Inhoudsopgave
1 Drie belangrijke feiten over economische fluctuaties ............................................................ 2
1.1 Economische schommelingen zijn onregelmatig en onvoorspelbaar ................................... 2
1.2 De meeste macro-economische variabelen schommelen samen ......................................... 3
1.3 Een daling van de productie heeft een stijging van de werkloosheid tot gevolg .................. 3
2 Verklaring van economische schommelingen op korte termijn .............................................. 3
2.1 Hoe korte termijn verschilt van lange termijn....................................................................... 3
2.2 Het basismodel van economische fluctuaties ....................................................................... 4
3 De geaggregeerde vraagcurve (AD curve) ............................................................................. 5
3.1 Beweging op de AD curve ...................................................................................................... 5
3.2 Het negatieve verloop ........................................................................................................... 6
3.2.1 Het welvaartseffect....................................................................................................... 6
3.2.2 Het intrestvoet-effect ................................................................................................... 6
3.2.3 Het wisselkoerseffect.................................................................................................... 6
3.3 Verschuiving van de AD curve ............................................................................................... 8
4 De geaggregeerde aanbodcurve ........................................................................................... 9
4.1 De lange termijn AS curve (LRAS) .......................................................................................... 9
4.1.1 Het natuurlijk niveau van productie ............................................................................. 9
4.1.2 Verschuivingen van de LRAS ....................................................................................... 10
4.1.3 Langetermijngroei en inflatie...................................................................................... 11
4.1.4 Het evenwicht op lange termijn ................................................................................. 12
4.2 De korte termijn AS curve (SRAS) ........................................................................................ 12
4.2.1 Beweging op de SRAS curve ........................................................................................ 12
4.2.2 De positieve helling..................................................................................................... 13
4.2.3 Het verwachte prijsniveau .......................................................................................... 14
4.2.4 Verschuiving van de SRAS curve ................................................................................. 14
4.3 Van het korte termijn evenwicht naar het lange termijn evenwicht .................................. 15
5 Twee oorzaken van economische fluctuaties ...................................................................... 19
5.1 De effecten van een verschuiving van de AD curve ............................................................ 19
5.1.1 Verschuiving van de AD curve naar links .................................................................... 19
5.1.2 Verschuiving van de AD curve naar rechts ................................................................. 22
5.2 De effecten van een verschuiving van de (SR)AS curve ...................................................... 23
5.2.1 Een tijdelijke verschuiving van de SRAS curve ............................................................ 23
5.2.2 Verschuiving van de LRAS curve ................................................................................. 25
5.3 Stappenplan ......................................................................................................................... 26
6 Nieuw Keynesiaanse economie .......................................................................................... 27
CHAPTER 28: GEAGGREGEERDE VRAAG EN GEAGGREGEERD AANBOD 1 van 27
, CHAPTER 28: Geaggregeerde vraag en geaggregeerd
aanbod
1 Drie belangrijke feiten over economische fluctuaties
- Kortetermijnschommelingen komen in de economie voor in alle landen en op talloze momenten in
de geschiedenis. Voor deze schommelingen te begrijpen, kijken we naar drie belangrijke feiten:
• Economische schommelingen zijn onregelmatig en onvoorspelbaar
(bv. Coronapandemie, oorlog in Oekraïne…)
• De meeste macro-economische variabelen schommelen samen
• Een daling van de productie heeft een stijging van de werkloosheid tot gevolg
1.1 Economische schommelingen zijn onregelmatig en
onvoorspelbaar
- Als we op lange termijn kijken dan zien we dat over de jaren heen er sprake is van groei
We zijn productiever geworden (bv. door betere technologieën, betere scholing…)
Deze lange termijn trend kan voorgesteld worden door de rechte (= trendmatige groei)
- Als we kijken op korte termijn dan zien we dat we de lange termijn trend groei niet strikt volgen
• Er zijn periodes waar er minder geproduceerd wordt dan wat effectief mogelijk is
(kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van een vermindering van de vraag door een daling van het consumentenvertrouwen)
Negatieve output gap: Er wordt minder geproduceerd dan wat men in staat is te
produceren
• Er zijn ook periodes waar er sprake is van een oververhitting
Positieve output gap: Een economie produceert meer dan wat mogelijk is
(Dit heeft ook negatieve gevolgen: De productiemiddelen worden zodanig overbevraagd dat dit leidt tot inflatie)
- Op korte termijn zijn er schommelingen in de economie = business cycles (= conjunctuur)
CHAPTER 28: GEAGGREGEERDE VRAAG EN GEAGGREGEERD AANBOD 2 van 27
, 1.2 De meeste macro-economische variabelen schommelen samen
- De meeste macro-economische variabelen fluctueren nauw met elkaar:
• Negatieve output gaps gaan vaak gepaard met een stijging van de werkloosheid
• Positieve output gaps gaan vaak samen met een stijging van het nationaal inkomen en
bedrijven die meer winsten genereren om bijkomend te kunnen investeren
- De investeringen variëren heel sterk
Zelfs in periodes van recessie is het mogelijk dat – door bepaalde overheidsmaatregelen –
bedrijven toch sterk investeren (bv. bedrijven worden meer gedwongen om duurzaam te ondernemen)
1.3 Een daling van de productie heeft een stijging van de
werkloosheid tot gevolg
- De wet van Okun: Er is een negatieve relatie tussen werkloosheid en reëel bbp
• Wanneer de vraag naar goederen en diensten sterk terugvalt, kunnen de bbp fluctuaties zeer
snel negatief worden
• De werkloosheid reageert daarentegen trager (= lagged indicator)
Bedrijven nemen eerder een afwachtende houding aan en zullen niet onmiddellijk
mensen ontslaan
- Okun is ook gekend voor de “Leaky Bucket”: Het verlies van welvaart door inefficiënties
Hij toonde dat een economie die aan welvaartsverdeling doet, rekening moet houden met de
inefficiënties (bv. Wanneer de overheid subsidies verleent, zijn de bedrijven die deze subsidies ontvangen niet
meer zo gestimuleerd om hun productiemiddelen zo efficiënt mogelijk in te zetten. Ook al zijn ze minder efficiënt,
ze worden toch gesubsidieerd)
- Daarnaast is hij ook gekend voor de “Misery Index”: Een index die de economische pijn of 'misère'
in een land meet
In welke mate heeft een economie te kampen met hoge inflatie en hoge werkloosheid
2 Verklaring van economische schommelingen op korte
termijn
2.1 Hoe korte termijn verschilt van lange termijn
- In dit hoofdstuk wordt het verband gelegd tussen korte termijn en lange termijn
We hebben al gezien dat wanneer de overheid een budgettair beleid voert door
infrastructuurwerken uit te voeren, de output op korte termijn gestimuleerd kan worden
MAAR: we gaan zien dat dit op lange termijn weinig effect heeft
Hetzelfde voor een monetair beleid: Op korte termijn leidt dit tot een toename van het bbp
MAAR: we gaan zien dat dit geen effect zal hebben op het lange termijn bbp
CHAPTER 28: GEAGGREGEERDE VRAAG EN GEAGGREGEERD AANBOD 3 van 27
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evsmts. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.