100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
B2 Burgerlijk procesrecht samenvatting $8.22   Add to cart

Summary

B2 Burgerlijk procesrecht samenvatting

 7 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

B2 Burgerlijk procesrecht samenvatting

Preview 4 out of 80  pages

  • July 6, 2024
  • 80
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Compendium burgerlijk procesrecht – Gras, Hendrikse, Jongbloed

Hoofdstuk 1 – Inleiding

1.1 Doelstellingen van het burgerlijk procesrecht
Burgerlijk recht valt uiteen in twee delen:
 Vermogensrecht  rechten staan in beginsel ter vrije beschikking van de
rechtssubjecten. Rechter ingeroepen ter beslechting van een geschil over de inhoud
van de rechtsbetrekking of ter verkrijging van een afdwingbare veroordeling.
 BPR heeft tot taak om het mogelijk te maken de uit het privaatrecht
voortvloeiende aanspraken op een efficiënte, effectieve en eerlijke wijze te
verwezenlijken.
 BPR moet de door het materiële recht nagestreefde orde handhaven.
 BPR bevat voor twee verschillende onderwerpen een regeling, namelijk voor
de procedure die tot een beslissing omtrent de rechtsverhouding tussen
partijen moet leiden en voor de tenuitvoerlegging van die beslissing
(executie), waarvoor zo nodig dwangmiddelen ter beschikking staan.
 Deze twee onderdelen worden verbonden door de beslissing van de rechter 
meestal door vonnis.
 De gedingvoerenden hebben aanspraak op overheidshulp ter handhaving van
hun private rechten, zowel in het stadium van de gedingvoering in
samenspraak met de rechter als in dat van de tenuitvoerlegging met behulp
van de deurwaarder.
 Personen- en familierecht  de private rechten staan niet zonder meer ter vrije
beschikking; de taak van de rechter is gericht op de bescherming van specifieke
belangen.
 BPR moet het mogelijk maken dat het rechtssubject op eenvoudige wijze
toegang tot de rechter heeft.
 BPR moet de rechter in staat stellen de hem opgedragen staatszorg actief uit
te oefenen. Ingrijpen van de rechter wordt bepaald door rechtmatigheid en
doelmatigheid van zijn beslissing.

1.2 Eigenrichting
 Eigenrichting  het zonder overheidshulp met eigen machtsmiddelen afdwingen van
een (vermeende) burgerrechtelijke aanspraak  leidt vaak tot escalatie van het
conflict  recht van de sterkste.
 BPR stelt middelen tot handhaving van de privaatrechtelijke rechtsorde ter
beschikking, die met staatsmacht kunnen worden afgedwongen  ontoelaatbare
vormen en escalatie van eigenrichting voorkomen.

1.3 Eigenlijke en oneigenlijke rechtspraak
 Eigenlijke rechtspraak  de taak van de burgerlijke rechter om vermogensrechtelijke
geschillen te beslissen/afdwingbare vorderingen uit te spreken (contentieuze
rechtspraak).
 Oneigenlijke rechtspraak  de bemoeienis van de rechter op het terrein van het
personen- en familierecht (voluntaire jurisdictie (vrijwillige rechtspraak)).

