• Intern evenwicht
• Binnen lymfologie: evenwicht in vochtbalans/huishouding (al het water in ons lichaam)
• Wordt geregeld door vasculair systeem en lymfesysteem => 2 communicerende systemen
o Vasculair: gesloten keten systeem met continue circulatie (hart => arterieel => microvasculair
bed => veneus)
o Lymfesysteem: open systeem, vingervormige uiteinden van buisjes die in lichaam liggen die
open zijn en vocht opzuigen
(CARDIO)VASCULAIR SYSTEEM
• Arteriële en veneuze systeem
• Lymfevaten lopen quasi gelijk met veneuze systeem
DIA 12 BEKIJKEN!!!
Zuurstofrijk bloed vertrekt vanuit hart naar aorta, zo naar lichaam. Aan veneuze zijde wordt het zuurstofarm
bloed, gaat terug naar hart, zo naar longen en terug naar hart
Zwart draadje met bolletjes: thv cardiovasculair bed, heb je inmenging van lymfestelsel (lymfevaatjes die ook
zaken die uitgewisseld worden, opzuigen en dit transporteren naar lymfeklieren = zwarte bolletjes)
Lymfeklieren = filters (zwart draadje mondt terug uit in bloedbaan, wordt zuiver terug in bloedbaan gebracht)
1
,ARTERIËLE SYSTEEM
• Aorta => arteriën => arteriolen => metarteriolen => precapillaire sfincter => capillairen => microvasculair
bed
• Metarteriole + precapillaire sfincter = vasomotoriek
• Flow en druk van bloed voor en na sfincter
• Uitwisseling bloed – weefsel
• Postcapillaire venulen: uitwisselingsfunctie
• Tot metarteriolen: hebben spiervezels in wand => kunnen uit zichzelf contraheren
• Na sfincter: andere systemen nodig voor contractie/ontspannen (AZS; sympatisch en parasympatisch)
• Vanaf veneuze zijde gaat er ook nog uitwisseling zijn
Thv metarteriolen gebeurt er overgang. In grote structuren heb je spiercellagen in wand waardoor contractie
mogelijk is. Bij metarteriolen heb je nog maar 1 laag en deze is discontinu qua spiercellen. Vanaf capillairen
hebben we geen spiercellen meer in wand. Hierdoor zal druk voor en na precapillaire sfincter anders zijn. Voor
precapillaire sfincter is er min of meer constantere flow en druk. Deze worden opgevoerd vanuit hart en hier zijn
ook enkele mechanismen voor verantwoordelijk. Na precapillaire sfincter, thv capillairen en microvasculair bed,
gaat activatie door andere systemen in gang worden gezet. Dit is enerzijds door sympatische systeem en
anderzijds door parasympatische systeem. Op deze manier kan je dan contractie krijgen van kleine
bloedvaatjes/capillairen.
ARTERIOLEN: TUNICA
• 3-lagige wand:
o Intima: endotheelcellen + lamina basalis
▪ Endotheelcellen: ruitjes waarbij lange zijde in richting van bloedstroom ligt
▪ Bij lymfevaten zijn het eerder kubussen die naast elkaar liggen
o Media: 2 lagen gladde spiervezels + andere vezels (= elastische vezels voor uitzetting en
contractie + collageenvezels voor trekvastheid)
o Adventitia/externa: BW verbinding
▪ Longitudinaal georiënteerd
▪ Verstevigende laag, zodat bloedvaatjes niet direct collaberen wanneer hier hoge druk
op komt
▪ Verzorgt trek- en draagkracht van vat
• Alles van arteriolen en groter hebben 3-lagige wand
CAPILLAIREN
• 7 – 9 μm (heel kleine bloedvaatjes)
• Endotheelcellen + lamina basalis + collageen
• Wandcellen: Golgi-complex, mitochondriën + microfilamenten + transportblaasjes
o Golgi-complex: opslagplaats (cellen waarin alles wat geproduceerd is geweest, kan opgeslagen
worden)
o Mitochondriën: geven energie aan cel
o Microfilamenten: contractiliteit (actinemoleculen helix)
• Uitwisseling:
o Diffusie (dunne wand, oppervlakte, stroomsnelheid)
o Intercellulaire spleten of trancytose (blaasjestransport)
• Hebben geen dikke laag van spiervezels meer
• Capillairen die in vasoconstrictie gaan: bv. vingers die wit worden bij enorme koude
2
,VENEUZE SYSTEEM
• 60% van bloed
• 3 lagen: tunica media zeer dun, adventitia dikker
o Veel minder ontwikkelde spierlaag
o Buitenste laag is meer ontwikkeld => meer trekkracht
• Transport en sturing (door verschillende mechanismen):
o Arteriële pulsaties
o Spierpomp/respiratoire pomp
o Veneuze unidirectionele kleppen
o Restdruk van hart
o Arterio-veneuze anastomosen (= verbinding tussen arteriën en venen (kan zich sluiten als er
hoge noden zijn in bepaalde weefsels))
• Hier wel kleppen
• Bloed moet tegen zwaartekracht terug naar hart (naar boven worden gepompt)
Via deze systemen kunnen we veneus
systeem helpen om bloed terug naar
boven te brengen
Spierpomp: bloed komt van onderaan. Door spiercontractie is er onderaan grote druk waardoor kleppen sluiten.
Bovenaan is druk lager en openen kleppen
Respiratoire pomp: tijdens inademen neemt thoracale ruimte toe, waardoor druk hier afneemt. Hierdoor
ontstaat er compressie thv abdomen en daardoor wordt er druk uitgeoefend op aorta, waardoor bloed geholpen
wordt om naar boven te stuwen. Tijdens uitademen wordt thoracale ruimte kleiner en wordt druk hier groter.
Zo kan bloed van hieruit gepompt worden richting hart
3
, LYMFESTELSEL
LYMFESYSTEEM
DEFINITIE
• Functies: drainage, homeostase, transport, afvoer en immuniteit (lymfestelsel bevat ook organen:
thymus, milt,…)
o Het is afweersysteem van ons lichaam en bepaalt voor groot deel onze immuniteit
• Parallel met veneuze systeem, mondt uit in bloedcirculatie
• Initiële lymfevaten in periferie, lymfeklieren als verzamelpunten
o Initiële lymfevaten hebben absorberende werking: alles wat ze absorberen voeren ze af naar
lymfeklieren (verzamelpunten)
TOPOGRAFIE
• Oppervlakkig: dermis, subcutis en fasciale netwerk
• Diep: spieren, gewrichten, botten, peesschedes en zenuwen
Oppervlakkige en diepe laag verbonden door perforerende vaten, maar gescheiden door fascia generalis
• Lymfevaten van organen: eigen functie, afhankelijk van vorm en functie van organen
• Anastomosen tussen collectoren: hierdoor communicatie tussen beide systemen
o Anastomosen kunnen samentrekken om vocht meer naar ene of andere kant af te voeren
Wij focussen alleen op oppervlakkige systeem => als kiné kunnen we rechtstreeks alleen oppervlakkige
beïnvloeden
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller FMertens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.53. You're not tied to anything after your purchase.