Een uitgebreide samenvatting van voor het eerste deeltentamen van HISMO (Geschiedenis van de Moderne Wereld sinds 1750). Bevat alles wat er in de hoorcolleges is besproken en is genoeg om een voldoende te halen!
1.1 Verlichting als een historisch concept
Kant: ‘durf te denken’, in de tijd van verlichting -> was meer een houding.
Maar nu verlichting als historisch concept: anders dan de definitie van Kant.
De basisprincipes van de Verlichting
- De wereld is kenbaar (valt kennis over te verzamelen) en wordt gestuurd door natuur en
niet door supernatuurlijke krachten (zoals God).
- Het volgen van de wetenschappelijke methode (rationalisme, experimentele, empirische)
zal uiteindelijk alle vragen over de natuur en samenleving kunnen beantwoorden
- Met kennis van natuur en samenleving kan je gaan ‘sturen’, natuur en samenleving zijn
dus beheersbaar en maakbaar door toepas van kennis
- De mensheid en de samenleving kan opgevoed en geschoold worden om steeds grotere
vormen van perfectie te bereiken (vooruitgangsgeloof). Perfectie is ingeklemd door onze
eigen kennis en de wil om deze kennis toe te passen.
1.2 Verlichting als intellectueel en sociaal fenomeen
Als een oproep naar mensen om op een bepaalde manier te handelen.
Intellectuele wetenschappers in deze eeuw:
- Descartes (1596-1650): had een systematische twijfel over waarneming en ideeën, hij
vond namelijk de kennis die tot toen aan was verzameld niet betrouwbaar, want
gefundeerd op menselijke geest; subjectief. Vond dat men wiskunde kon gebruiken om
logisch te redeneren. In cijfers denken; iets wat toen niet gedaan werd.
o Alleen via deductie kon men bepaald kennis van de wereld krijgen.
- Francis Bacon (1561-1626): schreef het boek Nova Atlantis: beschrijft dat de mensheid
in staat om alles te kunnen ontdekken en beheersen. Hij zag in dat als men de natuur
kon kennen, wij deze ook konden beheersen en wetenschap konden inzetten voor de
verbetering van het leven.
o Inductie: manier van redeneren waarbij er op grond van een aantal
waarnemingen een generalisatie wordt genomen. (bijv: alle raven zijn zwart)
Deïsme
Andere houding naar God, een verlichte opvatting naar geloof. God was niet langer een man
met een baard boven op een wolk maar meer een beweger/in beweging zetter van de
natuurwetten. Geloofde dat God wel de schepper was van alles maar daarna niet meer ingreep
in het proces en ook dus geen wonderen laat gebeuren bij mensen. Het was niet langer meer
persoonlijk wat hij van je vond. Religie werd daarmee een individualistische beleving.
Verlichting als maatschappelijk fenomeen
,Verlichting was alleen voorbehouden aan een heel klein gedeelte van de bevolking; kleine delen
van de adel, geestelijkheid en burgerij. De netwerken waarin verlichte ideeën werden verspreid
in de steden uiteindelijk in netwerken terecht van mensen met economische en politiek macht;
die door middel van een saloncultuur een belangrijk netwerk buiten de censuur om hadden. Dit
maakte de publieke opinie mogelijk.
Door de saloncultuur konden vrouwen als een soort gastvrouw spelen. Er kwam ruimte voor
discussie en filosoferen en om denkers te verzamelen. Binnen de salons kon men niet
censureren, echter gebeurde dit wel in de broekdrukkunst.
1.3 Politiek denken
De legitimiteit van de macht was voor de verlichting grotendeels gebaseerd op theologische
redeneringen; de goddelijke legitimiteit. Er waren echter al politieke denkers die zeiden dat god
en macht gescheiden moest zijn (op volgorde van tijd)
- Thomas Hobbes: zegt dat er een politiek systeem moet komen waarvan we weten dat
het de beste is; hier komen we achter door een deductief gedachten experiment; we
moeten de wereld kennen. Gaat uit van een natuurtoestand: een situatie waarin iedereen
totaal vrij is omdat er geen interferentie van wetten is. De mens is elke dag bang voor de
dood, een situatie van oorlog van allen tegen allen. Door geweld toe te passen kunnen
mensen zich verrijken zonder zelf arbeid te verrichten; er zou altijd geweld zijn. Volgens
Hobbes zou alleen het absoluut vorstendom iedereen beschermen en die
geweldsmonopolie moet hebben waardoor men geen geweld meer tegen elkaar kan
uitten.
- John Locke: visie op natuurtoestand. Zegt dat de mens het van nature in zich had om
samen te werken waarmee een overwaarde gecreëerd kon worden. Er moest een
instemming zijn van alle leden van een gemeenschap; volkssoevereiniteit (beslissingen
zijn goed wanneer de meerderheid het wil). Fundamenten voor democratie (parlement,
vertegenwoordigers, eigendom en arbeid).
- Jean Jacques Roussea: een rechtvaardige samenleving kan alleen gecreëerd worden
als er ook economische gelijkheid kan komen. De algemene wil.
- Montesquieu: enige manier waarop we kunnen bewaken dat de rechtvaardigde
samenleving blijft bestaan is door middel van de Trias Politica.
1.4 Verlicht depotisme
Vorsten doen ook een poging om de verlichte ideeën aan te wenden om hun eigen positie te
ondersteunen. Ze gaan hun land leiden door middel van wetenschappelijke en filosofische
inzichten. Met name het tempo was een groot verschil vergeleken met normale despoten.
De vorsten wilden afrekenen met Middeleeuwse krachten en gewoonten, en begonnen met het
centraliseren van macht, invoeren belastingen etc. Echter lopen ze wel tegen een muur aan;
oude krachten vechten terug (adel en kerk), dit beperkte hen.
De vorsten waren niet alleen voortgedreven door de filosofen en denkers, maar ook door
militaire noodzaak (kosten oorlogvoering hoog -> belasting).
1.5 Romantiek (denkstroom)
, De romantiek was een reactie op de verlichting: sommigen vonden verlichte denkers te ver
doorschieten. Zij vonden dat het streven naar het verbeteren van de mens en maatschappij wel
goed is maar dit kan niet door eenzijdige rationalisering, de emotie mag ook meetellen.
De mens kan zich alleen bevrijden door ook zijn hart te gebruiken, de natuur is een levend
wezen in plaats van een beheersbare machine.
Universalisme (verlichting) vs. particularisme (romantiek => afhankelijk van tijd en plaats)
Hoorcollege 2: The Dual Revolution.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lunaserra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.93. You're not tied to anything after your purchase.