,1.4 Soorten procedures
1.4.1 De dagvaardings- en verzoekschriftprocedure
Verschillen:
1. Dagvaardingsprocedure vangt meestal aan met een dagvaarding  de door een
deurwaarder uitgebrachte tot de tegenpartij gerichte oproep om een bepaalde dag
voor de rechter te verschijnen met een omschrijving van de eis en gronden.
Verzoekschriftprocedure wordt ingeleid met een schriftelijk verzoek, ingediend bij de
griffie van de bevoegde rechterlijke instantie.
2. In eerste aanleg is in het algemeen de rechtbank het bevoegde gerecht om van
burgerlijke zaken kennis te nemen (absolute competentie). Voor beide procedures
gelden vervolgens wel eigen regels die aangeven of de sector civiel dan wel de
kantonrechter de zaak zal behandelen en welke rechtbank of kantonrechter (relatieve
competentie). Kanton  partijen kunnen in persoon procederen. Civiel  verplichte
procesvertegenwoordiging. Relatieve competentie per procedurevorm verschillend
geregeld  in dagvaardingszaken is in beginsel de rechter van de woonplaats van de
gedaagde bevoegd en in verzoekschriften de rechter van de woonplaats van de
verzoeker.
3. In de dagvaardingsprocedure reageert de gedaagde schriftelijk op de dagvaarding
(conclusie van antwoord). Dan wordt een mondelinge behandeling bevolen, tenzij de
rechter dat ongeschikt acht. Na de mondelinge behandeling kan verdere
conclusiewisseling worden toegestaan; was die behandeling niet bevolen, dan zal
deze conclusiewisseling steeds plaatsvinden. Uiteindelijk wordt bij vonnis uitspraak
gedaan. In de verzoekschriftprocedure wordt na ontvangst van het rekest vastgesteld
wanneer het verzoek ter zitting zal worden behandeld. De verzoeker en de andere
belanghebbenden worden door de griffier opgeroepen. Belanghebbenden kunnen in
de tussentijd een verweerschrift indienen. Na de behandeling ter zitting, waarbij
verschenen belanghebbenden worden gehoord, volgt een beschikking.
4. Opstelling van de rechter in de dagvaardingsprocedure is minder actief dan in de
verzoekschriftprocedure. Gedachte is dat partijen in beginsel vrij zijn om de
processuele verwezenlijking van hun materiële rechten naar eigen inzicht te bepalen.
Vanwege lange duur en hoge kosten van dagvaardingsprocedure ligt het primaat bij
de partijen. Niettemin is de rechter bij dagvaardingsprocedure meer afhankelijk van
de partijen dan in de verzoekschriftprocedure.
5. Vordering/vorderen  dagvaardingsprocedure. Verzoek/verzoeken 
verzoekschriftprocedure.

1.4.2 De (andere systematiek van de) KEI-wetgeving en wat daarvan resteert
KEI  Kwaliteit en Innovatie rechtspraak  wetgevingspakket strekkende tot digitalisering en
vereenvoudiging/versnelling van de civiele procedure.

Landelijke inwerkingtreding van een aantal bepalingen uit de KEI-wetgeving
 Codificatie van jurisprudentie  22 Rv
 Wetstechnische en redactionele aanpassingen
 30p Rv  mondeling uitspraak
 19 lid 2 Rv  de rechter kan ambtshalve of op verlangen van een van de partijen alle
beslissingen nemen die nodig zijn voor een goed verloop van de procedure.

,Gefaseerde inwerkingtreding van de (gehele) KEI-wetgeving
 Gefaseerde invoering van bepalingen die verband houden met de digitalisering of de
invoering van de uniforme procedure  naar onderwerp, tijdstip, arrondissement en
hofressort.

‘Doorstart’ van enkele inhoudelijke vernieuwingen uit de KEI-wetgeving
 Er zijn voordelen die losstaan van de digitalisering en die de versterkte regiefunctie
van de rechter en de uitgebreidere mogelijkheden op en rond de mondelinge
behandeling betreffen.
 Met de algemene regeling voor de mondelinge behandeling verdwijnen de begrippen
comparitie en comparitie na antwoord.
 87 lid 1 Rv  het pleidooi maakt als afzonderlijke proceshandeling plaats voor het
uitgangspunt dat de rechter – op verzoek van partijen of van een van hen dan wel
ambtshalve – in alle gevallen en in elke stand van het geding een mondelinge
behandeling kan bevelen. Lid 8  als geen mondelinge behandeling heeft
plaatsgevonden, kunnen partijen aanspraak maken op een gelegenheid om alsnog
hun standpunt mondeling uiteen te zetten.
 Praktijk  termen pleidooi en comparitie zullen wel worden gebruikt, maar
mondelinge behandeling op de voet van 87-90 Rv is bedoeld.

1.5 De rechtsvordering
 Rechtsvordering  de in rechte ingestelde eis  kan belichaamd zijn in een
dagvaarding, in een tegeneis, in de conclusie van antwoord, en in een verzoek of
tegenverzoek. Het is het processuele middel dat in het procesrecht is vereist om een
beslissing te verkrijgen.
 Uitgangspunt  een partij meent een materiële aanspraak te hebben, een in het
materiële recht geworteld subjectief recht.
 Aan dit subjectieve recht is in beginsel het recht verbonden om het af te dwingen
door ter zake een rechtsvordering in te stellen, het vorderingsrecht.
 Er zijn ook subjectieve rechten die niet afdwingbaar zijn  natuurlijke verbintenis.
Deze ontberen een vorderingsrecht van meet af aan, hetzij door tijdsverloop. Bij
bevrijdende verjaring gaat het vorderingsrecht teniet  subjectieve recht blijft
bestaan als natuurlijke verbintenis.

