100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting cursus onderzoekspracticum inleiding onderzoek $6.02   Add to cart

Summary

Samenvatting cursus onderzoekspracticum inleiding onderzoek

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Voor de toelating tot de premaster pedagogische wetenschappen aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam moet je de cursus onderzoekspracticum inleiding onderzoek PB0212-232444B halen aan de Open Universiteit. Deze samenvatting bevat een samenvatting van alle leerstof uit de cursus. Zowel de info...

[Show more]

Preview 4 out of 47  pages

  • July 7, 2024
  • 47
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting onderzoekspracticum inleiding onderzoek – Open Universiteit

Thema 1 ‘basisconcepten’
1.1. Wetenschappelijk onderzoek

Wetenschap algemeen
Wetenschap vormt de zoektocht naar kennis, waarbij die kennis via een systematische methode
wordt verkregen. De wetenschappelijke methode vormt een systematische methode om te leren over
werkelijkheid.

Om te weten wat werkt en welke effecten een bepaalde interventie heeft, is wetenschappelijk
onderzoek nodig.

Op een systematische manier verkregen wetenschappelijke kennis zorgt ervoor dat uitspraken over
de werkzaamheid van deze interventies voorbij gaan aan anekdotische en subjectieve ervaringen en
zo goed mogelijk aansluiten bij de werkelijkheid.

Onderzoek cyclus
In het systematische proces van wetenschappelijk onderzoek zijn 5 fasen, die samen de empirische
onderzoek cyclus vormen. Empirisch onderzoek is onderzoek waarbij data worden verzameld. In de
praktijk is bijna al het onderzoek te beschouwen als empirisch onderzoek. De empirische cyclus is een
iteratief proces (het verbeteren van een proces/product).

De empirische onderzoek cyclus omvat vijf fasen:
- onderzoeksvraag formuleren
- studie ontwerpen
- data verzamelen
- data analyseren
- rapporteren

In de praktijk lopen de fasen enigszins door elkaar heen. Het is wel onherroepelijk dat
dataverzameling nooit kan starten voordat de studie ontworpen is. Op dat moment staat dus ook de
onderzoeksvraag onherroepelijk vast en moet duidelijk zijn hoe de data geanalyseerd gaan worden.

Wetenschappelijke artikelen
Artikelen worden altijd eerst beoordeeld door andere wetenschappers, zogenaamde peer reviewers,
voordat ze geaccepteerd worden voor publicatie.

Open Access- tijdschriften zijn voor iedereen gratis en toegankelijk, andere wetenschappelijke
onderzoeken en resultaten niet.

Goed onderzoek
Publication bias = de neiging om alleen studies te publiceren die bepaalde effecten laten zien

Dubieuze onderzoekspraktijken: de dataverzameling, data analyse en rapportage zijn gebaseerd op
het verkrijgen van gewenste resultaten in plaats van op het zuiver uitvoeren van onderzoek ongeacht
wat de resultaten zullen zijn.
Bij dubieuze onderzoekspraktijken beïnvloeden de gewenste uitkomsten van het onderzoek dus het

,onderzoek.

Juist door systematiek en objectiviteit ontstijgt het wetenschappelijk onderzoek de oordeelsvorming
die vertekend is door valkuilen in de menselijke informatieverwerking.

Het doel van wetenschappelijk onderzoek is om te leren over de werkelijkheid!

Preregistratie = het vastleggen van de onderzoeksvraag, onderzoeksopzet en methode van
dataverzameling en data analyse.

Full disclosure = er wordt volledige openheid gegeven over het onderzoeksproces.

Full disclosure en preregistratie zijn noodzakelijk voor goed onderzoek.


1.2. Operationalisaties
Variabelen
Een variabele wordt gedefinieerd als iets dat varieert, of zou kunnen variëren. Dus, alles dat varieert
in onderzoek is een variabele.

Als je onderzoek wilt uitvoeren, moet je eerst bepalen welke variabelen je precies gaat meten. Er zijn
heel veel voorbeelden van mogelijke variabelen die je kunt meten in onderzoek. Denk aan
intelligentie, extraversie, optimisme of iemands attitude tegenover statistiek. In principe kun je alles
meten wat mogelijk varieert, maar dat is in de praktijk niet haalbaar en ook niet zinnig.

Psychologische constructen = variabelen waarbij de definitie is afgeleid vanuit theorie en waarbij die
definitie specificeert wat wel en wat niet tot de variabele behoort.
Extraversie is bijvoorbeeld een psychologisch construct omdat de definitie hiervan gebaseerd is op
theorie, net zoals depressie, leervaardigheid etc.

Psychologische constructen zijn theoretisch omdat we niet weten of ze ‘echt bestaan’, zoals
bijvoorbeeld een tafel bestaat.

Psychologische constructen zijn dus zeker de moeite van het onderzoeken waard. Het is wel
belangrijk dat er een duidelijke, eenduidige en uitgebreide definitie van het construct wordt
opgesteld.
Verder zijn psychologische constructen – evenals psychologische variabelen – niet direct
observeerbaar.

Psychologische constructen = theoretisch, niet direct observeerbaar
Psychologische variabele = kenmerk dat een persoon omschrijft

Operationalisaties
Construct = naam en definitie van een variabele in een theorie
Operationalisatie = vertaling van die definitie naar een meetinstrument of manipulatie
Onderzoekseenheid = waar de operationalisatie op wordt toegepast, bijvoorbeeld een deelnemer aan
een onderzoek

,Om psychologische constructen te meten, worden operationalisaties gebruikt. Operationalisaties van
een variabele maken het construct concreet en tastbaar.



