt.

Aan correlaties kan je wel zien hoe de relatie is. Hij kan zitten tussen 1 en -1. Correlaties zijn
onafhankelijk van het aantal eenheden.

COVARIANTIE EN CORRELATIE

,PEARSON CORRELATIE COËFFICIËNT
• De Pearson correlatie coëfficiënt varieert tussen –1 en 1:
– -1 betekent perfecte negatieve samenhang
– 1 betekent perfecte positieve samenhang
– 0 betekent geen enkele samenhang

• De correlatiecoëfficiënt wordt gebruikt als indicator voor de sterkte van een effect (effect size)
(Field, 82):
– r = .10 klein effect: verklaart 1 % van de variantie
– r = .30 medium effect: verklaart 9 % van de variantie
– r = .50 groot effect: verklaart 25 % van de variantie

PEARSON CORRELATIE COËFFICIËNT EN R2
• Het kwadraat van de correlatiecoëfficiënt R 2 is een maat voor hoeveel variantie in de ene variabele
die verklaard wordt door de andere.
– De verschillen in toffeeconsumptie worden voor (.87) 2 verklaard door het kijken naar advertenties
(=.76, dus 76 %).
– Tussen welke waarden varieert dus R2?  R2 tussen 0 en 1.

Sum of Squares and Cross-products: afwijkingen keer elkaar of afwijking x keer y

Bij de tabel op pagina 38 kan ze bijvoorbeeld 4.250 weglaten en vragen wat dat is als vraag voor een
oefentoets.

De covariantie van de variabele met zichzelf is variantie.

, Wat betekent de correlatie van .37 tussen game-self-ideal-self convergence en intrinsic motivation in
studie 1?  B. Hoe sterker de intrinsieke motivatie des te sterker de game-self-ideal-self
convergentie C. Hoe zwakker de intrinsieke motivatie des te zwakker de game-self-ideal-self
convergentie D. Antwoord B en C kloppen allebei

Wat betekent de correlatie van -.37 tussen intrinsic motivation en positive postplay affect in studie
2?  A. Hoe sterker de intrinsieke motivatie des te zwakker het positive postplay affect
VOORBEELD NOTATIE CORRELATIE
Results of the analyses revealed significant and negative correlations between age and idealistic
expressions, r(281) = -.22, p < .001,a

• Let op de notatie: aantal cases = 281, p-value = overschrijdingskans = de kans op een correlatie van
-.22 terwijl die in de populatie 0 is, is kleiner dan .001, heel klein dus
• Dus significant op niveau 0.1 %

Uitspraak 1: Hoe ouder des te zwakker de idealistic expressions
Uitspraak 2: Hoe jonger des te sterker de idealistic expressions
BEIDE UITSPRAKEN KLOPPEN

ASSUMPTIES PEARSON CORRELATIE COËFFICIËNT
• De data zijn van interval of ratio meetniveau
• Als getoetst wordt of de correlatie significant is:
– normaal verdeelde sampling distributions (bij normaal verdeelde data of een grote N)
– of 1 van beide is dichotoom (sekse bijvoorbeeld)

• Als de assumpties geschonden worden, zijn er non-parametrische alternatieven voor de Pearson
correlatie:
– Spearman’s rho
– Kendall’s tau

Deze namen moet je kennen!!!!

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ninokeyser. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77254 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.96  2x  sold
  • (0)
  Add to cart