1.8 Belangvereiste en misbruik van procesrecht
 6 EVRM  eenieder heeft recht op toegang tot de civiele rechter.
 3:303 BW  zonder voldoende belang komt niemand een rechtsvordering toe.
 3:13 BW  misbruik van bevoegdheid.
 Gebrek aan belang  de situatie dat een partij met het processuele middel dat hij
inzet in praktische zin niets opschiet.
o Eerste kwalitatief aspect  het belang moet voldoende zijn, te gering kan dus
niet.
o Niet-kwalitatief aspect  ‘adagium van het gezonde verstand’  het gekozen
processuele middel moet dienstbaar kunnen zijn aan het doel dat dat middel in
het procesrecht heeft.

, o Tweede kwalitatief aspect  de burgerlijke rechter is steeds vaker geconfronteerd
met de vraag welke andere dan financiële belangen voldoende of geschikt zijn om
van hem een beslissing te vragen.
 Misbruik van bevoegdheid  levert tot een schadevergoeding verplichtende
onrechtmatige daad.
o Misbruik van bevoegdheid is bekend als een van de gronden waarop een verzoek
tot voorlopig getuigenverhoor kan worden afgewezen.
o Ook kan er sprake van zijn wanneer een eiser zijn vordering heeft gebaseerd op
feiten en omstandigheden waarvan hij de onjuistheid kende of had behoren te
kennen of op stellingen waarvan hij op voorhand had moeten begrijpen dat zij
geen kans van slagen hadden.
o Belang van kwalificatie  de proceskostenveroordeling die bij dat misbruik past.

1.13 Procesrecht van Europese herkomst
De toegenomen aandacht voor justitiële samenwerking en de vereenvoudigde
wetgevingsprocedure hebben ertoe geleid dat het aandeel van Europese regelgeving in het
Nederlandse procesrecht snel is toegenomen. Veel richtlijnen en verordeningen over
uiteenlopende onderwerpen.

Rechterlijke bevoegdheid, erkenning en tenuitvoerlegging
Ter uitvoering van art. 293 EG-Verdrag (oud) is in 1968 te Brussel tussen de toenmalige EEG-
landen (Frankrijk, Duitsland, Italië̈, België̈, Nederland en Luxemburg) een verdrag gesloten
betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in
burgerlijke en handelszaken, het EEX-Verdrag. Op grond van art. 65 EVG is het verdrag in
2000 omgezet in de gelijknamige verordening (aangeduid als EEX-Vo of ook wel Brussel I),
welke in 2002 in werking is getreden.67 Deze verordening is per 10 januari 2015 vervangen
door een nieuw – gewijzigd – exemplaar (aangeduid als of Brussel I bis-Verordening).

Hoofdstuk 2 – Artikel 6 EVRM en algemene voorschriften voor procedures

2.2 De toegang tot de rechter
 Het recht op toegang tot de burgerlijke rechter is afgeleid uit 6 EVRM  de civiele
procedure moet daadwerkelijk openstaan voor rechtzoekenden  zo min mogelijk
feitelijke en wettelijke belemmeringen.
 Ontbreken van gefinancierde rechtsbijstand kan een schending van het verdrag
opleveren.
 Recht op toegang tot de rechter is ook geschonden wanneer een rechterlijke
uitspraak na lange tijd nog niet ten uitvoer kan worden gelegd.
 Sprake van terughoudendheid bij het aannemen van misbruik van procesrecht.

2.2.1 De kosten van de civiele procedure
 Kosten van ingeroepen rechtsbijstand, griffierecht.
 In kantonzaken is het griffierecht hoger naarmate de hoofdsom de € 500 en de €
12500 overstijgt. Bij de andere gerechten zijn de grensbedragen € 12500 en €
100000.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller erdgnb1905. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.22. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.22  1x  sold
  • (0)
  Add to cart