Meetinstrumenten
Er zijn twee soorten operationalisaties: meetinstrumenten en manipulaties.

De bedoeling van een meetinstrument is om op consistente wijze een variabele te kwantificeren,
oftewel te representeren in een datareeks van getallen. Het is hierbij uitdrukkelijk niet de bedoeling
dat er iets wordt beïnvloed.

In dit soort meetinstrumenten worden constructen gemeten met verschillende items (stimuli), die
samen het betreffende construct omvatten. Aan reactie op die items worden op een consistente
manier getallen toegekend. Elke reactie op een item krijgt een score en die scores worden gemiddeld
of opgeteld om tot een totaalscore voor die variabele te komen.


Items kunnen uitspraken of vragen betreffen waarop gereageerd kan worden aan de hand van
bijvoorbeeld antwoordschalen.
Items kunnen ook taken en observaties omvatten (bijv. reactietijd, tellen a.d.h.v. protocol hoe vaak
oogcontact).

Meetwaarden = de mogelijke waarden die behaald kunnen worden bij een operationalisatie (stel je
meet ‘mate waarin geld van belang wordt geacht’ op een 7-puntsantwoordschaal, dan zijn de
meetwaarden 1 t/m 7).

variabele = een reeks geregistreerde resulterende datapunten (datareeks) afkomstig van hetzelfde
meetinstrument

De term ‘variabele’ wordt dus gebruikt voor zowel een theoretische variabele (zoals leervaardigheid)
als voor een reeks datapunten die, als de operationalisatie goed werkt, indicatief is voor de waarde
van die theoretische variabele.

De term ‘construct’ wordt wel uitsluitend gebruikt om naar theoretische variabelen te verwijzen,
nooit naar een datareeks.

Manipulaties
Het doel van manipulaties is juist wel om een construct te beïnvloeden. Door het manipuleren van
variabelen in experimenteel onderzoek kan onderzocht worden of er een causaal verband bestaat
tussen twee variabelen, oftewel, of een verandering in de ene variabele een verandering in de andere
variabele veroorzaakt.

Bij een manipulatie worden stimuli aan deelnemers gepresenteerd om een bepaalde toestand of
verandering in het construct teweeg te brengen.

Zoals meetinstrumenten ontwikkeld zijn om een specifiek construct te meten, zijn manipulaties
ontwikkeld om een specifiek construct te beïnvloeden.

, Meetmodel
Meestal bestaan meetinstrumenten uit meerdere stimuli en de daarbij behorende registraties van de
reacties van deelnemers.

Een meetmodel visualiseert hoe een variabele via stimuli of items wordt geoperationaliseerd. In zo’n
meetmodel worden de variabelen of constructen weergegeven in ovalen.
De stimuli of items die het construct operationaliseren (bijv. de vragen op de vragenlijst), vormen de
indicatoren die in een rechthoek worden weergegeven.

In een reflectief meetmodel lopen er lijnen van het construct (ovaal) naar de indicatoren (rechthoek).
Deze lijnen worden ook wel latente variabele genoemd.
Een reflectief meetmodel waarin de pijl van het construct naar de indicatoren loopt, veronderstelt dat
het construct bepaalt hoe op de indicatoren wordt gescoord.

Een reflectief meetmodel is niet van toepassing op alle variabelen die binnen de psychologie en
onderwijswetenschappen worden onderzocht. Een reflectief meetmodel is niet van toepassing bij
indexvariabelen zoals sociaaleconomische status waarbij inkomen en postcode bij elkaar worden
opgeteld.

De meeste studies bevatten één operationalisatie voor elk construct.

Het meetmodel van een manipulatie bestaat uit één indicator en één stimulus. Bij het meetmodel
van een manipulatie loopt de pijl in tegengestelde richting. Dus van de indicator (rechthoek) naar het
construct (ovaal). De stimulus wordt namelijk aangeboden om het construct te beïnvloeden.

Bij een manipulatie wordt de operationalisatie vaak gevormd door slecht één stimulus. Daarom wordt
in de praktijk de ovaal vaak weggelaten en staat de variabele naam in plaats daarvan in de rechthoek.
Dan is er amper nog sprake van een ‘meetmodel’.



1.3. Betrouwbaarheid en validiteit
Operationalisaties moeten aan twee eigenschappen voldoen om representatief te zijn voor de
variabelen die ermee gemeten of gemanipuleerd worden: betrouwbaarheid en validiteit.

Operationalisateis vormen de vertaling van de definitie van het theoretische construct naar een
meetinstrument of manipulatie. Die vertaling kan beter of slechter zijn. Bij een ideale vertaling zijn de
datareeksen sterk indicatief voor hoe mensen scoren op de onderzochte psychologische constructen.
Een perfecte meting is niet mogelijk.
Bij onderzoek wordt de imperfectie van metingen omschreven in termen van betrouwbaarheid en
validiteit.

Betrouwbaarheid = de mate waarin een meting bij herhaling telkens hetzelfde resultaat oplevert.

Betrouwbaarheid is gedefinieerd als de stabiliteit van een meetinstrument over herhaalde metingen.
Om een zuivere schatting te krijgen van de betrouwbaarheid zouden de herhaalde metingen onder
gelijkblijvende omstandigheden moeten plaatsvinden.
Ook wordt ervan uit gegaan dat, datgene dat gemeten wordt, stabiel is.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annekelinge. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.02. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83637 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.02
  • (0)
  Add to cart