100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Blok 4.1: Attitudes en Emoties in Organisaties/Attitudes and Emotions in Organizations - Probleem 2 (2019/2020) $4.28
Add to cart

Summary

Samenvatting Blok 4.1: Attitudes en Emoties in Organisaties/Attitudes and Emotions in Organizations - Probleem 2 (2019/2020)

2 reviews
 142 views  10 purchases
  • Course
  • Institution

Een uitgebreide samenvatting van probleem/thema 2 (studiejaar 2019/2020) van het vak Attitudes en Emoties in Organisaties (4.1).

Preview 2 out of 34  pages

  • September 12, 2019
  • 34
  • 2019/2020
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: saar-thijssen • 4 year ago

review-writer-avatar

By: lady_celine26 • 5 year ago

avatar-seller
BLOK 4.1 ATTITUDES & EMOTIONS IN ORGANIZATIONS: Probleem/Thema 2

Vignet 1: Motivation theories
Steve M. Jex and Thomas W. Britt. (2014). Chapter 9. Theories of Motivation.
In Organizational psychology : a scientist-practitioner approach. (pp. 289–330).
Het doel van dit hoofdstuk is om de grootste theorieën te bespreken die motivatie in
werkomgevingen verklaren. Volgens Kanfer, Chen en Pritchard is motivatie een hypothetical
construct: je kunt het niet zien of voelen. Echter, de effecten ervan zijn wel observeerbaar
(net als bij zwaartekracht). Motivatie bepaald de vorm, duur, intensiteit en duur van
werkgerelateerd gedrag.
1. Form: soort activiteiten die iemand uitvoert op het werk.
2. Direction: het pad dat iemand neemt op de weg naar zijn specifieke doel.
3. Intensity: de vitaliteit en hoeveelheid energie die wordt gestopt in doelgerichte
werkprestatie.
4. Duration: verwijst naar hoelang iemand een bepaalde richting aanhoudt.

Basic assumptions about motivation
 Motivatie bevat keuze: motivatie wordt gereflecteerd in de keuzes die we maken.
 Motivatie bevat toewijzing van middelen: we hebben maar beschikking over
beperkt aantal bronnen, zoals cognitie, aandacht en tijd. We kunnen bijvoorbeeld
niet tegelijkertijd studeren voor een groot tentamen, socializen met vrienden en een
film kijken tegelijk. We moeten dus kiezen hoe we onze beperkte middelen toewijzen
 als we kiezen om de bronnen toe te wijzen naar het studeren, zijn we dus
gemotiveerd om het tentamen goed te maken.
 Motivatie is een multilevel proces: je wordt gemotiveerd door veel verschillende
dingen tegelijkertijd  je wilt het goed doen op werk, een goede ouder zijn, gezond
leven, aardig gevonden worden etc.

Theoretical approaches to motivation
1. Need-based theories verklaren werkmotivatie in termen van de mate waarin
werknemers belangrijke behoeftes vervullen in de werkomgeving.
2. Cognitive process theories benadrukken de beslissingen en keuzes die werknemers
maken wanneer ze hun ‘efforts’ toewijzen.
3. Behavioral approach benadrukt het toepassen van leerprincipes op de
werkomgeving.
4. Self-determination theory benadrukt het belang van het onderscheid tussen
motivatie door extrinsieke factoren (geld, goedkeuring) vs. intrinsieke factoren
(interesse).
5. Job-based theories plaatsen de bron van motivatie in de context van banen.

NEED-BASED THEORIES OF MOTIVATION
Maslow’s need hierarchy
 Psysiological: behoefte aan voedsel, zuurstof, water. Deze zitten op het laagste niveau
want ze zullen alleen motiveren wanneer deze behoeftes niet bevredigd zijn.
 Safety: beschutting en bescherming. Bijv: je werkt zodat je je familie een huis kan
geven in een veilige omgeving + zorgen voor pensioen.

,  Love and belonging: behoefte om betekenisvolle relaties met
anderen te hebben en gevoel van belonging. Bijv: werken
omdat je daarmee sociale contacten onderhoudt en hier
beloning uithaalt.
 Esteem: behoefte om je competent te voelen en een gevoel
van mastery te ervaren. Bijv: een schoon en opgeruimd huis
hebben, of je goed voelen als je een taak snel af hebt.
 Self-actualization: het realiseren van je potential en het
maximaliseren van je capaciteiten. Maar weinig mensen
vervullen deze behoefte. Bijv: een leraar die zich actualized
voelt bij het lesgeven aan de generatie van de toekomst.
Kritiek: Werd niet empirisch ondersteund, diende vooral als inspiratie
voor andere theorieën. Voornamelijk gebaseerd op klinische
observaties i.p.v. empirisch onderzoek.

ERG theory: Staat voor existence (physiological needs and safety needs), relatedness (love
and belonging needs) en growth (esteem and self-actualization needs). Komt overeen met
de fases van Maslow, maar dan opgedeeld in 3 niveaus i.p.v. 5. De behoeftes zijn niet
hiërarchisch, en kunnen ook naar beneden gaan als het ene niet wordt bevredigd.
Kritiek: Ook weinig empirisch support, maar diende wel als basis voor andere theorieën.

Need for achievement theory: mensen met een hoge Need For Achievement gaan voor
meer risico, hebben een sterke behoefte aan kennis van resultaten of feedback, raken
bevlogen (absorbed) in hun werk, stellen moeilijke doelen en maken lange werkdagen.
Wordt gebruikt om verschillen te verklaren tussen mensen in doelgericht gedrag. Kritiek: De
theorie is bruikbaarder dan de eerdere theorieën, omdat het gericht is op één behoefte
(achievement) in plaats van verschillende behoeftes (smaller).

COGNITIVE PROCESS THEORIES OF MOTIVATION
Equity theory: is een vorm van de social exchange theory. De equity theory focust op de
manier waarop men bepaalt wat eerlijkheid van sociale exchanges is. Werknemers stoppen
hun inputs in de organisatie, zoals academische resultaten, jaren werkervaring, baan
gerelateerde vaardigheden en moeite. Outcomes zijn hetgeen wat jij terugkrijgt vanuit de
organisatie, zoals geld, promotie, lof → ratio van inputs-to-outcomes: werknemers
vergelijken met wat zij als de standaard zien (vb. een andere werknemer met dezelfde baan).
Wanneer de ratio’s gelijk aan elkaar zijn bereikt de werknemer een staat van equity.
Wanneer de ratio’s niet gelijk zijn wordt er een staat van inequity bereikt. De meest
voorkomende vorm
hiervan is
underpayment. Hierbij is
een werknemer niet
tevreden met de
exchange relationship en
wil dit terug in balans
brengen. Manieren op
de disbalans te
herstellen:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tesspsychologie_. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.28  10x  sold
  • (2)
Add to cart
Added