100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Het sociale leven van baby's $4.53   Add to cart

Summary

Samenvatting Het sociale leven van baby's

 84 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het boek Het sociale leven van baby's en de spectaculaire groei van de hersenen in het eerste levensjaar (C. Kemner) voor het vak Cognitieve Ontwikkeling. Hoofdstuk 1 t/m 10. ISBN: 978-94-600-3341-4.

Preview 3 out of 20  pages

  • Yes
  • September 9, 2019
  • 20
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting ‘Het Sociale Leven van Baby’s’
Hoofdstuk 1: Een babybrein bouwen

Een set hersengebieden dat samen aan iets werkt wordt een netwerk genoemd. Er is niet één
hersengebied aan te wijzen als de bron van het sociale babyleven. Het sociale leven van een baby
ontvouwt zich in het eerste jaar doordat vier belangrijke hersennetwerken zich dan ontwikkelen: het
waarnemingsnetwerk, het sociaal-signaalnetwerk, het beloningsnetwerk en het stressnetwerk.

Nadat bevruchte eicel zich gaat delen, vormen zich drie lagen van cellen; het ectoderm (buitenkant),
het mesoderm (midden) en endoderm (binnenin). Hieruit worden uiteindelijk alle organen gevormd.
Het ectoderm is cruciaal voor het brein. Na ongeveer twee weken rolt een deel van het ectoderm
zich op; de neurale buis. De ene kant wordt het brein, de andere kant het ruggenmerg. Bij het
hersendeel ontstaan verschillende plooien die de verschillende hersendelen vormen. (figuur 1 blz.
12) Als de baby geboren wordt zijn de verschillende plooien uitgegroeid tot met elkaar verbonden
hersendelen. Grofweg gezegd heeft de hersenschors vooral te maken met denkprocessen en de
gebieden onder de hersenschors met het ingang houden van het lichaam. De dieper gelegen
gebieden zijn over het algemeen bij de geboorte verder ontwikkeld dan de hersenschors, die juist
een rol speelt in de uitbreiding van de sociale mogelijkheden van de baby.

De schedel van de baby is erg flexibel, om zonder problemen door het geboortekanaal te passen. De
hersenen worden na de geboorte beschermd door een elastisch blies op de plekken waar de botten
nog niet tegen elkaar zijn gegroeid; deze plekken heten de fontanellen. De fontanellen groeien
tussen de 9-18 maanden tegen elkaar aan.

De hersenschors zit opgevouwen in de schedel. Met MRI-technieken is bij vroeggeboren baby’s
aangetoond dat bij 27 weken zwangerschap de hersenen nog vrij glad zijn (zonder plooien). Rond de
35 weken gaat het brein lijken op die van een volwassene. De enorme groei van de hersenschors is
uniek voor mensen. De hersenschors ontvangt en verwerkt informatie van de zintuigen via de dieper
gelegen thalamus. De hersenschors kan ervoor zorgen dat de rest van het lichaam in actie komt naar
aanleiding van de binnengekomen gegevens. Verschillende delen van de hersenschors zijn ieder
gespecialiseerd in het verwerken van bepaalde informatie. De voorhoofdskwab is betrokken bij
logisch denken en plannen en uitvoeren van bewegingen. De wandbeenkwab is belangrijk bij het
voelen en combineren van informatie, zodat we een totaalbeeld van de wereld om ons heen krijgen.
De achterhoofdkwab is belangrijk voor zien. De slaabkwabben zijn belangrijk voor horen en
verwerken van sociale informatie. (figuur 2 blz. 15) Bij volwassenen zijn er binnen de verschillende
kwabben ook allerlei gebieden te onderscheiden. De netwerken die betrokken zijn bij de sociale
ontwikkeling van de baby zijn verspreid over de verschillende kwabben.

Elke laag in de hersenschors bestaat uit een speciale combinatie van verschillende celtypes die ieder
zijn gespecialiseerd in het maken van bepaalde verbindingen met andere cellen (nabije cellen of
verder weg). Op deze manier krijgt de hersenschors informatie vanuit het hele brein binnen,
verwerkt die en deelt dat vervolgens met de rest van de hersenen. Een paar weken na de
bevruchting ontstaan er basiscellen rond de holtes in het breindeel van de neurale buis. Later in de
ontwikkeling worden deze holtes ventrikels; met vocht gevulde ruimtes midden in het brein
(broedplaats van de basiscellen). Hierna gaan de basiscellen naar de buitenkant van het brein, en
worden er een soort draden gespannen van steuncellen van de binnen- naar de buitenkant.
Naarmate er meer cellen bij komen duurt het steeds langer voordat ze aan de buitenkant zijn. Er zijn
ook cellen die er dwars doorheen gaan en zich tussen de lagen die aan het ontstaan zijn nestelen. Dit
zijn relatief hele grote afstanden. Het is niet verbazend dat dit complexe proces makkelijk verstoord

