100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Basiskennis geschiedenis - Pabo toelatingstoets geschiedenis $8.63   Add to cart

Summary

Samenvatting Basiskennis geschiedenis - Pabo toelatingstoets geschiedenis

 10 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Bereid je voor op de toelatingstoets geschiedenis van de pabo. Alle informatie die je nodig hebt voor de toelatingstoets.

Preview 4 out of 39  pages

  • No
  • Unknown
  • July 6, 2024
  • 39
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting geschiedenis boek

Tijdvak 1: Jagers verzamelaars, >30.000 tot 3.000 V. Chr.

Mensen:
 Homo habilis (handige mens), vertrok vanuit Azië naar Afrika en Europa.
 Homo sapiens (verstandige mens)
 Neanderthalers (mensensoort in Europa voor homo sapiens)

De prehistorie is een tijd waaruit geen geschreven bronnen bekend zijn. De kennis over de
prehistorie is vooral gebaseerd op archeologisch onderzoek. Archeologen zijn de bewaarders
van het bodemarchief.

Jagers verzamelaars leiden een nomadisch bestaan, omdat ze steeds rondtrekken opzoek
naar voedsel. Zij leefden in een klimaat met sterk wisselende seizoenen, waardoor zij
wintervoorraden aan moesten leggen.

IJstijd > periode met extreme kou. De laatste ijstijd eindigde zo’n 13.000 – 10.000 jaar
geleden (toendraklimaat) en begon het klimaat in West-Europa iets warmer te worden.

Rendierjagers verbleven in de zomer in de omgeving van de Lage Landen om de trekkende
kuddes rendieren te onderscheppen. Door temperatuurstijgingen vertrokken de rendieren
naar het hoge noorden. De jager-verzamelaars in de Lage Landen hoefden rond 7.000 v. Chr.
Niet ver te trekken. Ze konden in een beperkt gebied blijven waar voldoende voedsel werd
gevonden.

De eerste boeren leefden ongeveer 10.000 v. Chr. In het Midden-Oosten, in een gebied dat
de ‘vruchtbare halvemaan’ (heuvelachtig gebied in Turkije) wordt genoemd. In dit gebied
ontstond rond 9.000 v. Chr. De eerste agrarische samenlevingen. Zo ontstond de agrarische
revolutie die veel grote gevolgen met zich mee bracht:
 Boeren gingen de natuur naar hun hand zetten
 De bevolking nam toe, omdat er meer voedsel beschikbaar was
 Sommige mensen werden vrijgesteld van werken op het land om zich te
specialiseren, bijvoorbeeld door het ontwikkelen van nieuwe technieken
 De samenleving werd gelaagd en complex. Er ontstond een hiërarchie met koningen,
priesters, soldaten, boeren en slaven.

Boeren bleven in nederzettingen bij hun akkers wonen. Ze konden meer voedsel
produceren, waardoor de bevolking in landbouwgebieden verder groeide. Uiteindelijk
hoefde niet iedereen zich meer met het werk op het land bezig te houden en konden
sommige zich specialiseren in ambachten. Ook zaten er verschillende nadelen aan de
overgang van jager-verzamelaars naar boeren:
 Boeren moesten meer tijd besteden aan het verkrijgen van voedsel, dan jager-
verzamelaars
 De vroege vormen van landbouw leidden vaak tot erosie van de bodem

,  De afvalhopen bij de nederzettingen werden een bron van ziekten. Bovendien
werden ziekten die normaal alleen bij dieren voorkwamen, overgedragen op de mens
(griep, de pest, pokken en q koorts)

Rond 5.300 bereikten de eerste boeren West-Europa. Deze boeren van de zogeheten
bandkeramiekcultuur vestigden zich graag op makkelijke te bewerken lössgrond (Zuid-
Limburg). Hier werden grote boerderijen gebouwd.

Een andere groep landbouwers vormde de trechterbekercultuur, zij leefden tussen 3.500 en
2.700 v. Chr. Zij kregen hun naam door de trechtervormige potten, bekers en schalen die
samen met sieraden en wapens in een hunebed (grafkelders, nog te vinden in Drenthe)
werden meegegeven aan een overledenen.

