100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Thema 2 Attitudes & emoties in organisaties (NL - 9,8 behaald) $7.48   Add to cart

Summary

Samenvatting Thema 2 Attitudes & emoties in organisaties (NL - 9,8 behaald)

 44 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Thema 2 Attitudes & emoties in organisaties (NL - 9,8 behaald) Master POP

Preview 3 out of 26  pages

  • September 5, 2019
  • 26
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Probleem 2
Vignet 1
Theories of motivation – Jex, S.M. & Britt, T.W. (1994)

Waarom is motivatie belangrijk om te onderzoeken:
1. Motivatie is key om vele soorten gedrag in organisaties te begrijpen
2. Door de dynamics die onderliggen aan gedrag te begrijpen, kun je gedrag uiteindelijk
voorspellen
3. Begrijpen van motivatie kan organisaties helpen om productief werkgedrag aan te
moedigen en contraproductief werkgedrag tegen te gaan.

Motivatie = een hypothetisch construct, we kunnen het niet zien of voelen, maar we kunnen
wel de effecten ervan observeren die indicatief zijn voor verschillende levels van motivatie.
- Motivatie bepaalt de vorm, richting, intensiteit en duur van werk-gerelateerd gedrag.
- De component intensiteit van motivatie richt zich op wilskracht/bedrijvigheid en de
hoeveelheid energie die in een doelgerichte werkprestatie wordt gestopt.
- Duratie verwijst naar hoe lang een individu een bepaalde koers op het werk
aanhoudt, en zelfs volhoudt als er moeilijkheden zijn.
- Motivatie is een voorspeller voor well-being en prestatie.

Drie basisassumpties van motivatie:
1. Motivatie betreft keuzes maken
Motivatie wordt weerspiegeld in de keuzes die we maken.
BV. Als je ervoor kiest om 12 uur per dag te werken, weerspiegelt dat de motivatie
voor succes van carrière.
2. Motivatie betreft het toewijzen van resources
We hebben een beperkte hoeveelheid van cognitieve, attentional en tijds-resources.
Motivatie beïnvloedt de keuze waar je deze resources aan wilt opmaken.
3. Motivatie is een multi-level proces
We zijn door veel dingen tegelijkertijd gemotiveerd. Je kunt at the same time
gemotiveerd zijn voor goede gezondheid, succes op het werk of familie. Je moet
daarin afwegingen maken.

Je kunt motivatietheorieën in 5 categorieën plaatsen (de eerste 4 zijn brede, psychologische
theorieën die zijn toegepast op de werkomgeving en de 5e is speciaal ontworpen voor de
werkomgeving)

1. Need-based theories: verklaren werk motivatie in de mate waarin werknemers aan
belangrijke behoeften/needs op de werkvloer voldoen.
Needs = variabele interne staten die energie en directie geven aan bepaald gedrag als
ze geactiveerd of opgewekt worden. Needs worden opgewekt door verschillende
stimuli in de omgeving en dirigeren en sturen gedrag
Needs zijn de motivatie voor gedrag

,Maslow’s need hiërarchie (1943)
Needs zijn de drijvende kracht van gedrag en
hierin is een hiërarchie te vinden. Alle levels
worden sequentieel opgevolgd.
- Physiological needs – fysiologisch
noodzakelijk om te blijven leven
o Werk-gerelateerd: werken voor
voedsel
- Safety needs – behoefte voor veiligheid
o Werk-gerelateerd: werken voor een
huis in een veilige buurt en voor
zekerheid van pensioen.
- Love & belonging needs – de behoefte om
betekenisvolle sociale relaties met andere
aan te gaan en om ergens bij te horen
o Werk-gerelateerd: sociale contacten met collega’s; zo kun je beter met
negatieve aspecten van je werk omgaan.
- Esteem needs – de behoefte om je competent te voelen en je ergens meester in te
voelen.
o Werk-gerelateerd: in werksetting kan aan esteem en competentie voldaan
worden door goed te presteren en zich te meesteren in het vak.
- Self-actualisatie need – de behoefte om een individu’s maximale potentieel te
bereiken en mogelijkheden te vergroten
o Werk-gerelateerd: komt niet veel voor, maar voldoening halen uit je werk in
zoverre dat je jezelf ontzettend verbeterd.
 Het is geen empirisch ondersteunde theorie voor het voorspellen van werkgedrag, het
heeft meer historische waarde.

