100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige samenvatting van de Kern van het Ondernemingsrecht $7.43
Add to cart

Summary

Volledige samenvatting van de Kern van het Ondernemingsrecht

25 reviews
 1769 views  284 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Uitgebreide samenvatting van de Kern van het Ondernemingsrecht. De samenvatting is erg overzichtelijk, alle wetsartikelen zijn dikgedrukt om het zoeken te vergemakkelijken en alle relevante studiestof is opgenomen. Qua indeling zijn de paragrafen uit het boek overgenomen. Misschien lijken 71 pagina...

[Show more]
Last document update: 5 year ago

Preview 8 out of 72  pages

  • Yes
  • September 3, 2019
  • October 6, 2019
  • 72
  • 2020/2021
  • Summary

25  reviews

review-writer-avatar

By: kyrasolane • 9 months ago

review-writer-avatar

By: MaximHappe • 10 months ago

review-writer-avatar

By: haegmansjoey • 10 months ago

review-writer-avatar

By: alexsonhessels • 1 year ago

review-writer-avatar

By: ouiam2000 • 1 year ago

review-writer-avatar

By: tiessouren • 2 year ago

review-writer-avatar

By: Mirtedb • 1 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
Hoofdstuk 1 – Ondernemingsvormen
1.1 – Bv
Bv’s worden ingezet voor velerlei activiteiten, zoals het behalen van winst of om
een pensioen op te bouwen. Art. 2:175 BW beschrijft de bv. Kenmerkend is dat
de bv een in een of meerdere overdraagbare aandelen verdeeld kapitaal heeft
(kapitaalassociatie/kapitaalvennootschap). Er dient minimaal één aandeel te
worden uitgegeven. Indien meerdere aandelen zijn uitgegeven mogen deze in
handen zijn van één persoon. De eenpersoons-bv is in het Nederlandse recht een
legaal verschijnsel.

Het aandeel kan de volgende functies vervullen:
 middel om vermogen aan te trekken;
o Een aandeelhouder heeft een inbrengverplichting voor, in beginsel,
het bedrag ter grootte van het nominale bedrag van zijn aandelen.
 zeggenschapsfunctie/stemrecht (art. 2:228 BW);
 winstverdelingsfunctie (art. 2:216 BW) of dividend;
 voor een aandeelhouder heeft het aandeel nog een functie: het is een
vermogensobject, omdat het aandeel voor overdracht vatbaar is.

Overdracht
Aangezien de bv besloten is, staan de door haar uitgegeven aandelen op naam
en kan overdracht in beginsel niet vrijelijk plaatsvinden, tenzij de statuten dit
laatste wel mogelijk maken. Een aandeelhouder dient zijn aandelen eerst aan te
bieden aan zijn medeaandeelhouders (art. 2:195 lid 1 BW). In de wet zijn
betrekkelijk uitvoerige voorschriften te vinden die aanduiden binnen welke
grenzen de vrije overdraagbaarheid in de statuten beperkt kan worden (art.
2:195 BW). Dit type voorschriften wordt blokkeringsregelingen genoemd.
Overdracht kan enkel plaatsvinden bij notariële akte (art. 2:194 BW). De
aandeelhouders worden opgenomen in een register (art. 2:194 BW).

Aansprakelijkheid
In beginsel zijn de aandeelhouders en bestuurders van een bv niet aansprakelijk
voor hetgeen in naam van de bv is verricht. Art. 2:175 BW bepaalt dit voor de
aandeelhouders.

Toepasselijke bepalingen
De bv wordt geregeerd door haar statuten. Bij de oprichting dienen de statuten
te worden vastgesteld (art. 2:177 BW) en zij liggen ter inzage bij de KvK (art.
2:180 lid 1 BW). In de statuten dienen minimaal de naam, de zetel en het doel
(omschrijving van het werkterrein) van de bv alsmede het aantal en het bedrag
van de aandelen te worden aangegeven. De wettelijke bepalingen zijn
neergelegd in onder meer:
 art. 2:175-274 BW (speciale bv-bepalingen);
 art. 2:1-5 BW (algemene Boek 2 bepalingen);
 art. 2:308-333l BW (juridische fusie);
 art. 2:334a-334ii (juridische splitsing);
 art. 2:335-359 BW (geschillenregeling en het recht van enquête);
 art. 2:360-446 BW (de jaarrekening en bestuursverslag); en
 een aantal bijzondere wetten zoals de WOR en de Handelsregisterwet
2007.