In Spanje en Frankrijk zijn verschillende grotten gevonden waar jager-verzamelaars 40.000
jaar geleden grottekeningen hebben gemaakt, deze tekeningen zijn meestal afbeeldingen
van dieren. Soms staan er ook handafdrukken op de wanden, deze worden gezien als
religieuze uitingen.


Belangrijke begrippen
 Agrarische revolutie > De overgang van jagen-verzamelen naar landbouw, vanaf
9.000 v. Chr., bracht veel veranderingen. Daarom wordt er gesproken over een
revolutie. Er ontstond een complexe samenleving en er werden veel nieuwe
technieken ontwikkeld.
 Bandkeramiekcultuur > De eerste boeren in Midden- en West-Europa rond 5.300 v
Chr. Legden akkers aan op de vruchtbare lössgrond. Daardoor vestigden zij zich ook
in Zuid-Limburg. Zij maakten aardewerk met een opvallende bandversiering.
 Rendierjagers > Jager-verzamelaars die in de laatste ijstijd tot ongeveer 10.000 v.
Chr. In West-Europa leefden op de toendra. Zij hielden rekening met het trekgedrag
van de rendieren, daarom leefden zij als nomaden.
 Trechterbekercultuur > Een volk van boeren dat rond 3.000 v Chr. Hunebedden
bouwde. Zij gaven aardewerk in de vorm van trechters mee aan de doden.
 Vruchtbare halvemaan > Een heuvelachtig gebied in het huidige Irak, Syrië, Turkije,
Libanon en Israël waar rond 9.000 v Chr. De landbouw ontstond. Hier gingen boeren
voor het eerst graan telen en vee houden.
 Vuursteen > Een goed bewerkbare steensoort. Afgeslagen vuursteen heeft scherpe
randen en werd als mes of pijlpunt gebruikt.

,Tijdvak 2: Grieken en Romeinen, 3.000 v. Chr. Tot 500 na Chr.

De stadstaten (het centrum van de stad, waar de ambtenaren leefden) van het Midden-
Oosten ontstonden in Mesopotamië (huidige Irak) en langs de nijl (Egypte).

Een goede oogst was belangrijk voor het voortbestaan van de nederzetting. In de gedachten
van de landbouwers moesten de goden hiervoor gunstig gestemd worden. Daarom werden
er tempels gebouwd, waarin priesters zich bezighielden met de zorg voor de goden.

Om de vruchtbare grond te verdedigen of te veroveren waren er soldaten nodig. Zij
gebruikten wapens die gemaakt werden door de ambachtslieden. Dit alles moest goed
georganiseerd en geleid worden door ambtenaren en bestuurders. Deze werden op hun
beurt weer geleid door een koning. Om al deze mensen te kunnen voeden, werden
belastingen geheven op de verbouwde producten en het vee. Belastingambtenaren gingen
hiervoor een administratie bijhouden, dit leidde tot het ontstaan van het eerste schrift (eerst
afbeeldingen op kleitabletten, later spijkerschrift).

In Griekenland ontstonden vanaf 800 v. Chr. Ook stadstaten (Athene, Sparta en Thebe).
Doordat Griekenland weinig vruchtbare grond had werden handel en scheepvaart ook heel
belangrijk. In de stadstaat Athene werden nieuwe ideeën ontwikkeld, zoals de democratie
(een bestuursvorm waarbij de volksvergadering van burgers de hoogste macht heeft) en
filosofie.

De stadstaat Rome groeide door verovering uit tot een groot Romeins rijk (270 v. Chr. – 476
na Chr.). In dit rijk werden veel zaken overgenomen uit de Griekse cultuur, zoals religie,
wetenschap en bouwstijlen. Hierdoor kunnen we spreken van een Grieks-Romeinse cultuur

