DEEL 1: historische veranderingen in het aardse milieu
1. De geologische tijdschaal
Relatieve ouderdom van vershcillende gesteenten en afzettingen word gechat op basis van:
- Gidsfossielen → taxa kenmerekend voor ene bepaalde periode
- Stabiele isotopen in carbonaathoudende mariene sedimenten
- Verval van radioactieve isotopen (vb 14C) → Radiometrische dateringen
KENNEN
o Eonen
o Era’s
Recentste Era: Cenozïcum
Recentste periode: Quartair
Antropoceen: nieuwe periode
omdat de mens zo een invloed
heeft gehad
2. platentektoniek
= temporele en ruimtelijke patronen van tektonische platen en de onderliggende mechanismen
van hun beweging
3 belangrijke krachten bij plaattektoniek:
1) Langs de mid-oceanische ruggen word magma vanuit de asthenosfeer naar het
oppervlak geduwd → uiteen duwen van platen en bodemverspreiding
2) Transportband die ontstaat doordat er een convectiecel in het midden van de aarde
plaatsvindt, de mantel wordt getransporteerd
3) Trekkracht die ontstaat omdat de oceanische platen denser zijn dan de continentale
platen thv subductiezones → zinken onder de continentale platen
,Onze planeet is 1 grote magneet. Het aardmagnetisch veld is soms
sterker, soms zwakker en kan ook omkeren.
Je hebt een geografische noordpool en geografische zuidpool
Je hebt een magnetische noordpool en magnetische zuidpool
Magnetische noordpool ligt thv de geografische zuidpool en
omgekeerd
Je kan variatie krijgen in die hoek van magnetisch veld, maar ook een inversie(= magnetische
noordpool word de magnetische zuidpool en omgekeerd)
Magnetisch veld heeft een bepaalde polarisatie, omwisseling in polarisatie gaat zichtbaar zijn
door magma op oceaanbode. Bij inversie gaan beide zijden van mid- oceanische rug
symmetrisch zijn, dus aanwijzing dat de oceanische platen tov elkaar aan het bewegen zijn.
Gesteentes dicht bij mid-oceansiche ruggen zin relatief jong en hoe verder van mid-oceanische
rug hoe ouder de stenen worden → aanwijzing van platentektoniek
Ouderdom gesteenten op continentale platen veel ouder dan in oceaan
2.1Patronen, bewegingen en interacties
- Oceanische lithosfeer: constante turn-over
o Oceaanbodem zelfden ouder dan 150 miljoen jaar
- Continentale lithosfeer: minder dens en minder subductie
o Tot 3,8 miljard jaar oud
Tektonische geschiedenis van continenten kan over veel langere periode gereconstrueerd
worden
Inzicht in paleogeografische gescheidenis van continentale platen is belangrijk voor
biogeografische patronen
Sutuurzones: grote verschillen in fossiele gemeenschappen waar platen in contact komen met
elkaar → groot verschil in fauna en flora
In loop van geschiedenis is aantal platen continu veranderd:
• Vroeger: tektonische platen lagen bij elkaar, grote connectiviteit zowel tussen
terrestrische als mariene gemeenschappen
• Nu: continenten komen relatief geïsoleerd voor
Randen van tektonische platen:
- Spreidingszones of mid-oceansiche ruggen: waar tektonische platen uit elkaar schuiven
- Botsingzones: waar tektonisch platen in contact komen
- Transformatiezones: tektonische platen schuiven met elkaar en opgeslagen energie gaat
op bep periodes vrijkomen →
aardbevingen
Geassocieerde processen hebben typisch
langer perioden van stasis afgewisseld
met periodes van intense tektonische
activiteit
,Spreidingszones:
- Hoger gelegen structuren op de bodem van de oceaan die ontstaan door het uit elkaar
bewegen van tektonische platen
- Ruimte die ontstaat word opgevuld met magma vanuit de asthenosfeer
- Resulteert in nieuw gevormde oceanische lithosfeer
- Gekenmerkt door vulkanische activiteit waarbij oceanische eilanden ontstaan
o Eilanden ouder naarmate verder verwijderd van de spreidingszone
o Dit is omdat de aardkorst aangroeit langs de spreidingszones van oceanische
ruggen
- Continentale divergentie kan ook optreden waarbij slenken ontstaan
o Baikal meer is zo ontstaan
o Oost-Afrika heb je ook een slenkzone, waarbij uiteindelijk de Somalische plaat
zal afbreken→ vorming nieuwe oceaan
Transformatiezones:
- Platen met ongeveer dezelfde densiteit schuiven tegen elkaar
- Opgestapelde energie komt in stapjes vrij en resulteert in intense seismische activiteit
Botsingzones:
- Leidt tot verdikking lithosfeer
- Botsing van platen met zelfde densiteit leidt tot vorming bergketens
o Indiaanse plaat gebotst met Euraziatische plaat, gaat upliften→ gevolg : uplift
van Tibetaanse plateau → vorming Himalaya gebergte
- Botsing van dense oceanische plaat onder de continentale plaat duikt de oceanische
plaat onder de continentale platen in een subductiezone → magma komt vrij, gaat naar
boven en dan krijg je vulkanisme → vorming oceanische troggen
- Magmapluimen die ontstaan bij de verhitting van de ondergedoken gedeelten van de
oceanische plaat stijgen op en vormen uitgestrekte ‘ringen’ van vulkanen
, 2.2De tektonische geschiedenis van landmassa’s
Rodinia:
=Supercontinent dat bestond uit alle tektonische platen, schoof over de evenaar (1100-750 Ma)
Uiteenvallen heeft geleid tot snow ball earth ( =aarde
was bekt met ijs)
➔ In centrum heel droog, als begint uiteen te
vallen gaat klimaat natter worden
➔ evaporatie, water gaat gesteentes verweren
➔ Koolstofdioxide word uit atmosfeer getrokken
en opgeslaan in bicarbonaat ionen
➔ Bicarbonaat ionen kunnen reageren in oceaan
met calcium met vorming van calcium
carbonaat
➔ Koolstofdioxide concentratie neemt af in
atmosfeer
De vorming van het supercontinent Pangaea (250-210 Ma)
Ontstaan door samensmelten van twee grote oude supercontinenten: Laurazië (N) + Gondwana
(Z) tijdens Perm en Trias.
Gondwana:
- Zuid-Amerika, Afrika, Madagaskar, Arabië, India, Australië, Tasmanië, Nieuw-Guinea,
Nieuw-Zeeland, Nieuw Caledonië en Antarctica.
- gevormd gedurende het Precambrium (650 Ma).
- relatief stabiel supercontinent dat tussen de zuidpool en de evenaar bewoog.
- grote ouderdom van Gondwana gedeeltelijke verklaring voor similariteit van biota in het
zuidelijk halfrond
Laurazië:
- veel recenter
- Pre-Lauraziatische landmassa’s bleven geïsoleerd tot het Vroeg-Devoon (400 Ma)
= 'Old Sandstone Continent' : Europa + voorlopers van Noord-Amerika en noordelijk
Siberië botsen → 1ste fase
- 2de fase: voorlopers van China en zuidelijk Siberië bleven geïsoleerd in subtropische
breedtegraden in het noordelijk halfrond.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liendespiegeleir. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.21. You're not tied to anything after your purchase.