Pagina 1 van 72

,1.2 – Nv
In tegenstelling tot de bv is bij het oprichten van de nv een startkapitaal van
€45.000 vereist (art. 2:67 lid 2 BW) en heeft de nv een in aandelen verdeeld
maatschappelijk kapitaal (art. 2:64 BW). Ook de nv is een kapitaalassociatie.
Het aandeel heeft dezelfde functies als bij de bv: aantrekken van vermogen (art.
2:80 BW), winstverdeling (art. 2:105 BW) en stemrecht (art. 2:118 BW).

Bij een nv hoeven de aandelen vanzelfsprekend niet op naam te zijn (dit mag
wel, art. 2:82 BW en zie art. 2:85 BW voor het bijhouden van een register in
dat geval). Een nv mag aandelen op toonder uitgeven die door hun aard vrij
overdraagbaar zijn.

De specifieke wettelijke bepalingen voor de nv zijn te vinden in art. 2:64-164
BW en de meeste bepalingen uit voornoemde opsomming bij de bv zijn ook van
toepassing op de nv.

1.3 – De maatschap en de vennootschap onder firma
De maatschap is een obligatoire, wederkerige overeenkomst tot samenwerking
van twee of meer personen en kan in beginsel vormvrij worden afgesloten. Het
doel is winstverdeling, aangezien de maatschap er op is gericht om door middel
van samenwerking vermogensrechtelijk voordeel te behalen dat aan de
vennoten toekomt. De opbrengsten worden volgens een in de
maatschapsovereenkomst opgenomen verdeelsleutel over de vennoten verdeeld.
Ieder van de vennoten is gehouden iets in te brengen, zoals een gebouw of
arbeid.

Samenvattend: een maatschap strekt tot een actieve samenwerking van de
maten (ook wel aangeduid als vennoten of compagnons) die erop gericht is om
door middel van hun inbreng voor gemeenschappelijke rekening voordeel te
behalen dat aan hen allen ten goede komt. De maatschap is geregeld in Titel 9
van Boek 7A BW (art. 1655-1688 BW).

Als de maatschap onder gemeenschappelijke naam een onderneming of bedrijf
uitoefent, gelden ook de bepalingen in art. 16-34 K. De maatschap wordt dan
een vof genoemd. De vof kent een hoofdelijke verbondenheid voor de vennoten
(art. 18 K), terwijl voor de gewone maatschap een minder streng
aansprakelijkheidsregime geldt: de vennoten zijn namelijk voor gelijke delen
aansprakelijk voor verbintenissen van de maatschap (art. 7A:1680 BW).

Personenassociaties of personenvennootschappen
In zowel de maatschap als de vof dienen de vennoten op voet van gelijkheid
samen te werken. Dit zal tevens dikwijls overleg impliceren, aangezien de
vennoten in beginsel gezamenlijk het beleid van de maatschap of vof bepalen.
Het samenwerkingsvereiste geeft de maatschap of vof, in tegenstelling tot de
meeste contracten, een duurzaam karakter. De verplichtingen uit de
vennootschapsovereenkomst lopen niet over en weer, maar evenwijdig, parallel.
Men zegt wel dat een maatschap of vof intuitu personae (dat wil zeggen omwille
van de persoon; hoogstpersoonlijk) wordt aangegaan. Om deze reden worden de
maatschap en de vof ook wel personenassociaties of personenvennootschappen
genoemd.

Vergelijking met bv’s en nv’s
De bv en nv zijn geen overeenkomsten, maar rechtsfiguren van geheel eigen
aard. Via het aandeel staan de aandeelhouders in een relatie tot de bv of nv.

