Inhoudstafel
Hoofdstuk 1: a tour of the world .............................................................................................................. 2
Hoofdstuk 2: a tour of the book ............................................................................................................... 2
Hoofdstuk 3: de goederen markt ............................................................................................................. 6
Hoofdstuk 4: financiële markten I .......................................................................................................... 11
Hoofdstuk 5: goederen en financiële markten: het IS-LM model ............................................................ 14
Hoofdstuk 6: financiële markten II: uitbreiding IS-LM model .................................................................. 17
Hoofdstuk 7: de arbeidsmarkt ............................................................................................................... 23
Hoofstuk 8: de Phillips-curve, de natuurlijke werkloosheid en inflatie .................................................... 26
Hoofdstuk 9: van de KT naar de middellange termijn: het IS-LM-PC model............................................. 30
Hoofdstuk 10: de economische crisis tijdens Covid ................................................................................ 35
Hoofdstuk 11: de feiten van economische groei ..................................................................................... 37
Hoofdstuk 12: sparen, kapitaal voorraad en output ............................................................................... 39
Hoofdstuk 13: technologische voorruitgang en economische groei ........................................................ 42
Hoofdstuk 14: de uitdagingen van economische groei ........................................................................... 45
Hoofdstuk 18: openheid in de goederenmarkt en de financiële markt ................................................... 47
Hoofdstuk 19: de goederenmarkt in een open economie ....................................................................... 52
Hoofdstuk 20: output, de rentevoet en de wisselkoers........................................................................... 55
Hoofdstuk 21: wisselkoers regimes ........................................................................................................ 58
Hoofdstuk 22: moeten beleidsmakers beperkt worden? ........................................................................ 60
Hoofdstuk 23: budgettair beleid, een opsomming.................................................................................. 62
Hoofdstuk 24: monetair beleid, een opsomming.................................................................................... 63
Afsluit.................................................................................................................................................... 65
1
Shanti Langers
,Inleiding
Hoofdstuk 1: a tour of the world
Hoofdstuk 2: a tour of the book
Aggregate output
• Is een belangrijke determinant/maatstaf van het BBP
• We kunnen het BBP/GDP op 3 verschillende manieren meten
o 2 via de productie zijde
o 1 via de consumptie zijde
• De aggregate output is de som van alle finale goederen die geproduceerd worden
→ intermediaire goederen tellen we niet mee in het BBP om dubbeltelling te vermijden
• Productiezijde; het BBP is de waarde van de finale goederen en diensten die in een economie
geproduceerd werden gedurende een bepaalde periode → we bekijken de gehele economie als 1
groot bedrijf; de opbrengsten van dit ene bedrijf is het BBP
• Productiezijde; het BBP is de som van de toegevoegde waarde die gecreëerd werd in een economie
gedurende een bepaalde periode → som van alle opbrengsten verminderd met de som van alle
intermediaire verbruiken is het BBP
• Consumptiezijde; het BBP is de som van alle inkomens in een economie gedurende een bepaalde
periode → aggregate inkomen en aggregate productie zijn steeds gelijk; evenwicht van vraag en
aanbod
• Nominaal BBP = de totale hoeveelheid finale goederen vermenigvuldigd met hun actuele
verkoopprijs
o Kent een stijgend verloop vanwege:
→ een toenemende productie van de meeste goederen doorheen de tijd
→ toenemende prijzen van de meeste goederen doorheen de tijd (inflatie)
o Als economen willen we focussen op het meten van de productie (niet het verloop van de
prijzen)
• Reëel BBP = de totale hoeveelheid finale goederen vermenigvuldigd met een constante verkoopprijs
→ schakelt het effect van inflatie uit zodat we kunnen focussen op de evolutie van de productie
• Voor meerderen goederen zijn de relatieve prijzen een natuurlijke maatstaf voor het gewogen
gemiddelde van de aggregate output
• Reële BBP in kettingprijzen van jaar x = geeft de toename van het reële BBP met gehanteerd constant
prijspeil uit basisjaar x
• Er zijn veel synoniemen voor het reële BBP!
