Straftoemetingsvrijheid van de rechter
- Laag algemeen strafminimum: art. 10 lid 2 Sr
- Hoog algemeen strafmaximum: 25 jaren, art. 10 lid 2 Sr + bijzondere strafmaxima per delict
- Art. 10 lid 3 Sr: uitzondering, hogere vrijheidsstraf dan algemeen mogelijk
- Art. 10 lid 4 Sr: nooit langer dan 30 jaar (behalve levenslang)
Groot vertrouwen van de wetgever in het oordeel van de rechter, en besef dat in de rechtspraktijk
grote verschillen voorkomen die zich niet laten voorspelen. Dynamisch evenwicht van wetgever en
rechtspraak (communicerende vaten). Individualisering mogelijk.
Wetsvoorstel verhoging wettelijk strafmaximum doodslag (35 871)
- Art. 10 lid 2 en 3: 18 jaren vervangen door 25.
- Art. 287 Sr: van 15 naar 25 jaar
25 jaar positioneert zich tussen hoogst mogelijke tijdelijke gevangenisstraf die nu op grond van art. 10
lid 2 Sr kan worden opgelegd (18) en maximale tijdelijke gevangenisstraf voor moord (30).
- In ernstige gevallen werd het strafmaximum bij doodslag als knellend ervaren
- Het verschil tussen de maximumduur van tijdelijke gevangenisstraffen voor doodslag en
moord was te groot
o Doodslag en moord verwant (ernstige, onomkeerbare aantasting van menselijk leven)
o 2006: strafmaximum voor moord verhoogd naar 30 jaar (gat levenslang)
o Sinds 2012 stelt HR hogere eisen aan het bewijs van voorbedachte raad (verdachte
moet tijd niet alleen hebben gehad, ook benut). Veroordeling hiervoor onder moord,
nu onder doodslag
- Strafmaxima waren niet in balans. Doodslag was lager dan algemene strafmaximum van
achttien jaar (zedenmisdrijven: zoals mensenhandel met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg,
273f lid 4 Sr kenden 18 jaar: hier niet eens iemand dood).
Wijziging van art. 10 lid 2 en 3 Sr: verstandig? Zwicht de wetgever niet voor verleiding om in meer
gevallen boven de grens van 15/18 jaar te gaan? Voorstel meerdaadse samenloop: verhogen met
maximaal ½ in plaats van 1/3.
Korte gevangenisstraffen (niet op één lijn)
Korte detenties zijn weinig effectief of betekenisvol (RSJ). Beperkte mogelijkheden tot
gedragsverandering/re-integratie. Detentieschade en recidiverisico hoog. Detentie is duur.
- Strafdoelen niet tegemoet: afschrikwekkende werking beperkt, geen resocialisatie, geen
herstel. Enkel vergelding, maar is niet voldoende.
- Betekenisvollere sancties stimuleren: schorsing voorlopige hechtenis onder voorwaarden
(ED), taakstrafverbod heroverwegen, voorwaardelijke sancties stimuleren, elektronische
detentie als hoofdstraf, terugdringen vervangende hechtenis (meer op de persoon, taakstraf
verbeteren, vervangende taakstraf).
- Minister Dekker: korte detenties zijn een belangrijk onderdeel van sanctiestelsel in NL.
Benadrukt het belang van effectieve tenuitvoerlegging van gevangenisstraffen.
Invloed van politiek: gebruikt wetgeving met betrekking tot sanctiestelsel om straf in concreto te
beïnvloeden
- Door meer bijzondere straf(maximum)verhogende omstandigheden aan te wijzen
- Door aanpassing van strafmaxima naar boven, waaronder doodslag
- Door te spelen met de gedachte van het introduceren van bijzondere strafminima
- Door bepalingen als art. 22b Sr: taakstrafverbod en voorgestelde uitbreiding hiervan
- Door ‘verhoging van verhoging’ in art. 57 lid 2 Sr: meerdaadse samenloop (wetsvoorstel 34
126); van een derde naar de helft (tot algemeen maximum van 30 jaar uit art. 10 Sr.
- In meer gevallen bijkomende straf van ‘beroepsontzetting’ mogelijk gemaakt
- Door verkorting van v.i. termijn als gevolg van wet straffen en beschermen
,Reactie rechtspraak: bewijs met betrekking tot strafmaximum verhogende modaliteiten opvoeren
(voorbedachte raad) & spelen met de wet (taakstrafverbod 22b Sr + 1 dag onvoorwaardelijk).
