Samenvatting van deel 1 tot deel 6 van de cursus + notities uit de les. Overzichtelijk met prenten erbij, ik en mijn vriendinnen gebruikten deze en zijn er allemaal door.
Vanwaar komt de koolstof om een organisme op te bouwen?
CO2 (of zelden: CH4) -> Autotrofen (= kunnen cellulaire componenten
zelf synthetiseren)
Organische verbindingen -> Heterotrofen (= energie uit oxidatie organische
componenten => afhankelijk van autotrofen die deze ter beschikking stellen)
Aeroob: gebruiken enkel O2
Anaeroob: gebruiken sulfaat of nitraat
Facultatief anaeroob: kunnen zowel in aanwezigheid als afwezigheid van O2 groeien
Niet oxygene fotosynthese: den aan fotosynthese maar er ontstaat geen zuurstof
Chemosynthese: chemische energie gebruiken voor koolstoffixatie vb bij hydrothermale events
waar geen zonlicht is
• METABOLISME:
1) Het verkrijgen van energie, koolstof en elektronen (afbraak nutriënten, zonne-energie, ...)
2) Het verbruiken van energie, koolstof en elektronen voor het uitvoeren van cellulaire functies
(vb. synthese van moleculen eigen aan de cel)
, • Onderverdeling in:
1) Katabolisme = afbraak (= omgezet in kleinere eenvoudige eindproducten) => stellen energie
vrij
2) Anabolisme = biosynthese (= kleine, eenvoudige precursoren worden omgezet tot meer
complexe moleculen) => vereist energie
ANABOLISME EN KATABOLISME ZIJN GEKOPPELD
• NADH,NADPH,FADH2 => elektronendragers
Vb NADH heeft 2 elektronen meer dan NAD+
• Energie en elektronen worden dan afgegeven aan
anabolisme om zaken op te bouwen
• Precursor moleculen worden gebruikt om
macromoleculen te maken
• Nitrogene basen zijn de basen van nucleïnezuren
(A,T,C,G,U)
Met elkaar verbonden door gemeenschappelijke
intermediaren => ATP,NAD(P)H die geproduceerd
worden in de ene en verbruikt worden in de andere
ATP en NADPH zijn belangrijkste bronnen van vrije
energie voor anabole reacties
Acetyl-CoA: bestaat uit de 2-koolstof acetyl
eenheid verbonden met coenzyme A
Energie die wordt vrijgesteld bij de afbraak wordt
bewaard via synthese van ATP uit ADP + Pi of door
reductie van NAD(P)+ tot NAD(P)H
Pathway= reeks van opeenvolgende reacties gekatalyseerd door enzymen
Metabolieten: precursoren + intermediaren + producten (= verzamelnaam voor alle kleien
chemische verbindingen die bewerkt worden in de pathways)
Lineair: zet een enkel reactant om tot een eindproduct
Vertakt: vanuit vershcillende startpunten naar een centraal punt of omgekeerd
– Convergent: - verschillende precursoren worden omgezet tot hetzelfde product
– Divergent: - verschillende eindproducten worden gevormd uit dezelfde precursor molecule
Cyclisch: hetgeen dat je erin stopt als pathway helemaal doorlopen hebt je terug hetzelfde hebt
, Verschillende pathways gaan door in verschillende organellen -> vanwege
compartimentalisatie
Mitochondriën: energiefabriek (kreb cyclus,…)
Cytosol: fotosynthetisch organel
• Verschillen tussen organen en weefsels: bvb. de synthese van glucose gebeurt vnl. in de
lever bij de mens
• Isozymen zijn het gevolg van deze specialisatie:
– ze katalyseren dezelfde reactie
– ze worden gecodeerd door verschillende genen
– ze hebben verschillende kinetische en regulatorische eigenschappen
Prokaryoten : geen celorganellen, maar de metabolische processen kunnen wel gelokaliseerd
zijn in specifieke regio’s binnen het cytosol
Reacties worden uitgevoerd door enzymen
• Enzymen katalyseren nagenoeg alle reacties uit de katabole en anabole pathways.
• Verlagen de vrije energie van de transitietoestand: zonder enzymen zouden reacties té
traag doorgaan
• Veranderen NIET de vrije energieverandering van de reactie
• Kunnen wel een endergone reactie koppelen aan een exergone reactie, zodat deze eerste
toch kan doorgaan
• Reageren met specifieke substraten en vermijden zo de vorming van ongewenste en/of
toxische bijproducten => gaan alleen de gewenste rectie versnellen
Snelheid van de reactie => hoogte van transitietoestand
Spontaniteit => verschil in Gibbs rij energie
Grafiek: als G<0 => spontaan dus eind product lager
dan begin product
Met enzym: transitietoestand word lager=> begin- en
eindproduct blijft zelfde dus G blijft zelfde
Er kan eerst een endergone reactie zijn en dan een exergone reactie, de winst bij exergone
reactie kan gebruikt worden voor de endergone reactie => als totaal van de 2 reacties samen
kleiner is dan 0, dan kan totaal reactie doorgaan
Synthases: gebruiken geen ATP
Synthetasen; gebruiken wel ATP
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liendespiegeleir. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.57. You're not tied to anything after your purchase.