Het centrum van het Romeinse Rijk was de stad Rome. Deze was rond 750 v. Chr. Uit enkele
nederzettingen ontstaan. De bewoners van Rome veroverden het omliggende gebied. Rond
270 v. Chr. Was geheel Italië veroverd, vervolgens werd het hele middellandse zeegebied tot
een rijk samengevoegd.
Later trokken de Romeinen verder naar het noordwesten van Europa. Zo kwamen ze rond 50
v. Chr. In de lage landen terecht. In deze tijd werd het Romeinse leger geleid door de
legeraanvoerder Julius Caesar. Zijn opvolger werd de eerste keizer van het Romeinse Rijk:
Caesar Augustus (27 v. Chr. – 14 na Chr.). Vanaf dat Augustus aan de macht kwam ontstond
er een periode van stabiliteit en welvaart in het rijk, die tot ongeveer 250 na Chr. Duurde: de
Pax Romana (de Romeinse vrede).

De organisatie van het Romeinse Rijk:
Het bestuur was op een efficiënte wijze georganiseerd. In alle veroverde gebieden of
provincies golden dezelfde wetten en hielden rechtbanken toezicht op het naleven van de
wetgeving. Het leger zorgde voor rust en veiligheid, waardoor handel kon worden gedreven.
Ondanks er veel verschillende volkeren leefden in het rijk, waren er ook veel
overeenkomsten:
 Latijn als gemeenschappelijke taal
 Romeinse schrift bevorderde de communicatie
 Romeinse muntstelsel werd door iedereen in het rijk gebruikt.

, Om de stad heen werd een stadsmuur met torens, poorten en een verdedigingsgracht
gebouwd. En ter herinnering aan de veroveringstochten van een keizer werden vaak
triomfbogen opgericht. De beeldhouwwerken op de bogen toonden de hoogtepunten van
de verovering. Voor de vrijetijdsbesteding werden er ook badhuizen, theaters en arena’s
gebouwd. Bij het bouwen van grote bouwwerken gebruikten de Romeinen boogconstructies
om stevigheid aan het bouwwerk te geven en tegelijkertijd materiaal te besparen.

De ondergang van het West-Romeinse Rijk:
Hier zijn verschillende oorzaken op aan te wijzen, zoals:
 Problemen met de opvolging van de keizers
 Slechts weinig keizers overleden door ouderdom of ziekte, vaak was hun dood
gewelddadig
De belangrijkste reden van de ondergang kwam echter van buiten het Romeinse Rijk. Vanaf
250 na Chr. Kwamen de grenzen onder druk te staan van de grote volksverhuizingen. Het
nomadische volk de Hunnen trokken vanuit Midden-Azië in westelijke richting en zette
hiermee de Grote Volksverhuizing in gang.

Een bijkomend probleem was dat de economie in een crisis raakte door
belastingverhogingen die nodig waren om het leger te versterken.

In 395 na Chr. Werd het Romeinse Rijk opgedeeld in twee delen:
 West Romeinse rijk (hoofdstad Rome)
 Oost Romeinse Rijk (hoofdstad Constantinopel)
Ieder deel werd bestuurd door een eigen keizer.

In 402 na Chr. Trokken de West-Romeinse legers zich terug van de grenzen, met als doel om
Rome te beschermen. Vervolgens trokken veel Germaanse volken het rijk binnen. In 476
werd de laatste West-Romeinse keizer afgezet en hield het West-Romeinse rijk op te
bestaan.

Om de grens (Limes) te bewaken werden op regelmatige afstand van elkaar wachttorens en
forten langs de rivier gebouwd. Deze werden met elkaar verbonden door een weg, zodat de
soldaten die de grens bewaakten zich snel te voet konden verplaatsen.

Bataafse hulpsoldaten:
Een groot deel van het volk wat in Noord-Europa woonden, waren de Germanen. Er waren
verschillende Germaanse stammen, zoals: de Friezen, de Bataven en de Kananefaten. De
Romeinen maakten voor hun leger graag gebruik van Germaanse hulpsoldaten. Zij namen in
de loop van de tijd gewoonten van de romeinen over.

In het jaar 69 na Chr. Kwamen de Bataven samen met andere Germaanse stammen in
opstand tegen de Romeinen, met grote moeite wisten de Romeinen deze opstand te
bedwingen. De leider van de Bataafse opstand noemde zich Julius Civilis.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romyroelofsen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.63. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.63
  • (0)
  Add to cart