1 Een middeleeuwse metropoolregio
Italiaanse steden: Adel had de macht. Nederlandse steden: burgers, poorters.
Laken = goede kwaliteit stof voor kleding. Lakennijverheid ontstond in Vlaamse steden,
kwam in Atrecht in NL, toen werd het groot in Brugge en Gent, die daardoor bloeiden tot de
grootste steden van Noordwest-Europa, na Parijs.
Noord- en Zuid- Europa hadden weinig contact doordat handel onveilig was. Dit werd
hersteld en ze kregen contact door jaarmarkten in Midden-Frankrijk. Door zeeroutes
ontstonden verbindingen, daardoor werden de steden aan de zee belangrijker.
Hanze: belangrijk verbond van handelssteden van de IJssel tot ver in Oost-Europa en rond
de Oostzee.
Gilden: organisaties van mensen met hetzelfde beroep (koopmansgilden en later
ambachtsgilden). Een gilde organiseerde werk en sociaal en religieus leven van leden.
Gildemeesters waren het belangrijkst in het stadsbestuur. Muntgeld van goud en zilver
riskant ---> wisselbrieven: een soort cheque die je adresseert aan de persoon aan wie je het
geld wilde geven, diegene kon bij een bekende van de geadresseerde de brief inwisselen
voor geld.
Ook grote hoeveelheden goederen meenemen was riskant → beurshandel: in Brugge
kwamen kopers en verkopers bij elkaar en werden koopcontract gesloten terwijl de
goederen ergens anders waren.
Voor het besturen van een gemeenschap van handelaren en ambachtslieden waren andere
regels nodig dan voor het besturen van een gemeenschap van boeren. Het volk wilde zelf
ook inspraak hebben over het bestuur en rechtspraak: stadsrechten.
“Waarom zou een graaf een deel van zijn macht inleveren?”
- Een tegenwicht tegen zijn adellijke leenmannen, meer centrale macht
- Als de stad meer gaat verdienen -> belasting omhoog -> meer geld voor legers en
ambtenaren in het bestuur
In de steden ontstonden ideeën over het algemeen belang, bonum commune. Ze
ontwikkelden zich als onafhankelijke republieken, waaraan burgers een gezamenlijke
bijdrage leverden.
Guldensporenslag: een leger van Vlaamse burgers versloeg een Frans ridderleger
(Kortrijk, 1302). Franse koning had ruzie met Engeland, hij wilde niet meer de pro-Engelse
koers van de Vlamingen. Hij ging met zijn leger naar Vlaanderen om hun te dwingen zijn
kant te kiezen > Vlamingen wonnen (leger van vooral veel burgers). Het heet de
Guldensporenslag omdat de Fransen gouden sporen droegen > deze lagen allemaal op de
grond.
Neergang van de adel en opkomst van de burgerij: Vlaanderen wordt het meest
verstedelijkte, meest burgerlijke gebied van Europa.
, 2 De Bourgondische Nederlanden
Het Bourgondische rijk kwam tot bloei toen hertog Filips de Goede aan de macht was →
begin Vlaamse renaissance.
Keerzijde: hertog wilde zijn rijk als moderne staat. → geen stedelijk particularisme → oorlog
hertog - Gent ( hertog won). Opvolger Filips de goede: verovering om rijk te vergroten en
één geheel te maken.
Hij stierf na poging om het Nederlandse en Franse deel van zijn rijk te verbinden, enige
wettige opvolger: zijn dochter Maria de Rijke. → Franse koning nam Bourgondische
gebieden in en Nederlandsen dwongen Maria oude rechten en vrijheden terug te brengen.
Antwerpen: gunstig gelegen aan de schelde en verbinding met open zee, zeeverbinding
Brugge: slibt dicht → Antwerpen centrale rol in de handel en wordt stapelmarkt:
handelsgoederen worden altijd uitgeladen en opgeslagen voordat ze worden doorgevoerd.
Door ontdekkingsreizen: Spanjaarden en Portugezen kwamen in verbinding met groeiende
Antwerpen. NL: terug naar burgerlijk ipv centraal bestuur.
3 De Habsburgers en hun religie politiek
Maria de Rijke trouwde met iemand uit het huis van Habsburg → de Nederlanden gingen
deel uitmaken van de Habsburgse huismacht.
Late middeleeuwen (pest etc) → intensivering geloofsleven. Ze deden aan vroomheid en
boetedoening om Gods straf te ontlopen.
Bedelorden: groep monniken die expres arm leven en dat geld gaven ze aan arme mensen,
omdat ze willen geloven zoals ze denken dat het echt hoort: je leeft voor anderen, ze
worden zo arm dat ze gaan bedelen. Ze gingen in de stad wonen, omdat er veel mensen
woonden die zij konden helpen en bij wie zij konden bedelen.
Begijnhoven: ongehuwde vrouwen die een eenvoudig leven wilden leiden zonder een
kloostergelofte af te leggen.
Moderne devotie: beweging waarbij christenen eenvoudig, teruggetrokken uit de wereld
leven en zich concentreren op hun geestelijk leven. Luther en Calvijn erkenden het gezag
van de kerk niet meer → politieke consequenties.
Karel V (kleinzoon Maria de Rijke) erfgenaam van groot rijk: de Nederlanden, Spanje,
Oostenrijkse landen en van de Duitse keizerstitel → belangrijkste vorst Europa. Hij leidde
met de paus het christelijke Europa.
Protestantse reformatie: Karel had relatief weinig macht in Duitsland, dus liet hij protestanten
hun gang gaan, in NL werden de aanhangers van de reformatie streng gestraft
(bloedplakkaten > Het drukken, verspreiden en bezitten van ketterse boeken en
afbeeldingen, het bijwonen van ketterse bijeenkomsten, het prediken van een tegendraadse
religie en het huisvesten van ketters, met de doodstraf en inbeslagname van alle goederen).
Stedelijke overheden moesten de vervolgingen uitvoeren, maar hadden weinig belang bij
streng beleid tegen protestanten, want dat was beter voor handelscontacten en zij gaven
minder om centralisatie.
Opvolger Karel V = Filips II, hij erfde het Spaanse en Nederlandse deel van het rijk,
Oostenrijkse en Duitse ging naar zijn oom. Hij werd geboren in Spanje, dus voelde hij zich
minder verbonden met NL. Hij zette vanuit Spanje het protestante beleid voort en
centralisatiepolitiek bouwde hij verder uit → ontevredenheid onder de stadsburgers en
edelen van NL. Habsburgers wilden protestanten uiroeien → Nederlandse burgers vonden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ingewestra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.23. You're not tied to anything after your purchase.