Strafmotivering
Art. 121 Gw: motiveringseis. Hangt samen met ruime straftoemetingsvrijheid van de rechter.
Individualisering mogelijk, maar mag niet tegen consistentie van straffen indruisen.
Grote verschillen in bestraffing tussen verschillende rechtbanken in soortgelijke zaken. Belangrijk dat
rechter de door hem opgelegde sanctie motiveert. De ruime straftoemetingsvrijheid brengt mee dat
rechter zijn sanctieoplegging motiveert. Explicatiefunctie, controlefunctie, inscherpingsfunctie
(zelfcontrole). Gelet op de ingrijpende van vrijheidsbenemende sancties geldt dit des te meer.
Wettelijke motiveringsplichten
Anno 2023, rechter moet motiveren:
- Art. 359 lid 2: beslissing op vragen 350 Sv (= welke sanctie)?
- Art. 359 lid 2: uitdrukkelijk onderbouwd standpunt ten opzichte van sanctieoplegging
- Art. 359 lid 2: strafverminderingsgrond art. 358 lid 3 Sv
- Art. 359 lid 5: bijzondere redenen die oplegging van straf hebben bepaald
- Art. 359 lid 6: opleggen van vrijheidsbenemende sanctie = motiveren
Huidige motiveringseisen leiden niet tot strafmotivering die inzicht geeft in overweging van rechter
om voor een bepaalde straf te kiezen (standaardoverwegingen, weinig inzicht beweegredenen).
Modernisering Strafvordering = vereenvoudiging van bestaande stelsel van motiveren.
- Lid 6 geschrapt
- Beslissing ten aanzien van sanctieoplegging motiveren in geval
o Indien opleggen van een vrijheidsstraf onbegrijpelijk is, of verbazing oproept
Lid 1 nieuw ‘voor zover dat voor de begrijpelijkheid noodzakelijk is’.
Afhankelijk van omstandigheden van geval
o Uitdrukkelijk onderbouwd standpunt
Lid 3 nieuw
Rechtspraak dient dit op te pakken + verantwoordelijkheid te nemen voor verbeteren
strafmotivering.
Artikel 4.3.22 Strafvordering (nieuw)
1. De beslissingen die in artikel 4.3.21 zijn vermeld, zijn gemotiveerd voor zover dat voor de
begrijpelijkheid van die beslissingen noodzakelijk is.
2. Indien de rechtbank in strijd met een door de verdachte uitdrukkelijk voorgedragen standpunt
aanneemt dat het tenlastegelegde een bepaald strafbaar feit oplevert of dat een bepaalde
strafuitsluitingsgrond of wettelijke strafverminderingsgrond niet van toepassing is, dan geeft het
eindvonnis de redenen op die daaraan ten grondslag liggen.
3. Indien een beslissing van de rechtbank op de vragen die in de artikelen 4.3.1 en 4.3.3 zijn vermeld
afwijkt van een ander door de verdachte uitdrukkelijk voorgedragen standpunt, dan wel van een
standpunt dat door de officier van justitie uitdrukkelijk is voorgedragen, dan geeft het eindvonnis de
redenen op die daaraan ten grondslag liggen indien dat standpunt deugdelijk is onderbouwd.
4. Indien de rechtbank in afwijking van een uitdrukkelijk voorgedragen standpunt tot een
bewezenverklaring komt, kunnen de redenen die daaraan ten grondslag liggen ook worden
opgenomen in de aanvulling bedoeld in artikel 4.3.23, derde lid.
EHRM kan hier niets mee in sommige landen juryrechtspraak waar helemaal geen motivatie is
vereist. Zij kan dus niet in art. 6 EVRM opnemen dat een verdachte recht heeft op motivering, want
dan moeten alle landen dit opnemen in hun wetgeving.
,Dus weinig wettelijke strafmotiveringseisen + HR geeft feitenrechter verantwoording voor
straftoemeting. Zij erkent het belang van een gemotiveerde straftoemeting, maar waarschuwt voor te
hoge verwachtingen. Verantwoorde straftoemeting is niet hele motivering onder woorden brengen.
- HR zal niet casseren als rechter het bij het wettelijke minimum laat. Straftoemeting is
waardering van f en o van concrete zaak, wat de HR als cassatierechter niet kan.