,kan worden door invloeden van buitenaf. Hierna moet de basiscel zich gaan ontwikkelen tot zijn
uiteindelijke vorm. De verschillende lagen in de hersenschors ontstaan doordat de op de plaats van
bestemming aangekomen basiscellen zich specialiseren tot een bepaald type zenuwcel, die afhangt
van het moment dat de cel is gaan reizen. Na ongeveer 34 weken zijn de zes lagen te onderscheiden,
maar er moeten dan nog heel veel verbindingen ontstaan tussen zenuwcellen in de verschillende
lagen. Een groot deel van deze verbindingen ontstaan in baby’s eerste jaar.

Zenuwcellen beginnen als ze op de plaats van bestemming zijn aangekomen heel snel contact te
maken met andere zenuwcellen. Uit de zenuwcel groeien hiertoe twee soorten verbindingen;
dendrieten en axonen. Dendrieten vangen informatie op van uitlopers van andere zenuwcellen en
zien eruit als een soort takkenbos. Axonen zijn uitlopers waarmee de verwerkte informatie weer
wordt doorgegeven aan andere cellen. Het doorgeven van informatie tussen de uitlopers gebeurd in
synapsen; de contactpunten tussen de dendrieten en axonen. De informatie wordt doorgegeven
door middel van neurotransmitters. Cellen die een eind van elkaar afliggen, kunnen zich toch met
elkaar verbinden. Het lijkt erop dat de groei van axonen geregeld wordt door het uiteinde van de
uitloper, die gevoelig is voor specifieke signaalstoffen die worden afgescheiden door de cellen waar
de uitloper langs groeit en de cel waar die naartoe groeit. Sommige van die stoffen stoten het
uiteinde af en sommige trekken het aan. Het pad van aantrekkende en afstotende signaalstoffen dat
wordt gemaakt voor de uitloper is goed te zien onder de microscoop.

De communicatie tussen zenuwcellen wordt naast het leggen van nieuwe verbindingen ook steeds
sneller doordat er een soort isolerende laag om de axonen groeit; de myelinelaag, die tot gevolg
heeft dat de elektrische stroom door de uitlopers sneller gaat. De myelinelaag zorgt er ook voor dat
de elektrische activiteit niet overslaat naar de verkeerde zenuwcellen. De cellen waaruit de
myelinelaag is opgebouwd heten gliacellen. Deze zorgen ook voor steun en voeding van de
zenuwcellen en ze spelen een rol in de afweer tegen hersenziektes. Er worden echter ook
verbindingen ‘gesnoeid’ die niet worden gebruikt. Op deze manier is de baby in staat om zich goed
aan te passen aan de omgeving waarin ze geboren wordt en is er minder sprake van ‘ruis’. Dit
aangroeien en weer laten verdwijnen gebeurt niet in alle hersengebieden op hetzelfde moment
(eerst achterhoofdkwab, later voorhoofdkwab). Ook het ontstaan van een isolerende laag gebeurt
niet overal tegelijk (eerst achterhoofdkwab, later voorhoofdkwab). In het algemeen lijkt het erop of
de ontwikkeling van de hersenen grofweg van achter naar voren gebeurd.

Een onderzoek aan de hand van MRI-foto’s liet zijn dat al bij pasgeboren baby’s de breinen van de
jongens wat groter zijn. Jongensbaby’s bleken zowel meer zenuwcellen als meer lange-
afstandsverbindingen te hebben. De verschillen in grootte en hoeveelheid zenuwcellen tussen de
twee seksen is vergelijkbaar met wat je bij volwassenen ziet. Het verschil in de hoeveelheid
geïsoleerde axonen neemt nog toe naarmate het kind ouder wordt.

Het groeien en snoeien van connecties tussen zenuwcellen maakt dat zowel verbindingen binnen een
bepaald hersengebied, als verbindingen tussen hersengebieden steeds beter en sneller worden;
beide soort verbindingen zijn belangrijk voor de ontwikkeling van de netwerken die baby’s sociale
leven gaan bepalen. Vóór de geboorte zijn al verbindingen aangelegd tussen allerlei verschillende
hersengebieden, zodat die met elkaar kunnen communiceren. Er ligt bijvoorbeeld al een deel van het
waarnemingsnetwerk klaar bij de geboorte, want een baby kan al aardig wat zien. Goed kunnen zien
en horen is van groot belang voor het sociaal-signaalnetwerk, dat bestaat uit een aantal gebieden die
zich speciaal bezighouden met het verwerken van de sociale signalen die mensen uitzenden. Het
maakt dat de baby leert begrijpen hoe iemand zich voelt, waar de ander zijn aandacht op gericht
heeft en helpt te voorspellen wat iemand gaat doen; om zo beter in staat zijn goed contact te maken
met anderen. Het beloningsnetwerk zorgt ervoor dat het doen van bepaalde dingen een prettig