Pagina 2 van 72

,Aandeelhouders van een nv of bv behoeven niet samen te werken op dezelfde
intensieve wijze als bij een personenvennootschap. Zij mogen dit uiteraard wel.
Men mag in de regel namelijk meer dan de wet voorschrijft. Wel moeten
aandeelhouders met elkaars belangen rekening houden (art. 2:8 lid 1 BW),
maar dit gaat minder ver dan de verplichting om samen te werken. De nv en de
bv zijn namelijk omwille van het geld aangegaan, intuitu pecuniae.
Aandeelhouders van met name de bv sluiten soms wel een samenwerkings- of
aandeelhoudersovereenkomst die onder andere verplicht tot het vaststellen van
een gezamenlijk beleid op het gebied van de financiering van de bv. Bij een
dergelijke bv zijn de aandeelhouders nauw betrokken en zo’n bv wordt ook wel
een joint venture genoemd.

Beroeps- of bedrijfsoefening
Maatschappen kunnen worden gebruikt voor de gezamenlijke uitoefening van
het beroep van bijvoorbeeld advocaat of chirurg. Zij doen dit dan voor
gezamenlijke rekening en verdelen zodoende winsten en verliezen. De inbreng
bestaat voornamelijk uit ter beschikking stellen van de arbeidskracht. Voor
bedrijvigheid, zoals loodgieters- of schildersbedrijven, is de vof de geschikte
rechtsvorm.

De beroeps- of bedrijfsuitoefening in het kader van een maatschap kan stil
plaatsvinden. In het geval van een stille maatschap blijkt naar buiten toe
doorgaans niets van de gezamenlijke beroeps- of bedrijfsuitoefening.

Het verschil tussen beroeps- of bedrijfsoefening is van belang, omdat voor de vof
een strenger aansprakelijkheidsregime geldt. De wet geeft geen omschrijving
van de begrippen. Beroepsuitoefening wijst volgens de verkeersopvattingen op
persoonlijke dienstverlening, waarbij de persoonlijke kwaliteiten van de
dienstverrichter voorop staan. De beroepsbeoefenaar wordt geacht het welzijn
van zijn cliënt te behartigen en kent meestal beroepsgeheim. Dit alles is in
mindere mate het geval bij dienstverlening in het kader van bedrijven.

Aan het onderscheid tussen beroep en bedrijf ligt een wat verouderde
maatschappijopvatting ten grondslag. Het onderscheid tussen beroep en bedrijf
is bovendien aan het vervagen. Onder andere speelt een rol dat
beroepsbeoefenaars bij het uitoefenen van hun beroep steeds meer gebruik
maken van de bv-vorm. Vrijwel alle grotere Nederlandse advocatenkantoren zijn
zelfs in een nv ondergebracht. De beroepsuitoefening vindt steeds meer
bedrijfsmatig plaats.

Toepasselijke wetgeving
Omdat de vennootschap een overeenkomst is, zijn in beginsel op de maatschap
en de vof ook de bepalingen uit Boek 6 BW over verbintenissen uit
overeenkomst van toepassing. Omdat een overeenkomst op haar beurt een
meerzijdige rechtshandeling is, kunnen ook bepalingen uit Boek 3 BW een rol
spelen. In art. 3:32-59 BW worden bijvoorbeeld algemene regels gegeven voor
rechtshandelingen.

De Handelsregisterwet 2007 is van toepassing en ook de WOR kan van
toepassing zijn. Let op het strenge inschrijfvoorschrift voor de vof in art. 29 K:
de vof wordt bij het achterwege laten van de inschrijving geacht te zijn
aangegaan voor alle zaken en voor onbepaalde tijd. Alleen een stille maatschap
die geen onderneming in stand houdt, hoeft niet in het handelsregister te
worden ingeschreven.

Pagina 3 van 72

,Verschillen maatschap en vof
Ieder van de vennoten is in beginsel bevoegd om namens de vof te handelen
(deze vertegenwoordigingsbevoegdheid wordt ontleend aan art. 17 lid 1 K).
Per vennoot kan deze bevoegdheid worden beperkt. Bij een maatschap mag een
vennoot in beginsel echter slechts namens de andere vennoten optreden, indien
deze hem daartoe een volmacht hebben gegeven (art. 7A:1679 BW). De reden
voor dit verschil is dat de wetgever de maatschap als een meer intern gerichte
samenwerkingsvorm beschouwt die minder gericht is op het afsluiten van
profijtelijke transacties met derden. Bij een maatschap kunnen de vennoten in
de regel op eigen naam transacties afsluiten, maar hiervan de economische
gevolgen bij de maatschap in rekening brengen (art. 7A:1676 lid 1 en 3 BW).

