100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting werkgroepen Algemene Inleiding in de Psychologie $3.77   Add to cart

Summary

Samenvatting werkgroepen Algemene Inleiding in de Psychologie

 100 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Alle belangrijke begrippen in een overzicht. Werkgroepen Algemene Inleiding van de Psychologie.

Preview 2 out of 8  pages

  • September 4, 2019
  • 8
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Algemene Inleiding - werkgroepen
Experimentele studie: is een onderzoek naar causale relaties, waarbij de onderzoeker een
(onafhankelijke) variabele manipuleert m het effect op een andere (afhankelijke) variabele te
onderzoeken.
Observationele studie: correlationele studie, onderzoek naar de relaties tussen variabelen die al
aanwezig zijn, zonder dat er iets gemanipuleerd wordt. Gaat dus om bestaande variabelen zonder
manipulatie. Breder gezien vallen correlationele onderzoeken onder de niet-experimentele
onderzoeken
Causaal verband: een oorzaak-gevolg relatie, waarbij de ene variabele invloed heeft op een andere
variabele
Correlationeel verband: correlatie (= tendens van twee variabelen om samen te variëren). Als de één
omhoog gaat, gaat de ander ook omhoog: positieve correlatie. Als de ene omhoog gaat, terwijl de
andere omlaag gaat: negatieve correlatie. Correlatie is een specifieke samenhang die gaat over twee
kwantitatieve variabelen die samenhangen. De samenhang tussen een kwalitatieve en kwantitatief
variabele of tussen twee kwalitatieve variabelen kan en mag niet worden uitgedrukt met een
correlatie en mag ook geen correlatie worden genoemd.
Relevantie van onderzoek: geeft aan waarom het belangrijk is om het onderzoek uit te voeren en
antwoord te krijgen op de vraag (maatschappelijk/wetenschappelijk)
Ethische grenzen: wat wel en niet mag om de rechten en het welzijn van deelnemers te beschermen
Randomisatie: het random plaatsen van deelnemers in de experimentele groep of de controlegroep,
zodat de groepen vergelijkbaar zijn aan het begin van het experiment. Je selecteert je proefpersonen
random, maar je deelt ze ook random in per conditie.
Manipulatie: het bewust toebrengen van variatie in de onafhankelijke variabele in een experiment
(= altijd causaal!) om te leren over de effecten op de afhankelijke variabele.
 Randomisatie gaat over de groepen, manipulatie gaat over de onafhankelijke variabelen.
Confounds: een variabele die niet door de onderzoeker is gecontroleerd, maar wel systematisch
varieert met de onafhankelijke variabele. Hierdoor is het onmogelijk om het effect van de
onafhankelijke variabele op de afhankelijke variabele te scheiden van het effect van de confounding
(storende) variabele.  bv: tijdens experiment ineens 36 graden, heeft ook invloed op water drinken
P-waarde: de kans op de data, gegeven dat de nulhypothese (geen verschil) waar is. Als p < 0.5 dan
wordt H0 verworpen.

Een zuiver experiment heeft altijd:
 Manipulatie
 Random toewijzing aan groepen
 Meetbare afhankelijke variabele (geldt voor elk onderzoek)
 Geen confounding variables
 Ethiek (geldt ook voor ieder onderzoek)

Size-weight illusion: we schatten een groot object lichter in dan een klein object met hetzelfde
gewicht. Verklaringen:
- Visie: we hebben bepaalde verwachtingen van iets. Groter = zwaarder. De verwachtingen
komen niet overeen met het absolute gewicht wat je voelt. Je brein maakt deze verschillen
nog veel groter. Het brein denkt: wat is dat grote ding licht, en je schat hem nog lichter in. En
het kleine ding lijkt dan zwaar, en door het brein lijkt het nog zwaarder.
- Handen zijn niet zo goed in inschatten van absoluut gewicht, wel dichtheid.
- Spierkracht
- Tast

, Comparative weight judgement: op basis van zicht en tast stel je vast dat het hetzelfde materiaal is
waardoor comparative weight judgement optreed: op basis van ervaring verwacht je van een iets
groter object dat het zwaarder is dan iets wat kleiner is van hetzelfde materiaal. Hierdoor til je het op
met meer kracht, dus lijkt het grote object relatief lichter dan het kleinere object.
 Afzwakken door: blinddoek, tas, oefening (kennis vd taak)

Is de sight-weight illusie een optische/visuele illusie?
 Geen visuele illusie want zowel zicht als tast is erbij betrokken
 Daarnaast ook kinesthesie: (spierspanning, schatting van het absolute gewicht)
 Iets is pas een visuele illusie als:
- Dissociatie tussen fysieke realiteit en subjectieve perceptie van een object
- Of we missen iets, of we bedenken er iets bij

Illusies:
The Mueller-lyer illusion
Verklaring: bij de mueller-lyer illusie is er sprake van diepte waarneming. De
schuine lijnen worden hierbij gebruikt als perspectief cues. De lijn met de
pijltjes naar buiten wordt geïnterpreteerd als een lijn die verder ligt en
daardoor langer is.
Hoe hef je de illusie op of versterk je hem:
 De hoeken kleiner maken
 De lijntjes korter maken
 Met een streep verbinden

Ebbinghaus illusie
Verklaring: Afstand. De cirkel die wordt omgeven door kleine cirkels is
relatief groot en wordt dus als groter gezien en vice versa.
Hoe hef je de illusie op of versterk je hem:
 Vormverschillen introduceren
 Verschil in grootte verkleinen

Vection
Verklaring: Deze illusie die ervoor zorgt dat je denkt dat je zelf beweegt terwijl je fysiek stationair
bent heet vection (de trein naast je rijdt weg). Vection kan worden verklaard doordat het in de loop
van onze evolutionaire ontwikkeling een handige truc was er vanuit te gaan dat wanneer het
grootste deel van ons visuele veld in beweging is dat we dan zelf in beweging zijn. Pas sinds de
ontwikkeling van treinen blijkt deze handige truc steeds verkeerd te gaan.  villa volta
Hoe hef je de illusie op of versterk je hem: Creëer een stilstaand punt in het kader. Als je je
bijvoorbeeld op het perron focust dan weet je dat je eigenlijk stil staat.

Conclusies werkgroep 2:
 Je ziet de wereld niet passief zoals hij is, maar je construeert de wereld om je heen actief
 Wat passieve waarnemingen lijken, zijn in feite onze eigen constructies
 Illusies zijn niet het bewijs van een ‘dom visueel systeem’ maar het draait om actief
waarnemen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elinemeuleman. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.77  1x  sold
  • (0)
  Add to cart