100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Uitgebreide samenvatting - PGB - 2023/2024 (16/20) $17.81   Add to cart

Summary

Uitgebreide samenvatting - PGB - 2023/2024 (16/20)

1 review
 216 views  14 purchases
  • Course
  • Institution

Dit zijn de uitgeschreven lessen van schooljaar , die ik daarna gestructureerd heb samengevat. Door deze samenvatting te studeren behaalde in een 16/20 voor dit vak in eerste zit (3,2/4 voor het deelexamen en 12/15 voor het januari-examen)

Preview 4 out of 129  pages

  • July 8, 2024
  • 129
  • 2023/2024
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: lunapaesmans8 • 1 month ago

avatar-seller
DE DOORBRAAK VAN DE BURGERLIJKE PARLEMENTAIR-CONSTITUTIONELE STAAT
1830 – 1848
1830: economische crisis & werkloosheid, toen waren er geen werkloosheids- of ziekteverzekeringen
- Belgische revolutie gemaakt op straat (armen) geleid door jonge intellectuelen
 Revolutie wil macht geven aan burgerij en parlement & macht afnemen van koning

- Parlementair-constitutionele staat: België heeft grondwet & parlement
 Macht gaat uit van natie: verkozenen die zetelen in het parlement
- Doorbraak: wijst erop dat het ervoor niet zo was
- Burgerlijk: burgerij -> rijke handelaars, advocaten,…


INLEIDING
Charles Rogier: liberaal uit Luik
- Vertrekt met leger vrijwilligers richting Brussel in de septemberdagen van 1830
 Groot staatman
 Icoon van die periode
 Lid van Voorlopig Bewind & lid van grondwetgevende vergadering

Belgische Revolutie begint in muntschouwburg tijdens opera ‘De stomme van Portici’
- ‘Geheiligde liefde voor het vaderland’
 Ontstaan van band tussen individuen + verenigd gevoel tegen een tegenstander
- ‘Het is logisch dat ik het vaderland ga bevrijden’
 Ze proberen dit verhaal te vertellen omdat ze vinden dat Willem 1 te veel macht heeft
 Willen burgerlijke parlementaire constitutionele staat: rijkere mensen regeren via een
parlement met een koning die zo weinig mogelijk macht mag hebben

‘De vorst die steunt op een grondwet zal niet vallen’
- Willem I steunde niet op een grondwet maar louter op militaire macht
- Belgen zullen op een Grondwet beter overeind blijven

Gebeurtenissen 1830 – 1848 = overgangsperiode
- Van oude samenleving van AR naar industriële burgerlijke samenleving
- Opgedeeld in 2 blokken, AR & 19e eeuw


1. ANCIEN RÉGIME (17E – 18E EEUW)
Kernmerken:
Maatschappij voor
FR revolutie
Landbouweconomie
Macht verdeeld Kerk:
tussen vorst en kerk - In elk dorp een pastoor
- Heeft eigen rechtbanken bij bisschoppen (aangestuurd vanuit Rome)
- Machtig omdat ze macht van vorst legitimeren

Vorst reageert met Clerus, adel & 3e stand:
3 standen - Komen samen Statenvergaderingen: georganiseerd op niveau van provincie
 Elke provincie onafhankelijk: vorst moet trouw zweren aan privileges &
gewoonten van elke provincie

1

, Ongelijkheid in Geboren in een sociale positie & regels niet hetzelfde voor iedereen
maatschappij - Clerus, adel: geprivilegieerd
- Boeren, stedelingen: 3e stand = geen privilege
Confederaal Geen eengemaakt België: er was een graaf van Namen, Brabant,…
systeem - Vonden dat ze allemaal los van elkaar stonden
- Elke provincie onafhankelijk

Oorspronkelijk bestonden onze gebieden uit 2 hoofdblokken:
- Prins-bisschop Luik: apart
- Andere gebieden: Nederlandstaligen in meerderheid

18e eeuw: bestuurd vanuit Wenen + 2 schoonmoeders hielden toezicht op ons grondgebied
- Republiek der verenigde provincies (Nederland):
 Versterkingen voor bescherming tegen Frankrijk
 Sluiting van Schelde: taxen betalen + Antwerpse haven economisch naar beneden
 Geen overzeese handel
- GB

Internationaal gezien: België is niet onafhankelijk: reeks provincies waar Oostenrijkse Habsburgers
aan de macht zijn

Systeem begint te kraken in 2e helft 18e eeuw o.l.v. Verlichting (filosofie, wetenschap): zaken in vraag
stellen vb: privileges

Eind 18e eeuw: revolutie Amerika + keizer die bij ons soeverein is probeert progressieve
hervormingen door te voeren & privileges breken van de adel & kerk
- Franse revolutie doet er schepje bovenop

Overgang van AR waar landbouw belangrijkste economische sector is naar industriële maatschappij =
economische & politieke overgang -> sneuvelen van oude machtsblokken & taboes

Einde AR: aanhechting Frankrijk

Jozef Clemens: geprivilegieerde uit AR
- Prins-bisschop van Luik: baas in omvangrijk, belangrijk gebied
- Luik wordt geleid door kerkvorst in samenspraak met corporaties
- Prins-bisschop Luik afgeschaft = revolutie: Luikenaars willen zich bij Frankrijk voegen

John Cockerill: voorbeeld industriële revolutie
- Staalindustrie in Luik


2. 19E EEUW:
Kenmerken:
Industriëlen op - Rijk door economisch succes gebaseerd op productie
voorgrond - Zorgen ook voor sociale miserie: uitbuiting arbeiders
- Zijn met weinig