Alderfer’s ERG theory van motivatie (1969)
Hij voegde de 5 hiërarchieën samen tot 3 levels:
1. Existence: fysiologische en safety needs
2. Relatedness: social/belonging needs
3. Growth: self-esteem en self-actualization needs
Ze hoeven niet in een strikt hiërarchisch system gedrag te beïnvloeden, je kunt ook met
meerdere levels tegelijk en door elkaar bezig zijn. Je kunt ook van boven terug naar
onderstaande levels om die te maximaliseren.
 Gemixte bewijzen gevonden voor de theorie, wordt ook niet meer gebruikt als huidig
bewijs

Need for Achievement theory (1964)
Legt de nadruk op een specifieke need: Need for Achievement. Mensen die een hoge need
for achievement hebben:
- Kiezen hogere levels van risico’s
- Hebben een sterk verlangen naar kennis van resultaten en feedback
- Hebben de neiging om geabsorbeerd te worden door hun werk

, McClelland stelt dat need for achievement ook per maatschappij bekeken kan worden; de
ene maatschappij heeft een hogere need for achievement en dat verklaart het verschil in
economische groei.
Need for Achievement: mensen met hoge need for achievement helpen mensen bij coping
van hoge werkeisen
 Bruikbaarder dan de andere theorieën omdat het een nauwe focus heeft, maar daarom
ook vrij beperkt.


2. Cognitive proces theories leggen de nadruk op de beslissingen en keuzes die
werknemers maken wanneer ze hun efforts/moeite toewijzen.
Cognitieve processen zijn de motivatie voor gedrag.

Social Exchange theory
Deze theorie is ontwikkelt om uit te leggen hoe we afwegen en balanceren hoeveel energie
we in bepaalde interacties stoppen en wat we daarvoor terugkrijgen. Menselijke interacties
worden gezien als economische transacties.

Equity theory
De equity theory is een type van een social exchange theory die focust op hoe mensen de
fairness/eerlijkheid van sociale uitwisselingen vaststellen.
Equity theory in werkcontext
Werknemers vergelijken op een cognitief niveau wat de ratio van inputs-to-outcomes is en
vergelijken deze met de ratio van een vergelijkbare standaard.
- Inputs = wat ze in de baan stoppen; academische vaardigheden, werkervaring,
moeite, e.d.
- Outputs = wat werknemers voelen dat ze terugkrijgen uit de baan; salaris,
complimenten van supervisor, gevoel van voldoening, e.d.
- Standaard = een standaardratio waarmee ze zich vergelijken; een collega met
dezelfde functie, een persoon met dezelfde functie in een andere baan, e.d.
Wanneer de ratio van input-to-outcomes gelijk is aan die van de vergelijkbare standaard,
ontstaat er een staat van gelijkheid of equity.
Wanneer deze ratio’s verschillen ontstaat er een staat van ongelijkheid of inequity en wordt
een werknemer gemotiveerd om deze ongelijkheid te herstellen. Dit uit zich vaak in angst of
boosheid.
De meest bekende vorm van inequity is onderbetaling wat leidt tot:
- Verhogen van outcomes; vragen om loonsverhoging
- Verminderen van input; minder moeite doen
- Cognitieve aanpassingen; verandering van perceptie op de inputs of outcomes
- Changing the comparative standard; met iemand anders vergelijken
o BV: beseffen dat je minder salaris nodig hebt omdat je leefomstandigheden
goedkoper zijn dan die van mensen die in een grote stad leven.
- Leaving the field; van baan veranderen.
Inequity in de vorm van overbetaling komt minder vaak voor. Hierbij worden dezelfde
basisstrategieën gebruikt om gelijkheid te herstellen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller leonievv. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.48. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.48  2x  sold
  • (0)
  Add to cart