Congenitale analgesie = aangeboren onvermogen om pijn te voelen
Definitie
Pijn is een onaangename sensorische en emotionele ervaring die wordt opgewekt door een
(dreigende) weefselbeschadiging, of wordt beschreven in termen van een weefselbeschadiging
- Subjectief
- Moeilijk meetbaar: hangt af van patiënt
- Een emotie
- Weefselschade niet noodzakelijk
Epidemiologie is belangrijk om risicofactoren op te sporen bv. inactiviteit, roken, stress, …
Incidentie: ontstaansmechanisme bestuderen – aantal nieuwe gevallen
Prevalentie: grootte van het probleem bestuderen – aantal mensen op bepaald ogenblik
Verschillende culturen, maatschappelijke klassen, geslachten, leeftijden rapporteren pijn anders
1) Nociceptoren: pijnreceptoren vangen de pijnlijke prikkel op, ze reageren niet op lage prikkels en
zijn dus de enige receptoren die ons brein kunnen vertellen dat een situatie gevaarlijk is.
De afferente respons (AP/s) van de thermoreceptoren bereiken een plateau
een temperatuur die nog niet schadelijk is. Bij een gevaarlijk warme situatie
(45°C) nemen de nociceptoren het van hen over, dit gebeurt ook bij
sensaties zoals tast, druk, …
2) Afferente zenuwvezels: impuls transmissie door actiepotentialen op te wekke
Ischemie: eerst verdwijnt primaire pijn, daarna secundaire pijn
Veroudering: A-delta vezels degenereren eerst, relatieve aandeel C-vezels is groter (vage
pijn)
,3) De dorsale hoorn als eerste beslissingsstation
= al dan niet gewijzigd doorsturen van binnenkomende impulsstroom (1 e beslissing)
Geen 1 op 1 relatie tussen wat binnen- en buitengaat wel divergentie en convergentie
- Convergentie: op een neuron in de achterhoorn komen
signalen binnen van meerdere afferenten
- Divergentie: een afferent neuron geeft zijn signaal door aan
meerdere neuronen
In de dorsale hoorn zijn er niet enkel pijnafferenten die
binnenkomen, maar ook neuronen die tast of temperatuur
binnenkrijgen die niet pijnlijk is. Toch kunnen we later in de
hersenen goed weten waar de prikkel vandaan komt.
Laminae van Rexed: de neuronen in de achterhoorn, waarop signalen van
pijnafferenten binnenkomen, liggen in bepaalde lagen.
Laag I: marginale zone
Laag II: substantia gelatinose
Laag V
De C-vezels en Aδ-vezels geven hier hun (exciterende) neurotransmitters af
- Substantia P & glutamaat: C-vezels
- Excitatoire aminozuren (glutamaat & aspartaat): Aδ-vezels
Neuronen in de achterhoorn
a) Zuiver tastgevoelig (laag IV)
b) Breed gevoelig (laag V)
c) Nociceptief specifiek: diverse pijnlijke prikkels (laag
I)
d) Nociceptief specifiek: enkel mechanische pijnlijk
(laag I)
Projectieneuronen: rechtstreeks naar de hersenen (vooral laag I en V)
Interneuronen: exciterend of inhiberend, invloed op andere interneuronen, opstijgende
neuronen, motorneuronen, zijhoornneuronen -> autonome reflexen bv. zweten
Postsynaptische inhibitie: afferent C inhibeert postsunaptisch neuron N
Presynaptische inhibitie: afferent C remt exciterende invloed van afferent B op N
Gate control theorie/poorttheorie
Of de poort voor pijnsignalen naar de hersenen open staat
wordt bepaald door de balans tussen de input van de dikke
vezels (tast, druk) en de dunne vezels (pijnvezels). Als de dikke
vezels gestimuleerd worden zal de poort dichtgaan waardoor er
minder signalen van de dunne vezels kunnen doorkomen
omdat ze de inhiberende interneuronen activeren
Toepassingen: op pijnlijke plaats wrijven, accupunctuur, TENS
, 4 functionele toestanden van de achterhoorn: hoe prikkels worden doorgegeven aan de hersenen
I. Normaal: objectieve prikkel = subjectieve prikkel
II. Geïnhibeerd: de neuronen van de achterhoorn zijn minder gevoelig
o Perifeer remmende input: gate control
o Afdalende remming: ‘survival stress’, motorische activiteit, hypnose, …
III. Gesensitiseerd: de neuronen van de achterhoorn zijn overgevoelig
o Weefselschade: verwonde lichaamsdeel behoeden (= hyperalgesie)
o Vanuit de hersenen: angst
IV. Re-organisatie: structurele verandering (sprouting) waardoor de eigenschappen van
achterhoornneuronen permanent veranderen. Perifere input wordt definitief versterkt of
neuronen zijn spontaan achtief (chronische pijn)
4) Pijnbanen: vanuit de achterhoorn naar de hersenen
De banen geven multimodale info door (pijn, warmte, druk, tast) en gaan naar verschillende
plaatsen in de hersenen. Het doorsnijden van een pijnbaan helpt niet, de pijn zal dan langs een
andere baan gaan.
Mediaal pijnsysteem Lateraal pijnsysteem
o Multisynaptisch: veel vertakkingen o Minder synapsen
Vrij traag Snelle geleiding
o Multimodaal o Specifieker maar niet unimodaal
o Tonische info: altijd info op de baan o fasische informatie: enkel bij prikkel actief
o Geen duidelijke somatotopie/lokalisatie o Duidelijke somatotopie
o Mediale thalamus -> limbisch systeem o Laterale thalamus -> hersenschors
= emotionele en gedragsmatige aspecten = sensorisch discriminatieve, cognitieve en
evaluatieve component van pijn (ernst, soort, …)
Evolutionair voordeel meerdere banen
- Diversiteit van bestemming in de hersenen: andere reacties, pijngewaarwording
- Multimodaal karakter: weten of de pijn het gevolg is van warmte, tast, druk, …
- Veiligheid: als een baan uitvalt kan een andere baan de functie overnemen
- Pijnzin moet tijdens uiteenlopende activiteiten kunnen functioneren (busy-line fenomeen)
5) Pijn in de hersenen: als geheel betrokken bij pijngewaarwording
Geen pijncentrum, maar pijnensemble of pijnmatrix (geen telefoonkabelmodel)
MEG en EEG PET, SPECT fMRI
Elektrische activiteit: nauwkeurige Meten indirect de hersenactiviteit: verandering
tijdsinformatie (wanneer, hoe snel, …) in bloedvoorziening, oxygenatie, …
Lage spatiale resolutie: locatie Hoge spatiale resolutie: locatie
Hoge temporele resolutie: tijd Lage temporele resolutie: tijd
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mattiseclaeys. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.43. You're not tied to anything after your purchase.