, gevoel geeft en is van belang bij sociaal contact. Sociaal contact geeft beloning en dit gevoel kent de
baby ook en maakt het dat ze zich graag richt op anderen en zich aan mensen hecht. Het
stressnetwerk wordt actief in spannende situaties en zorgt ervoor dat de baby daarmee om kan
gaan. Het stressnetwerk kan ook gemakkelijk ontregeld raken, wat kan leiden tot onrust en angst,
wat een negatief gevolg heeft op het sociale leven. Het stressnetwerk kan beïnvloed worden door
andere mensen (bijvoorbeeld goede hechting). Bij een baby zijn al deze netwerken nog lang niet zo
ver ontwikkeld als bij een volwassene; nog niet alle verbindingen binnen en tussen hersengebieden
werken al efficiënt.

In de hersenen zijn stukken te onderscheiden met een eigen taak. Voor een belangrijk deel ligt het
vast welke gebieden wat gaan doen (vooral bij de gebieden onder en in de hersenschors). Van
volwassenen weten we dat sommige delen van de hersenschors vooral worden gebruikt voor het
verweken van taal, andere voor logisch redeneren of rekenen. Sommige gebieden zijn echter wel
flexibeler, met welke informatie de hersenschors zich gaat bezighouden kan worden aangepast door
het groeien en snoeien van verbindingen. Het feit dat hersenbeschadigingen bij baby’s vaak minder
ernstige gevolgen hebben is omdat andere delen van het babybrein de taken van het beschadigde
deel vrij goed kunnen overnemen. Bij volwassenen zijn dit soort aanpassingen veel
moeilijker/onmogelijk. Doordat de hersenen nog niet helemaal gespecialiseerd zijn, zie je vaak dat
een groter deel actief wordt als ze informatie aan het verwerken zijn. Er is wel een heel duidelijk
ontwikkeling in de specialisatie van de hersenen te zien in de loop van het eerste jaar en dat zie je bij
baby’s terug in de sociale ontwikkeling. Het specialiseren heeft tot gevolg dat verschillende delen van
de hersenschors een steeds duidelijkere taak krijgen in het verwerken van bepaalde informatie. Dat
begint al vrij snel na de geboorte (al groot onderscheid tussen bijvoorbeeld twee en drie maanden
oud). De hersenen worden steeds efficiënter; er wordt minder informatie gestoken in het verwerken
van oninteressante informatie.

Hoofdstuk 2: Babyhersenen prikkelen

Het is de vraag of het ontstaan van de hersennetwerken vastligt in de genen van een baby en haar
brein vanzelf naar de volwassenheid groeit, of dat daar meer voor nodig is. In ieder geval is een deel
van de hersenontwikkeling genetisch bepaald (bijvoorbeeld vaste volgorde rijping en locatie van
informatieverwerking van verschillende kwabben en ook de lagen en de wijze waarop zenuwcellen
naar hun bestemming reizen ligt vast). De dingen die de baby meemaakt zorgen ook voor de fijne
afstelling, de specialisatie voor bepaalde informatie van het brein. Ervaringen spelen een belangrijke
rol bij het bouwen van een brein, want het snoeien in verbindingen tussen zenuwcellen hangt voor
een groot deel af van wat de baby ziet, hoort, ruikt en voelt. Het babybrein kan zicht door het
groeien en snoeien van verbindingen optimaal aanpassen aan de omgeving waarin de baby opgroeit
en de dingen die ze daardoor meemaakt.

Uit onderzoek naar tweelingen door middel van een MRI-scan bleek dat de individuele verschillen in
hersengrootte van een pasgeboren baby voor een groot deel te maken hebben met de specifieke
genen die een baby bezit. Vooral de hoeveelheid langeafstandsverbindingen met een isolerende
myelinelaag en de grootte van de ventrikels worden voor een belangrijk deel genetisch bepaald. Er is
wel een verschil in het aantal zenuwcellen. Dit zou te maken kunnen hebben met het feit dat de
omstandigheden in de baarmoeder en rond de geboorte van de baby’s nooit helemaal hetzelfde zijn.

Er staan voor de geboorte min of meer al hersengebieden vast voor waarneming om de eerste
dingen waar de baby haar blik op laat rusten te verwerken en ook zijn er al verbindingen tussen die
hersengebieden. Het is de vraag hoe de hersenen zich al zo kunnen ontwikkelen dat de baby bij de
geboorte al (wazig) kan zien en zich kan richten op de ogen van de moeder. De natuur zorgt ervoor

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller madg. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.53. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78637 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.53  2x  sold
  • (0)
  Add to cart