In AR: oude dingen goed, nieuwe dingen slecht = breuk met 19 e eeuw
Industrieel kapitalisme Burgerij, door industriële revolutie
Landbouw eco. -> Geen zwart-witte overgang

2

, industriële maatschappij
Botsing kerk & staat Kerk verliest macht/ bezittingen onder Franse regime & vreest dat dat
opnieuw zal gebeuren bij Nederlanders -> macht grijpen in
onafhankelijke België

Willem I = verlicht despoot: absolute heerser maar regeert vanuit het
volk & luistert naar het volk
- Kerk & adel aan de kant geschoven terwijl Willem I alle macht naar
zich trekt
- Steunt industrialisering


3. FRANS REGIME (BELANGRIJK)
1795: ‘België’ deel van Frankrijk:
- Franse recht van toepassing in België: feodale provincies verdwijnen
 Eenheidsstaat
 9 Departementen i.p.v. vorstendommen -> later 9 provincies
- Afschaffing leenrecht/privileges:
 Nationale soevereiniteit: burgers van Frankrijk vormen een natie + iedereen gelijk voor de
wet
 Openbare verkoop & in beslagname van kerken
 Afschaffing privileges kerk & adel
- Nieuw juridisch systeem:
 Rechtbanken (Cassatie -> Beroep -> Eerste Aanleg)
 Voeren wetboeken in: Burgerlijk Wetboek, strafwetboek
 Vrederechter verkozen in Parijs
 Exit gewoonterecht: verschillende wetten in verschillende gemeenten
 Exit kleine feodale rechtbanken
 Einde versnippering van recht
 Nationale soevereiniteit: macht gaat uit van de natie
- Antwerpse haven weer vrij

Fransen confisqueren eigendommen van de kerk + grote problemen met priesters die geen eed van
trouw willen afleggen aan de republiek
- 1801: Concordaat Napoleon – kerk: kerk krijgt 2 compensaties voor verlies van goederen
 Weddes voor priesters
 Kerkgebouwen beheerd door kerkfabrieken: gesubsidieerd door gemeenten

Revolutionairen 1830 willen kenmerken van FR regime terug


4. 1815: VERENIGD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN
Fransen eerste keer verslagen 1813/1814: Koning Willem I wil gebieden bij Nederland voegen

Congres van Wenen (1814 – 1815): Willem I mag vorst worden van Noord en zuid
- Bufferstaat tegen Frankrijk: België was sterk, gecentraliseerd land + forten gebouwd
- ‘uitbreiding’ voor het huis van Oranje
 Départements réunis: huidige België
 Willem I: groothertog van Luxemburg: Luxemburg = groot fort als beveiliging voor DL
 Luxemburg/Limburg zijn deel van Duitse bond
Grondwet (1815):

3

, - Macht gaat uit van de vorst (!)
 Geen ministeriële verantwoordelijkheid: ministers zijn verantwoordelijk tegenover de
koning
 Geen rekening houden met verkiezingen om ministers aan te stellen/ te ontslaan
 Kan tussenkomen in processen waar overheid betrokken is : rechter niet volledig
onafhankelijk
 Uitvoerende macht (vorst) zet wetgevende en rechterlijke macht naar zijn hand

- Parlement: Staten-Generaal
 Vertegenwoordiging Noord/Zuid: 50/50 ook al waren Belgen met meer
 Bicameraal: 1e & 2e kamer
 10jarige begroting: overheid kan voor 10 jaar belastingen innen zonder dat er een grondige
vorm van controle tegenover staat (!)


5. CONTEXT REVOLUTIE
Transitiefase: landbouwland -> jong industrieland door succes Willem I
- Veel delen van land: zeer agrarisch
 In elk dorp zijn er pastoors die waarschuwen tegen Willem I: hij wil controle krijgen over
onderwijs

1829: economisch slechter -> veel meer armen in de steden (industriële groepen)
- Armen helpen aan maken van Revolutie in de straten

2 oppositiegroepen:
- Middelklasse: liberale eisen (Franse Revolutie verderzetten)
- Adel en clerus: herstel macht (klok verder terugdraaien)
 Allebei macht van koning beperken

Revolutie gevoerd door lage burgerij (boeren, ambachtslui) op straat
- Uiteindelijk compromis gematigde liberalen – gematigde katholieken: mensen die revolutie
hebben gemaakt worden uitgesloten van de macht

Opstand in België in 18e eeuw hoofdzakelijk conservatieve aangelegenheid = Brabantse
Omwenteling: soeverein had maatregelen genomen tegen de kerk
- Grote conservatieve opstand tegen progressieve, autoritaire vorst (∼ Willem I)
 Willen grondwettelijke traditie van AR herstellen
 Belgische grondwet vindt vrijheid belangrijk: individuele vrijheid maar ook voor de kerk

Mensen die revolutie maken worden geleid door middelklasse met radicale eisen:
- Volkssoevereiniteit: recht om eigen machthebbers te kiezen
- Macht gaat uit van parlement
- Ministeriële verantwoordelijkheid: parlement controleert regering
- Bescherming vrijheden en rechten van individu
 Jonge middenklasse wou sociaal omhoogklimmen door revolutie

Verschil Franse revolutie en Belgische
- In België wil men de macht breken van de koning, regering moet kunnen gecontroleerd worden
door verkozenen + rechters moeten onafhankelijk zijn




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bodecoutere. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $17.81. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$17.81  14x  sold
  • (1)
  Add to cart