Samenvatting media-economie en structuren (geslaagd 1e zit)
33 views 2 purchases
Course
Media economie en mediastructuren (K001175A)
Institution
Universiteit Gent (UGent)
Book
Understanding Media Economics
Uitgebreide samenvatting van het boek 'Understanding Media Economics' verwerkt met de slides en eigen lesnotities van het academiejaar . Hiermee in eerste zit geslaagd.
Inhoudsopgave
1. Introductie................................................................................................. 3
1.1. Wat is media-economie?.......................................................................................... 3
1.2. Macro-economie vs micro-economie........................................................................3
1.3. Theorieën over de onderneming..............................................................................4
1.4. Competitieve marktstructuren.................................................................................6
1.5. Marktstructuur en prestatie.....................................................................................8
1.6. Economische karakteristieken van media................................................................9
1.7. Economies of scale (schaaleconomieën/schaalvoordelen).....................................10
1.8. Economies of scope (synergievoordelen)...............................................................10
2. Convergentie en multiplatform..................................................................12
2.1. Waardeketen (vertical supply chain).....................................................................13
2.2. Veranderende marktstructuren en drempels.........................................................14
2.3. Digitale convergentie.............................................................................................15
2.4. Technologische verandering, innovatie en creatieve destructie............................15
2.5. Multi-platform........................................................................................................ 15
2.6. A new cornucopia?.................................................................................................16
3. Bedrijfsgroei en mediaconcentratie...........................................................17
3.1. Types mediaconcentratie.......................................................................................17
3.2. Expansiestrategieën.............................................................................................. 18
3.3. Concentratie: schaal en synergievoordelen...........................................................21
3.4. Problematische mediaconcentratie........................................................................21
5. Demand: push to pull................................................................................28
5.1. From mass to niche...............................................................................................28
5.2. Opkomst van de niche........................................................................................... 29
5.3. Segmentation and branding..................................................................................30
5.4. Audience flow management..................................................................................31
5.5. Marktfaling in de media.........................................................................................33
1
, MEDIA-ECONOMIE EN STRUCTUREN
5.6. Publieke omroep: marktversterking vs marktverstoring........................................34
5.7. Verantwoording vd publieke omroep.....................................................................35
5.8. Perspectieven op de publieke omroep...................................................................36
5.9. Beheersovereenkomsten.......................................................................................36
6. Economics of Content Supply....................................................................39
6.1. Risicospreiding....................................................................................................... 39
6.2. Portfolios................................................................................................................ 40
6.3. Repetition and formats..........................................................................................40
6.4. Hollywood and risk................................................................................................. 41
6.5. Financieringsmodellen: cost plus vs deficit-financiering........................................42
6.6. Windowing............................................................................................................. 42
6.7. Prijsdiscriminatie.................................................................................................... 44
6.8. CASE: Vlaamse fictie.............................................................................................. 44
7. Copyright................................................................................................. 45
7.2. Digitalisatie & piraterij........................................................................................... 46
7.3. Beschermingstermijn copyright.............................................................................46
7.4. Europa en geoblocking.......................................................................................... 47
7.5. Criterium voor copyright........................................................................................48
8. Media and Advertising (geschrapte les).....................................................50
9. Steun en mediaregelgeving.......................................................................51
9.1. Publiek vs markt (+ overheidsinterventie).............................................................51
9.2. Subsidies............................................................................................................... 52
9.3. Protectionisme....................................................................................................... 54
9.4. Kleine vs grote markten.........................................................................................55
9.5. Vormen van regulering competitie.........................................................................55
9.6. Netneutraliteit........................................................................................................ 57
Case: verkoop en exploitatie van mediasportrechten.....................................59
Gastles Tim Keysers – de streamingmarkt (Streamz)......................................65