Voor schulden van de vof zijn alle vennoten hoofdelijk verbonden (art. 18 K).
Het aansprakelijkheidsregime voor de maatschap is in vergelijking met de vof
minder streng: art. 7A:1679 en 1680 BW bepalen dat de vennoten van een
maatschap in beginsel slechts voor gelijke delen verbonden zijn voor
vennootschapsschulden.

1.4 – De verschillen tussen nv/bv enerzijds en de maatschap/vof anderzijds

Verschil Nv/bv Maatschap/vof
Aansprakelijkh Aandeelhouders in beginsel Maatschap: gelijke delen
eid niet aansprakelijk voor (art. 7A:1680 BW)
hetgeen in naam bv/nv is Vof: hoofdelijk (art. 18 K)
verricht (art. 2:64/175
BW)
Jaarrekening Verplichting tot opmaken, Geen verplichting
vaststellen en openbaar
maken jaarrekening (titel 9
Boek 2 BW)
Opzeggen Aandeelhouder kan de Vennoot kan de
kapitaalvennootschap niet vennootschap verlaten
opzeggen, maar kan enkel
zijn aandeel overdragen
Organisatiestr AVA en bestuur zijn Vennoten besturen (dus geen
uctuur verplicht, RvC (art. duale organisatiestructuur)
2:140/250 BW) of
vergadering van bijzondere
groep aandeelhouders (art.
2:78a/189a BW) kan
worden toegevoegd
Duale organisatiestructuur



1.5 – Tussenvormen: commanditaire vennootschap en coöperatie
Cv
De cv is een samenwerkingsovereenkomst tussen een of meer gewone
(hoofdelijk aansprakelijke) vennoten en een of meer commanditaire vennoten.
Een commanditaire vennoot is tot niet meer gehouden dan het bedrag van zijn
inbreng (art. 20 lid 3 K), maar heeft wel recht op deel van de winst.



Pagina 4 van 72

,Art. 19, 20 en 21 K zijn gewijd aan de cv. Volgens de auteurs zien deze
artikelen op de als zodanig naar buiten tredende cv. Het gaat dus om cv’s die
voor derden als zodanig kenbaar zijn. Zo’n cv is als gevolg hiervan ook steeds
een vof. De commanditaire vennoot mag geen bestuurs- of beheerhandelingen
verrichten (art. 20 lid 2 K), maar mag zich wel bemoeien met het intern
uitstippelen van het beleid van de cv. Als de commanditaire vennoot
voornoemde handelingen wel verricht is hij in beginsel hoofdelijk aansprakelijk
en kan hij niet meer profiteren van het verlichte regime. 1

Het bedrag van de commanditaire inbreng en het aantal commanditaire
vennoten wordt ogenomen in het handelsregister. De namen hoeven niet bekend
te worden gemaakt.

Coöperatie
Boek 2 BW kent voor de coöperatie een aantal specifieke bepalingen (art. 2:53-
63j BW). De coöperatie is opgezet als een vereniging. De meeste artikelen uit
Boek 2 BW inzake de vereniging zijn op de coöperatie van toepassing. In
tegenstelling tot de verenging mag de coöperatie echter wel winst uitkeren (art.
2:53a BW). Een coöperatie dient zich ten doel te stellen te voorzien in bepaalde
stoffelijke behoeften van haar leden. De coöperatie moet in de opzet van Boek 2
BW haar werkzaamheden ten dienste van haar leden verrichten. Hiertoe dient
zij een bepaalde soort overeenkomsten die verband houden met het bedrijf dat
de coöperatie uitoefent, af te sluiten met de leden (art. 2:53 lid 1 BW). Denk
bijvoorbeeld aan boeren die aardappels verbouwen en deze laten verwerken
door de coöperatie waarbij zij als lid zijn aangesloten. Men zou zo’n
leverantiecontract als inbreng van de leden kunnen beschouwen. Deze is te
vergelijken met de inbreng, zoals deze voorkomt bij de personenvennootschap.

