100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Vragen + antwoorden meerkeuzevragen medisch pedicure, toets Mtp1: diabetische voet. $6.95
Add to cart

Answers

Vragen + antwoorden meerkeuzevragen medisch pedicure, toets Mtp1: diabetische voet.

7 reviews
 1681 views  12 purchases
  • Course
  • Institution

Moet jij binnenkort je theorie tentamen diabetische voet halen bij je opleiding tot medisch pedicure? Ik heb alle vragen uit het boek 'Meerkeuzevragen Medisch Pedicure' uitgewerkt samen met het antwoord. Indien je deze vragen bijbehorende antwoorden goed beheerst, is de kans vrijwel nihil dat je ...

[Show more]

Preview 2 out of 10  pages

  • September 8, 2019
  • 10
  • 2019/2020
  • Answers
  • Unknown

7  reviews

review-writer-avatar

By: ealviyah • 5 months ago

Translated by Google

Very clear and up to date!

review-writer-avatar

By: lcwilliams1980 • 1 year ago

review-writer-avatar

By: beckersinge35 • 1 year ago

Translated by Google

clear

review-writer-avatar

By: edd51038 • 2 year ago

Translated by Google

Class, thank you very much

reply-writer-avatar

By: jeaninederooij • 2 year ago

Translated by Google

Thanks for the positive review!

review-writer-avatar

By: kim_baetens • 3 year ago

review-writer-avatar

By: r.j.c1 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: joselienroelofs • 3 year ago

reply-writer-avatar

By: jeaninederooij • 3 year ago

Translated by Google

Hi Joselien, I would love to hear from you what I can change the document to receive more stars from you!

reply-writer-avatar

By: joselienroelofs • 3 year ago

Translated by Google

Send questions and not just the answers

reply-writer-avatar

By: jeaninederooij • 3 year ago

Translated by Google

The thick part in the text is the answer to the rest of the sentence. So I put everything in a running sentence, giving you both the question and the answer;)

avatar-seller
Hoofdstuk 1: Diabetes mellitus
1.1 Spijsvertering en stofwisseling
1. Alcohol wordt voor het grootste gedeelte afgebroken door de lever.
2. De vertering van voedsel begint in de mond.
3. De anatomische ligging van de kop van de alvleesklier is in de bocht van de dunne darm.
4. De afvoerbuis van de galblaas mondt, samen met de afvoerbuis van de alvleesklier, uit in de
twaalfvingerige darm.
5. In de gehele pancreas wordt insuline aangemaakt.
6. In de alvleesklier wordt glucagon gemaakt door de alfa-cel, insuline gemaakt door de bèta-
cel, en wordt somatostatine gemaakt door de delta-cel.
7. Onder invloed van glucagon vindt de omzetting van glycogeen in glucose in de lever plaats.
8. De galblaas is het orgaan dat zich bevindt bij de pijl.
9. Een teveel aan suikers in de lever wordt opgeslagen in de vorm van glycogeen.
10. De lever is groter dan de alvleesklier en ligt in vergelijking met de alvleesklier meer richting het
hoofd.
11. In de speekselklieren en de alvleesklier worden enzymen geproduceerd welke koolhydraten
afbreken.
12. Water heeft verschillende functies in het lichaam, als: bouwstof, oplosmiddel en
transportmiddel.
13. De galgang mondt uit in de dunne darm.
14. Eiwitten hebben een belangrijke functie bij het opbouwen en onderhouden van cellen in het
lichaam.
15. Een goede omschrijving voor de bouw en werking van de slokdarm is: de slokdarm bevat twee
kringspieren en peristaltiek zorgt voor transport.
16. Door de endocriene klieren van de alvleesklier wordt insuline geproduceerd.
17. Alle cellen in de eilandjes van Langerhans maken deel uit van het endocriene systeem van de
alvleesklier.
18. Bij iemand met diabetes mellitus worden koolhydraten niet goed verwerkt tot bruikbare
producten.
19. De alvleesklier staat in contact met de twaalfvingerige darm.
20. Het deel van de pancreas dat het dichtst bij de linker nier ligt is de staart.
21. De lever is gescheiden van de longen door het middenrif.
22. Amylase heeft een taak bij het proces van de vertering van zetmeel.
23. De afvoerbuis van de alvleesklier mondt uit in de dunne darm.
24. Het orgaan dat op onderstaande afbeelding is afgebeeld is de lever.