2
, MEDIA-ECONOMIE EN STRUCTUREN
1. Introductie
1.1. Wat is media-economie?
Afbakening: economie
o = bestudeert relatie tssn vraag en aanbod, bij kruising is er een
afgesproken prijs
o = wetenschap v/d schaarste
Schaarse middelen zo efficiënt mogelijk inzetten om max aan
de vraag tegemoet te komen
o Prijs evolueert mee met vraag onexclusiviteit: hoe exclusiever
een goed is, hoe hoger de prijs
Afbakening: media-economie
o = begrijpen welke invloed financieel-economische krachten op
media-industrie/bedrijven/producten uitoefen
o Toepassen v economische theorieën,concepten en principes om
werking van media te verklaren
o Sterke link met politieke-economie
1.2. Macro-economie vs micro-economie
MACRO-ECONOMIE MICRO-ECONOMIE
= gehele economische omgeving op = vraag en aanbod tussen individuele
mondiaal niveau bedrijven, producten en markten.
Vb. totale output/ werkgelegen- Uitgaan van rationele keuze
heid, nationale inkomen, ... theorie
BBP = bruto binnenlands Kleine welbepaalde groepen
product Gaat veel meer in de diepte
= de som vd waarde van
alle goederen en diensten
geproduceert binnen de
nationale economie over
een jaar tijd
Inkomsten voor de media is sterk afhankelijk van:
Besteedbaar inkomen
Vertrouwen/zekerheid van de consument
Heersende economische status: mediabedrijven zijn afhankelijk vd status
vd economie.
Gevaar van globalisatie voor de economie?
Het is moeilijk voor open economieën om hun monetair en economisch
beleid enkel op binnenlandse overwegingen te baseren
Macht vd nationale overheid neemt af
De wet van het afnemende marginale nut
= Marginale nut daalt, naarmate de geconsumeerde hoeveelheid stijgt
Alle consumenten willen totale nuttigheid of tevredenheid bereiken
Marginale nut = de verandering in tevredenheid door het meer/minder
consumeren van een bepaald goed
3
, MEDIA-ECONOMIE EN STRUCTUREN
1.3. Theorieën over de onderneming
Onderscheid tussen verschillende types ondernemingen op basis van:
Functies (rollen)
o Producent: makers die content produceren en verkopen aan
bedrijven
o Aggregator : verzamelt de goederen (vb. netflix, telenet)
o Distributeur : het goed voorstellen aan het publiek
Omvang
o Groot vs klein
o Lokaal vs internationaal
Eigendom
o Beursgenoteerd : eigenaar =/= manager
o Familie-eigendom : eigenaar = manager
o Overheid
Niet alle mediabedrijven zijn commerciële organisaties: PSB
= public service broadcasting, hun eerste intentie is om een openbare omroep te
zijn die voor iedereen beschikbaar is ipv winst te maken. Deze kunnen ze krijgen
door publieke financiering of commerciële activiteiten.
- Productie = conversie van input naar output
- Bedrijven = organisaties die de productie uitvoeren
- Industrieën = groep van verschillende bedrijven die zich bezighouden
met producten binnen eenzelfde markt
Hoe bepaalt een bedrijf welke output het meest winstgevend is?
productiefunctie
= relatie tssn inputkosten en
verschillende soorten output.
Kosten en winst kunnen
associëren met deze soorten.
Bijvoorbeeld: er werd aan
factorsubstitutie gedaan om zo
efficiënt mogelijk te werken
geanimeerde films introduceren
omdat de acteurs te duur
begonnen worden.
De wet van de afnemende opbrengst (the law of the diminishing returns)
= als extra hoeveelheden van een variabele factor worden toegepast op een
gegeven hoeveelheid van een vaste factor, zal het marginale en gemiddelde
product van de variabele factor uiteindelijk afnemen
Marginale product = het verschil in totaal aantal geproduceerde
goederen als resultaat van het meer/minder variabele input toe te voegen
aan de vaste input.
Voorbeeld: een klein bedrijf dat DVD’s produceert
o Er wordt een machine gebruikt (output). De productiviteit gaat
omhoog indien 1 3 mensen aan de machine werken (input). Hoe
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AshleyDc. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.14. You're not tied to anything after your purchase.