De statuten van een coöperatie mogen bepalen dat de overeenkomsten die zij
met haar leden sluit, ook met anderen mogen worden aangegaan (art. 2:53 lid
3 BW). Art. 2:53 lid 4 BW bepaalt echter uitdrukkelijk dat de overeenkomsten
met de leden niet van ondergeschikte betekenis mogen zijn. Als de coöperatie
zich hier niet aan houdt, kan deze worden ontbonden (art. 2:21 lid 3 BW).

Het aansprakelijkheidsregime van de coöperatie is mild. Art. 2:55 BW bepaalt
weliswaar dat de leden van de coöperatie in geval van ontbinding aansprakelijk
zijn tegenover de coöperatie voor haar tekort, maar deze aansprakelijkheid kan
in de statuten geheel of gedeeltelijk worden weggeschreven (art. 2:56 lid 1
BW). Zo’n uitsluiting of beperking van aansprakelijkheid heeft alleen effect
wanneer de coöperatie de woorden Uitgesloten Aansprakelijkheid (afgekort tot
U.A.) respectievelijk Beperkte Aansprakelijkheid (afgekort tot B.A.) in haar
naam voert.

1.6 – Combinatievormen: concern
Verschillende rechtsvormen kunnen worden gecombineerd om één onderneming
te drijven. Een nv (moeder) kan bijvoorbeeld de meerderheid van de aandelen in
een aantal bv’s (dochters, art. 2:24a BW) houden. Het geheel heet concern of
groep, art. 2:24b BW.

1
De Hoge Raad heeft enige tijd geleden beslist dat de aansprakelijkheid van de
commanditaire vennoot wordt verlicht, als deze in een onevenredige verhouding
staat tot de aard en de ernst van de overtreding van het beheersverbod. Dit
belangrijke arrest vult de tekst van art. 21 K op een moderne wijze aan (HR 29
mei 2015, NJ 2015/380).

Pagina 5 van 72

,Het Nederlandse vennootschapsrecht staat toe dat bv’s (of nv ’s) als
aansprakelijke vennoten in een maatschap of vof participeren. Men probeert in
zo’n geval de angel uit het strenge aansprakelijkheidsregime van de
personenvennootschap te trekken door via een aparte bv in de
personenvennootschap deel te nemen. Deze constructie is ook mogelijk bij de cv.
Een bv fungeert dan als gewone vennoot van de cv.

1.7 – Rechtspersoon
Boek 2 BW is aan privaatrechtelijke rechtspersonen gewijd. Rechtspersoon zijn
onder andere de bv, de nv en de coöperatie (art. 2:3 BW).
Personenvennootschappen zijn geen rechtspersonen, maar bijzondere typen van
overeenkomsten.

Rechtspersoonlijkheid heeft als belangrijkste gevolg dat de rechtspersoon zelf
drager van rechten en plichten is. Een rechtspersoon is rechtssubject en kan
vermogensrechtelijke handelingen verrichten. In dit opzicht staat de
rechtspersoon met een natuurlijk persoon gelijk (art. 2:5 BW). Bij de
personenvennootschappen daarentegen zijn de vennoten gezamenlijk de dragers
van de rechten en plichten die verband houden met de maatschap of de vof.

De rechtspersoon kan echter slechts bestaan door vertegenwoordiging.
Rechtspersonen kunnen een OD plegen en een strafbaar feit begaan. Sommige
rechtspersonen worden streng gereguleerd (denk bijvoorbeeld aan banken).
Rechtspersonen maken zelfs aanspraak op een aantal grondrechten (zoals art.
6, 8 en 10 EVRM).

De wetgever stelt in art. 2:1-3 BW vast welke lichamen rechtspersonen zijn:
het staat partijen niet vrij om andere typen rechtspersonen op te richten dan die
in Boek 2 BW zijn genoemd. Het systeem van rechtspersonen is dus gesloten. 2
De algemene bepalingen van Boek 2 BW zijn van toepassing op een
rechtspersoon (art. 2:1-25 BW).

1.8 – Eenmanszaak
Een natuurlijk persoon kan zijn eigen onderneming drijven zonder gebruik te
maken van voornoemde ondernemingsvormen. Deze persoon is aansprakelijk
voor zijn eigen schulden en er is geen onderscheid tussen privéschulden en
zakelijke schulden (dat is bij een eenpersoons-bv wel het geval). Een
eenmanszaak (of handelszaak) moet worden ingeschreven in het handelsregister
(art. 5 sub b Hrgw 2007). Er kunnen werknemers werkzaam zijn.