= lastig om aanknoping te vinden in ontwikkelingen van straftoemetingsrecht. Risico: te weinig
eenheid in rechterlijke straftoemeting. Niet aanvaardbaar: kan leiden tot rechtsongelijkheid.
Rechtspraak moet hier eenheid in brengen, anders via wettelijke bepalingen vrijheid van de rechter
bij straftoemeting inperken.
Tegenargument: eisen aan de strafmotivering beperken de straftoemetingsvrijheid niet. Indien je een
straf oplegt, moet je dit altijd kunnen motiveren.
Handvatten voor rechter voor straftoemeting
Waar moet de rechter zich aan oriënteren bij straftoemeting? Er zijn geen straftoemetingscriteria,
codificatie van ‘geen straf zonder schuld’ of ‘verbod van onevenredige bestraffing’. Enkel absolute
maximum aan straffen.
A. LOVS-oriëntatiepunten
Niet bindend, richtlijn voor straftoemeting in standaardgevallen bij veel voorkomende delicten.
B. OM-richtlijnen
Recht ex art. 79 RO: uitgangspunt voor eis OvJ.
C. PROMIS
Verduidelijking vonnissen. Kost tijd en geld. Betere explicatiefunctie? Maar: standaardoverwegingen
D. Databank consistente straftoemeting en ‘gegevensbank informatie over straftoemeting’
, Vermogenssancties
Vermogensstraf
- Gelboete (hoofdstraf, punitief). Art. 23 Sr
Doel: verdachte in vermogen te treffen (leedtoevoeging): speciale preventie. Maar: minder ingrijpend
dan andere hoofdstraffen, minder stigmatiserend, geen criminele infectie, goedkoop. Bij elk delict
mogelijk.
Minimum, art. 23 lid 2 Sr €3,-. Maximum, art. 23 lid 4 Sr: zes categorieën, hoogste €900.000.
o Categorieën bepaald op grond van ernst van het strafbare feit (maar, zie 287 Sr) en
lucratieve karakter van het strafbare feit (340 Sr).
o Lid 9: inflatie-indexering. WAHV elk jaar door minister J&V aangepast. Dit jaar
hyperinflatie: dan maar geen overtreding plegen?
Risico: disbalans WAHV en overige feitgecodeerde boetes
Disbalans feitgecodeerde boetes en boetes voor zwaarde commune strafbare
feiten, waar wel wordt afgeweken.
Rapport OM, maar minister: sanctie in verhouding met wat geld waard is &
geen strafbare feiten plegen.
Voorwaardelijk mogelijk (art. 14a Sr).
Art. 24c Sr: vervangende hechtenis (mits in vonnis opgenomen) in geval niet betaling.
Art. 24 Sr: bij vaststelling geldboete rekening houden met draagkracht van verdachte, zodat deze niet
onevenredig in vermogen/inkomen wordt getroffen.
Art. 57/58 Sr: onbeperkte cumulatie is mogelijk bij meerdaadse samenloop.
Geldboete te weinig punitief?
A. Standaard boetebedragen van het OM
Groot deel van strafbare feiten kent standaard boetebedragen. Hierdoor te weinig aandacht voor
draagkracht van verdachte. Vaste tarieven, in de praktijk nauwelijks aandacht voor de financiële
situatie en draagkracht van de persoon van de verdachte.
Voor veelvoorkomende strafbare feiten is een apart systeem ontwikkeld: feit gecodeerd boetestelsel.
Automatische verwerking met gebruikmaking van een feitcode gekoppeld aan een bepaalde boete.
Geen rechter aan te pas: administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften = WAHV
/politiestrafbeschikking/OM-strafbeschikking.
B. Draagkracht
Art. 24 Sr is niet verplicht vastgesteld. Je kan naar boven of beneden afwijken, maar in de praktijk
weinig gebruik van gemaakt (WODC onderzoek).
Binnen de marges van passende bestraffing is er ruimte voor het draagkrachtbeginsel, maar dit
beginsel heeft een secundaire functie. Bestaat geen verplichting om te motiveren waarom wel of niet
rekening is gehouden met draagkracht.
C. Stelselmatige ongelijkheid
Vermogende daders worden hierdoor minder geraakt door de boete, is minder punitief. Minder
vermogende daders worden onevenredig getroffen. Boetes (met vaak standaardbedragen) dragen
daarmee bij aan ongelijkheid.
D. Problematiel
Veel verdachten hebben schuldenproblematiek: vervangende hechtenis zal plaatsvinden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller martha56. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.