100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Inspanningsfysiologie: Troosters $10.75
Add to cart

Summary

Samenvatting - Inspanningsfysiologie: Troosters

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting van het deel inspanningsfysiologie gedoceerd door professor troosters

Preview 3 out of 22  pages

  • July 12, 2024
  • 22
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
LES 1 INSPANNINGSFYSIOLOGIE – types inspanning

Twee grote types inspanning:
Whole body exercise: belasting op hart, longen, bloed bv. zwemmen
- Constante belasting
- Belasting opdrijven (incremental)
- All-out: 30s alles geven

Lokale inspanningen: belasting op spier bv. rechtstaan uit stoel
- Spierkracht
- Spieruithouding
- Spiervermoeidheid

Whole body exercise
= vooral het centrale systeem limiteert, niet het perifere

Tandwielsysteem: O2 gebruiken in de spier

1. Ventilatie centraal
2. Hartdebiet: limiterend bij gezonde mensen!
3. Spiercontracties perifeer

Zolang je meer O2 naar de periferie kan brengen en CO2 kan uitademen, ligt het tandwielsysteem stil
 Hoe zwaarder de inspanning, hoe meer O2 je nodig hebt
Inspanning aan 150 Watt
 Welke O2 consumptie?
= Omgekeerd exponentiële
toename van VO2


De oxidatieve capaciteit van je lichaam bepaald hoe snel je je aanpast aan een belasting. Je
bouwt gaandeweg een ‘zuurstofschuld’ op die je terugbetaald aan het einde van de inspanning.
Hoe beter je conditie, hoe korter het duurt om aan de noodzakelijke hoeveelheid VO 2 te bereiken
voor een bepaald wattage (plateau).

VO2 max = maximum wat je lichaam aan O2 kan verbruiken
Lichaam kan niet meer zuurstof verbruiken bij opvoeren van belasting, hou je niet lang vol
 Bepalen door een incremental test
1. Wat lichaam nodig heeft in rust = 1MET (3.5ml O2/min/kg)
2. Lichte inspanning
3. Na 1 minuut belasting telkens laten toenemen tot de O 2-consumptie niet meer stijgt
= VO2-piek!

VO2 piek ≠ VO2 max omdat het de hoogste VO2 is dat tijdens een inspanningstest gemeten kan
worden en dus ook beïnvloed kan zijn door andere factoren zoals motivatie, vermoeidheid, …
 Maximale aerobe capaciteit van het lichaam (± 10-12 MET gezonde persoon)

Hoe groter O2 consumptie, hoe beter de 3 tandwielen samenwerken dus hoe langer je leeft
 1MET betere VO2 piek  13% Risicoreductie op overlijden

,Klinische tests

 Constante belasting
- Labo-test: fiets of loopband
 Uitkomstmaat in revalidatie-onderzoek
 Zuurstofopname kinetiek als maat voor fitness
- Field test
 6min wandeltest
 Stair climbing test

 Toenemende belasting
- Labo-test
 Bepaling piek responses: VO2, CO2, HR, VE, …
 Bepaling van submaximale parameters: lactaatdrempel, VO 2-slope
- Field test: shuttle walk/run

 All-out (anaerobe capaciteit) = wingate test: 30 seconden all out aan belasting van 7.5%
lichaamsgewicht, omwentelingen/5 seconden

 Het dagelijks leven: soms zit je stil soms niet, wisselend verloop 0 2, HR, SV, VE, perfusie, …

Lokale inspanningen
= vooral het perifere limiteert, niet het centrale: spiermassa, vezeltype, anaerobe capaciteit, …

Hoeveelheid spierkracht bepaald door:
- Cross-sectionele doorsnede
- Excitatie-contractiekoppeling
- Spierlengte
- Spiervezeltype
- Spiervezelverloop
- Uithouding + Lokale bloedvoorziening

Bij contractie wordt de bloedtoevoer afgekneld
Isometrische contractie: O2-consumptie onbelangrijk -> anaeroob werk
= verzuring bij een relatief lichte inspanning

o Spierkracht

Maximaal vrijwillige contractie Niet vrijwillige contractie Diermodellen

 Isometrisch: 0°/s Elektrisch of magnetisch Elektrisch geïnduceerd:
 Isokinetisch geïnduceerd Spier uit dier halen
 Dynamisch
 Excentrisch


o Spieruithouding: vaak meer aangetast dan kracht
Conditieverlies = verlies van oxidatieve capaciteit (uithouding)

, o Spiervermoeidheid: verlies aan kracht of vermogen bij contractiele activiteit

= de spier moet harder aangestuurd worden om eenzelfde kracht te genereren OF Bij eenzelfde
aansturing kan de spier minder kracht genereren
 Structurele schade in de spier na training: minder kracht ontwikkelen
 Zonder vermoeidheid heb je minder effect van je trainingsprogramma

Metingen: in vitro of EMG (> EMG signaal voor dezelfde output)

LES 2 INSPANNINGSFYSIOLOGIE - ventilatie

Ventilatoire pomp: longen – thorax – ademhalingsspieren

1. Lucht (21% O2) ingeademd
2. O2 in longen en over alveolocapilair membraan
3. Bloedcellen met Hb nemen O2 mee
4. LV -> perifere distributie
5. Gaswisseling spiercapillairen en spierweefsel
6. O2 naar mitochondriën
7. RV -> longen
 Als 1 van de systemen stilvalt, valt de inspanning stil
Pulmonaire ventilatie
 Alveolaire ventilatie
 Dode ruimte ventilatie: 250-300 ml

Ademen door drukverschil te genereren: ademhalingsspieren en elastische eigenschappen.
Hoe groter het drukverschil, hoe harder de lucht naar binnen en naar buiten zal stromen
 Lucht verplaatst zich van een plaats met hoge druk naar een plaats met lagere druk

Bovenkant thorax: ribben naar voor en naar boven
Onderkant thorax: ribben naar buiten toe

Respiratoire spieren

Inspiratoir: belangrijkste Expiratoir: vooral vanzelf

1) Diafragma (pars costalis en pars cruralis)
- Piston werking: centraal deel wordt naar beneden getrokken 1) Interne intercostaalspieren
- Bucket handle werking: door stijging van intra-abdominale 2) Buikspieren
druk worden ribben naar buiten en naar boven geduwd - Obl. Abdominis externus/internus
- Rectus abdominis
2) Sternocleidomastoideus – scaleni - trapezius - Transversus abdominis
3) Parasternale spieren: trekken ribben omhoog
4) Externe intercostaalspieren: heffen ribben op 3) Qudratus lumborum
5) Pectoralis minor: ribben opheffen bij fixatie schouderblad 4) Bekkenbodemspieren


 N. phrenicus: fragiel omdat het een lange weg moet afleggen doorheen de thorax

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mattiseclaeys. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.75. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.75
  • (0)
Add to cart
Added