Zo’n eenmanszaak kan onder andere machines, grondstoffen, voorraden en de
handelsnaam omvatten en kan in zijn geheel worden verkocht. Zij kan echter
niet als één geheel geleverd worden, omdat de eenmanszaak geen goed is in de
zin van art. 3:1 BW. Een handelszaak kan ook aan een bv of nv toebehoren. Een
dergelijke handelszaak kan indirect op een betrekkelijk simpele wijze worden
overgedragen, namelijk door overdracht van de aandelen in de bv of nv.

1.9 – Vereniging en stichting
De vereniging en stichting mogen geen winstuitkeringen doen en zijn zodoende
minder geschikt als ondernemingsvorm (art. 2:26 lid 3/285 lid 3 BW). Een
stichting mag slechts uitkeringen doen aan anderen dan haar oprichters en

2
Dit lijkt dus op het systeem van het goederenrecht: daar is het ook niet
toegestaan om rechten te creëren buiten de door de rechter toegelaten gevallen.

Pagina 6 van 72

,degenen die deel uitmaken van haar organen, voor zover deze uitkeringen een
ideële strekking hebben. Een onderneming kan wel worden ondergebracht in
een verenging of stichting. De opbrengsten moeten dan worden aangewend voor
het in de statuten omschreven doel.

Het voordeel van een stichting boven een vereniging is dat de stichting geen
leden en dus ook geen ledenvergadering kent. Voor de stichting geldt namelijk
een ledenverbod (art. 2:285 lid 1 BW). De vereniging kent een
ledenvergadering. Het probleem van een ledenvergadering bij een vereniging is
vaak dat deze als gevolg van absenteïsme en geringe belangstelling van de
leden slecht functioneert.

Als een winstuitkering in strijd met art. 2:26 lid 3/285 lid 3 BW wordt gedaan,
kan de vereniging of stichting worden ontbonden (art. 2:21 lid 3 BW).
Uiteraard is de in strijd met art. 2:26 lid 3 en art. 285 lid 3 BW verrichte
winstuitkering onverschuldigd gedaan en kan zij door de vereniging of stichting
worden teruggevorderd.

1.10 – Handelsregister
Het handelsregister is een soort burgerlijke stand voor ondernemingen en de
regels zijn te vinden in de Handelsregisterwet 2007 en het
Handelsregisterbesluit 2008. Gegevens over ondernemingen en rechtspersonen
dienen erin te worden opgenomen.

Ondernemingen
Art. 8 sub b Hrgw 2007 bepaalt dat bij amvb nadere regels gesteld kunnen
worden over wanneer sprake is van een onderneming. Deze definitie is te vinden
in art. 2 Hrgb 2008: ‘Van een onderneming is sprake indien een voldoende
zelfstandig optredende organisatorische eenheid van één of meer personen
bestaat waarin door voldoende inbreng van arbeid of middelen, ten behoeve van
derden diensten of goederen worden geleverd of werken tot stand worden
gebracht met het oogmerk daarmee materieel voordeel te behalen.’ Het moet
dus gaan om een bedrijf waarmee winst wordt beoogd. Deze definitie is onder
meer gebaseerd op twee uitspraken van de HR, namelijk Coöperatieve
Flatexploitatievereniging ‘Mariahoeve’ en Hirschmann. In beleidsregels is
uitgewerkt hoe de KvK deze definitie moet toepassen en hieruit blijkt dat van
een onderneming vrij snel sprake is, zoals bij het louter beheren van vermogen
of het uitvoeren van pensioenverplichtingen.

Tot voor kort hoefden degenen die in de vorm van een maatschap of
eenmanszaak een beroep uitoefenden zich niet in te schrijven in het
handelsregister. De gedachte hierachter was dat dit uitoefenen van een beroep
niet primair op winst gericht was. Al in een uitspraak van de HR in 1982 NCB
bleek dat dit sterk verouderd was. Met invoering van de Hrgw 2007 en Hrgb
2008 is het verschil tussen bedrijf en beroep komen te vervallen. Enkel de stille
maatschap hoeft zich in uitzonderlijke gevallen niet in te schrijven.