• Als er in deze cursus verder gesproken wordt over BBP, gaat het steeds over het reële BBP
2
Shanti Langers
,• Yt = reële BBP in jaar t
• Het nominale BBP = dollar/euro BBP = BBP in huidige prijzen
• $Yt = nominale BBP in jaar t
• Opmerking; moment waar reële BBP = nominale BBP, is het gekozen basisjaar
• Focus box slide 14: we kunnen niet alle prijsstijgingen afschuiven op inflatie, soms verbetert de
kwaliteit waardoor de prijs stijgt en dit kunnen we niet zien als een absolute prijsstijging → we
passen de methode van ‘hedonic pricing’ toe; we bekijken goederen als een verzameling van
eigenschappen die elks kunnen variëren
• Groeipercentages van het BBP (met t = 1 kwartaal)
𝐵𝐵𝑃𝑡 −𝐵𝐵𝑃𝑡−1 𝐵𝐵𝑃𝑡
o Kwartaal op kwartaal groei (QoQ): ∆𝐵𝐵𝑃𝑡 = = −1
𝐵𝐵𝑃𝑡−1 𝐵𝐵𝑃𝑡−1
𝐵𝐵𝑃𝑡 −𝐵𝐵𝑃𝑡−4 𝐵𝐵𝑃𝑡
o Jaar op jaar groei (YoY): ∆𝐵𝐵𝑃𝑡 = = −1
𝐵𝐵𝑃𝑡−4 𝐵𝐵𝑃𝑡−4
𝐵𝐵𝑃 4
𝑡
o Kwartaal op kwartaal groei op jaarbasis: ∆𝐵𝐵𝑃𝑡 = (𝐵𝐵𝑃 ) −1
𝑡−1
→ de groei op jaarbasis als de economie zou groeien aan dezelfde snelheid als QoQ
→ vooral gebruikt in de UK en de US
• YoY geeft de meest stabiele cijfers; QoQ geeft variabelere cijfers; QoQ op jaarbasis geeft heel
variabele cijfers
• Beperkingen van het BBP
o Het is geen complete maatstaf van economische activiteit
→ houdt geen rekening met huishoudelijk werk
→ houdt weinig/geen rekening met zwartwerk
o Externe effecten (klimaat, welzijn, …) worden niet volledig meegerekend
o Negatieve goederen/diensten zorgen ook voor een hoger BBP (gevangenis, sigaretten, …)
• Het BBP is een maatstaf voor economische activiteit, niet voor het welzijn
Werkloosheid
• Onderverdeling van de populatie
Totale bevolking
Bevolking op actieve leeftijd (18 – 65j) Bevolking op inactieve leeftijd
Inactieve bevolking
Beroepsbevolking
(kiezen ervoor om niet te werken)
Werkend Werkloos
• Werkenden = het aantal mensen die een job hebben
• Werklozen = het aantal mensen die geen job hebben maar wel actief opzoek zijn naar een
• Beroepsbevolking = werkenden + werklozen
3
Shanti Langers
, • De werkloosheidsgraad = de verhouding van het aantal werklozen tegenover de beroepsbevolking
𝑈
→𝑢 = 𝐿
• We kunnen de werkloosheid gebruiken als een ‘lagging’ of achterlopende indicator van het BBP
→ het duurt even voordat de huidige economische situatie te zien is in de arbeidsmarkt (zie ook
verdere hoofdstukken)
• Werkloosheid wordt in de meeste rijke landen gemeten via grote enquêtes afgenomen van de
gezinnen → vb: ‘current population survey’ in de US
• De werkloosheidsgraad is niet altijd een goede maatstaf vanwege ‘discouraged workers’ = mensen
die het actief zoeken naar een job opgeven uit moedeloosheid en daardoor wegvallen uit de groep
werklozen → dit zorgt voor een onderschatting van de werkloosheid
• Een betere maatstaf is de deelname graad van de beroepsbevolking = de verhouding van de
beroepsbevolking in verhouding met de volledige bevolking op actieve leeftijd
• Indien er veel ‘discouraged workers’ zijn, zal de deelnamegraad lager liggen dan de
werkloosheidsgraad
• Het belang van de werkloosheidsgraad
o Het heeft een direct effect op de welvaart van werklozen
o Het is een signaal dat het menselijk kapitaal niet goed wordt benut
• Een heel lage werkloosheidsgraad is ook niet goed, want dan kan er een arbeidstekort ontstaan; er is
een marge aan werklozen nodig om de economische groei op te vangen (staan ‘stand-by’)
• Focus box slide 28: werkloosheid en geluk
o Werkloos worden zorgt voor een grote daling in geluk
o De daling in geluk ontstaat al voordat je effectief werkloos bent
o Zelfs tot 4 jaar later zit je nog steeds onder het oorspronkelijk geluklevel
Inflatiegraad
• Inflatie = een aanhoudende stijging van het algemeen prijspeil
• Inflatiegraad = het % waarmee het prijslevel stijgt
4
Shanti Langers
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shantilangers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.96. You're not tied to anything after your purchase.