HC H11-H12 Membraan structuur en transport over het celmembranen
H11.1 Membranen
Eukaryote cel
- Allemaal binnenmembranen (structuren)
- Veel groter dan prokaryoten cellen
Eisen en processen van een membraan
- Meeste signalen komen niet door membraan heen
- Membraan moet signaal opmerken en proces in gang brengen
- Moeten moleculen in en uit
- Afvalstoffen uit
- Groeifactoren en zuurstof in
- Capaciteit voor beweging expansie (flexibel zijn)
Opbouw
- Fosfolipiden
- Positie 1 & 2 (on)verzadigd vetzuurstaart
- Positie 3: Fosfaat en choline groep
- Amfipatisch molecuul
- Vloeibaarheid bepaald door:
- Temperatuur
- Samenstelling
- Vetzuren (lengte en verzadiging)
- Langer —> meer interacties, meer rigide membraan
- Onverzadigd: meer ruimte, minder interacties, minder rigide membraan
- Cholesterol
- Met zijn polair hoofd bij polair hoofd van fosfolipide
- Maakt membranen vloeibaarder en vaster: buffer
- Met afstand tussen en verbinding te maken met fosfolipiden
- Alleen dierlijke cellen
- Bij eukaryoten wordt de lengte van de staarten op de temperatuur
aangepast
- Eiwitten
Vorming van fosfolipiden
- In het membraan van ER aan de kant van het cytosol
- Vervolgens nog processen die zorgen dat de fosfolipiden in het membraan aan de ER lumen
wordt geplaatst:
- Scramblase
- Schermt de hydrofiele kop af en flip flopt de willekeurig fosfolipiden naar de andere kant
- Zijn veel verschillende vormen fosfolipiden
,Opbouw membraan asymmetrie start in het Golgi
- Blaasjes van ER —> blaasjes van golgi —> blaasjes naar buitenkant
- Flippase
- Flipt specifieke fosfolipiden in het membraan
- Functie:
- Om signaleringseiwitten die aan binnenkant en buitenkant van membraan
horen daar te plaatsen
- Glycolipiden zitten altijd aan ECM kant
- Worden in het golgi gevormd
Functie membraaneiwitten
- Transporters & kanalen (groen)
- Ankers voor membraan vastbinden aan cytoskelet of
aan ECM
- Signaaltransductie receptoren
- Enzymen (rechts): stoffen omzetten
Eiwitten in het membraan
- Integrale membraan eiwitten
- Alpha helix en beta sheet geankerd
- Monolaag alpha helix in membraan
- Eiwitten met een lipide als anker in het membraan
- Perifere membraaneiwitten —> echte membraaneiwitten
- Membraaneiwitten aan ander eiwit
- Kunnen niet allemaal vrij bewegen in cel
- Geankerd in de cel
- Geankerd aan elkaar
- Geankerd tussen twee cellen
- Eiwitten geblokkeerd door tight junctions
11.2 Principen van transmembraan transport
,Verdeling van ionen over plasmamembraan
- Veel Na+ buiten
- Veel K+ binnen
- Veel Ca2+ buiten, weinig in cel maar veel in ER
- Beetje meer H+ binnen
- Veel Cl- buiten
Mate van diffusie wordt bepaald door:
- Grootte
- Lading
- Polariteit
Diffusie
- Ionkanalen, hydrofiele binnenkant
- Auqaporines
- Transporter: verandert van conformatie
- Kanalen: verandert niet van conformatie
Drijvende kracht
- Concentratie gradiënt
- Elektrochemisch gradiënt
- Kunnen elkaar tegenwerken waardoor een deel van de moleculen tegen z’n gradient in gaat
- Bij transporters is het dan een actieve transporter
11.2 Transporters en de hun functie
Passief transport = facilitated transport
Actief transport:
- ATP
- Gradient gedreven
- Licht
ATP
- Voorbeelden:
- Natrium-kalium pomp
- Natrium wil binden (elektrochemisch gradient af)
1. Natrium bindt
2. Pomp fosforyleert zichzelf met ATP
3. Fosforylering zorgt voor conformatieverandering, Natrium vertrekt
4. K+ bindt
5. Pomp defosforyleert zichzelf
6. Pomp gaat terug naar originele
vorm, K+ vertrekt
- Export van Na+, import van H+
- Ca2+ pomp
- Aspartine zuur wordt gefosforyleerd —>
Ca2+ in SR
- Aspartine zuur wordt gedefosforyleerd
—> Ca2+ in cytosol komt in pomp
- Export van H+
- H+ pomp
, Gradient gedreven
- Ene gradient gebruiken om de andere mee te nemen
- Symport
- Antiport
- Uniport
- Voorbeelden:
- Na+/glucose pomp
- Natrium zijn gradient af
- Glucose tegen z’n gradiënt in
- Import van Glucose
- Na+-H+ exchanger
- Export van H+
Dierlijke cellen: natriumpomp
Plantencellen: protonenpomp
Licht
- Voorbeelden:
- Bacteriorhodopsin
- Export van H+
11.3 Ionkanalen
Selectiviteits filter dat alleen 1 ion erdoorheen kan
Membraanpotentiaal
- K+ lek kanalen dicht: membraan potentiaal = 0
- K+ lek kanalen open: membraan potentiaal = - 80 mV
- Met Nernst vergelijking uit te rekenen:
Activatiekanalen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pipleopold. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.48. You're not tied to anything after your purchase.