Rechtspersonen
Art. 6 Hrgw 2007 bepaalt dat onder andere bv’s, nv’s, coöperaties, stichtingen
en verenigingen ingeschreven dienen te worden. Deze verplichting geldt ook als
de rechtspersoon geen onderneming drijft. Als een onderneming die aan een
rechtspersoon toebehoort is ingeschreven, geldt de inschrijving van de
onderneming ook voor de rechtspersoon (art. 7 Hrgw 2007).


Pagina 7 van 72

, Tot opgave van inschrijving in het handelsregister is verplicht degene aan wie
de onderneming toebehoort. Betreft de inschrijving een rechtspersoon, dan mag
eenieder van de bestuurders deze opgave doen (art.18 Hrgw 2007).

Inhoud handelsregister
Het handelsregister kan door iedereen worden ingekeken (art. 21 en 22 Hrgw
2007) en de opgenomen gegevens zijn in beginsel openbaar. Art. 25 Hrgw
2007 bevat twee belangrijke regels: 3
 degene aan wie een onderneming of een rechtspersoon toebehoort, kan
zich niet beroepen op de onjuistheid of onvolledigheid van een in het
handelsregister ingeschreven feit jegens iemand die van deze
onvolledigheid of onjuistheid onkundig is. Deze persoon mag afgaan op
hetgeen in het handelsregister is te vinden;
 als een bepaald feit wel in het handelsregister ingeschreven had moeten
worden, maar dit niet is gebeurd, kan degene aan wie een onderneming
toebehoort of de rechtspersoon zich op dit ten onrechte niet-ingeschreven
feit niet beroepen jegens iemand die dit feit niet kende.

HR Damen Geho stelt het volgende over art. 25 Hrgw 2007. Dit artikel geldt
ook indien de derde het handelsregister pas achteraf raadpleegt. Het is
onevenredig belemmerend als iedereen op voorhand het handelsregister moet
inzien om een eventueel beroep op een onjuiste inschrijving veilig te stellen.
Ook zou het bewijzen van het raadplegen moeilijkheden op kunnen leveren. Uit
deze uitspraak vloeit ook voort dat een derde, iemand die voor de onderneming
als vertegenwoordiger optreedt voor bevoegd mag houden als zijn bevoegdheid
uit het handelsregister blijkt, ook al is hij in werkelijkheid niet bevoegd en heeft
de derde het handelsregister niet geraadpleegd.

In HR 18 juni 1952, NJ 1953/530 besliste de HR dat iemand die uit anderen
hoofde dan een overeenkomst een vordering heeft (zoals OD), de in het
handelsregister ingeschreven gegevens niet kan inroepen. Art. 25 Hrgw 2007
heeft alleen ten doel derden te beschermen die transacties met de onderneming
afsluiten.

De ingeschrevene moet elk jaar een bedrag aan de KvK betalen (die het
handelsregister in stand houdt).

1.11 – WOR
Een OR dient te worden ingesteld indien een onderneming meer dan 50
werknemers in dienst heeft (art. 2 lid 1 WOR). De ondernemer kan een
natuurlijke persoon of een rechtspersoon zijn. Het ondernemingsbegrip is veel
ruimer dan het begrip in art. 2 Hrgb 2008. Als een ondernemer
ondernemingen op meerdere locaties exploiteert, kunnen al deze locaties een
onderneming in zin van de WOR zijn.

1.12 – Verschillende typen nv’s en bv’s
Er zijn vele varianten van de nv en de bv. Bij het gewone regime berust
bijvoorbeeld het recht om bestuurders te benoemen/ontslaan bij de AvA (art.
2:132/242 BW resp. 2:134/244 BW) en is een RvC niet verplicht. Bij het
structuurregime (geplaatst kapitaal plus reserves van minimaal € 16 miljoen,
meer dan 100 werknemers en een OR (art. 2:153/263 BW)) is de RvC is
verplicht. Veel bevoegdheden die in het gewone regime aan de AvA toebehoren,

3
` voorheen waren dit art. 18 en 31 van oude Handelsregisterwetten.

Pagina 8 van 72

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annehoogendoorn. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.43. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48041 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$7.43  284x  sold
  • (25)
Add to cart
Added