25. Koolhydraten en vetten zijn voedingsstoffen welke door het lichaam worden gebruikt als
brandstoffen.
26. Het dunne darmstelsel bestaat uit: de twaalfvingerige darm, jejunum, ileum, lever, galweg en
alvleesklier.
27. De lever heeft een belangrijke rol in de koolhydraatstofwisseling. Zo verzorgt de lever onder meer
de opslag van suikers en het maken van suikers uit andere voedingsstoffen.
28. In de dunne darm worden de meeste voedingsstoffen opgenomen van het gehele
maagdarmstelsel.
29. Je hebt waarschijnlijk een tekort aan eiwitten als in je lichaam problemen ontstaan met de
opbouw van cellen en stoffen.
30. De huig heeft als functie het afsluiten van de neusholte tijdens het slikken.
31. Onder invloed van glucagon wordt glycogeen omgezet in glucose.

, 32. De functie van slikken is het transport van voedsel.
33. Opslag, vertering en transport van voedsel zijn functies van de maag.
34. De lever produceert gal.
35. De kop van de pancreas ligt aan de kant van de dunne darm.
36. De grootte van de alvleesklier bij een normale gezonde volwassene is 12-15 cm.
37. Het dikke gedeelte van de pancreas (alvleesklier) wordt de kop genoemd.
38. De lever filtert schadelijke en giftige stoffen uit het bloed.
39. In de chylvaten van de darmvlokken worden de verteringsproducten van vetten opgenomen.
40. Een functie van de maag is het tijdelijk opslaan van voedsel.
41. Koolhydraten worden in de mond al deels afgebroken.
42. Spijsverteringsenzymen helpen bij het afbreken van voedingsstoffen.
43. Mineralen spelen een belangrijke rol bij processen in het lichaam zoals een goede werking van
ons lichaam.
44. De milt behoort niet tot het spijsverteringsstelsel (de lever en anus wel).
45. De lever ligt rechts bovenin de buik.
46. Functies van de maag zijn de opslag van voedsel en het afbreken van eiwitten.
47. Het voedsel doorloopt de spijsverteringsorganen in de volgende volgorde: slokdarm – mag –
twaalfvingerige darm – dunne darm – dikke darm.
48. Alvleeskliersap bevat enzymen voor de afbraak van zowel koolhydraten, vetten als eiwitten.
49. Het deel van de pancreas dat insuline produceert is het endocriene deel.
50. De speekselklieren zijn trosvormig.
51. Peristaltiek is spierwerking welke plaatsvindt om voedsel(resten) te transporteren in bepaalde
spijsverteringsorganen.
52. Het orgaan dat zich bij onderstaande pijl bevindt is de alvleesklier.




53. De kringspieren in ons spijsverteringsstelsel bevinden zich tussen de maag en de slokdarm,
tussen de maag en de dunne darm, rondom de afvoergangen van de galblaas en de
alvleesklier.
54. Het afbreken van voedsel tot voedingstoffen is één van de functies van het
spijsverteringskanaal.
55. De volgende stellingen zijn juist: vetzuren worden na opname door de darmwand via de
lymfevaten naar het bloed vervoerd; glycerol, glucose en water kunnen via de darmwand
meteen in het bloed opgenomen worden.
56. Het aanmaken van gal en het ontgiften en uitscheiden van bepaalde stoffen zijn functies die
de lever vervult.
57. Amylase wordt vanuit de alvleesklier direct afgegeven aan het bloed. Insuline wordt vanuit
de alvleesklier direct afgegeven aan de dunne darm.
58. De alvleesklier ligt gedeeltelijk achter de maag en gedeeltelijk achter de dunne darm.
59. Het deel van het spijsverteringsstelsel waarin zich de darmvlokken bevinden is in de dunne darm.
60. Er is sprake van resorptie bij opname via de darmvlokken van de voedingsbestanddelen.
61. Stollingseiwitten worden aangemaakt in de lever.
62. De alvleesklier ligt bij de maag.
63. Een hormoon is een klierproduct.
64. Stofwisseling wordt ook wel metabolisme genoemd.
65. De volgende stellingen zijn juist: suiker is een zoetstof; glucose is de enige vorm van suiker
die door onze lichaamscellen kan worden opgenomen.
66. Bij een te hoge bloedsuikerconcentratie zullen de nieren suiker gaan ‘lekken’.
67. Eiwitten worden in het lichaam voornamelijk gebruikt als bouwstof.
68. Insuline oefent invloed uit op zowel de vetstofwisseling als op de suikerstofwisseling.
69. Het afbreken van stoffen is een kenmerk van een dissimilatie proces.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jeaninederooij. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52355 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.95  12x  sold
  • (7)
Add to cart
Added