1.
Welke van de volgende bronnen is geen rechtsbron
a. gewoonte
b. verdrag
c. literatuur
d. jurisprudentie
Antwoord C. De vierde rechtsbron is de wet
2.
Stelling Bij het strafrecht gaat het OM tot vervolging over en bij het privaatrecht moet
de burger zelf actie ondernemen
a. Juist
b. Onjuist
Antwoord A. Kenmerkend van het strafrecht is dat de staat door middel van het openbaar
ministerie actief optreedt teneinde sancties te eisen bij overtreding van de normen door de
burger. Bij het privaatrecht dient de burger zelf actie te ondernemen om schadevergoeding te
verkrijgen. De staat zal zich hierbij niet bemoeien Wat regelt het staatsrecht?
3.
Wat regelt het staatsrecht?
a. Het staatsrecht regelt welke sancties kunnen worden opgelegd door de rechter.
b. Het staatsrecht regelt welke staatsvorm een land heeft en hoe burgers hier invloed op
kunnen uitoefenen.
c. Het staatsrecht regelt de besluiten die de overheid kan nemen.
d. Het staatsrecht regelt de wijze waarop het Nederlandse staatsbestel vorm wordt
gegeven en de invloed die burgers daarop kunnen uitoefenen.
Antwoord D. Juist. Het staatsrecht regelt de wijze waarop het Nederlandse staatsbestel vorm
wordt gegeven en de invloed die burgers daarop kunnen uitoefenen, bijvoorbeeld via
verkiezingen
4.
De nationale wetgever is samengesteld uit:
a. regering en Tweede Kamer
b. regering en Staten-Generaal
c. Eerste en Tweede Kamer regering,
d. Staten-Generaal en Koningin
Antwoord B. De wetgever op centraal niveau is de nationale wetgever en deze bestaat uit
regering, Eerste Kamer en Tweede Kamer. (Zie subparagraaf 1.3.1)
5.
Een wet in formele zin, maar geen wet in materiële zin is:
a. het verlenen van een vergunning.
b. een wet waarin de begroting wordt goedgekeurd.
c. het Burgerlijk Wetboek
2
, d. een Koninklijk Besluit
Antwoord B. Een wet waarin de begroting wordt goedgekeurd wordt wel door de regering en
de Staten-Generaal gemaakt, maar is geen besluit dat is gericht aan een onbepaald aantal
personen. (Zie subparagraaf 1.3.1)
6.
Het Reglement van Orde van de Tweede Kamer behoort tot het:
a. staatsrecht
b. procesrecht
c. strafrecht
d. civiel recht
Antwoord A. Het Reglement van Orde ziet toe op de wijze waarop het Nederlands
staatsbestel wordt vormgegeven en valt daarmee onder het staatsrecht. (Zie subparagraaf
1.3.1)
7.
Stelling: Bij de a-contrarioredenering gaat de rechter ervan uit dat een bepaalde
rechtsregel van toepassing is, zodat de werking van een rechtsregel wordt uitgebreid.
Bij de redenering naar analogie doet de rechter het tegenovergestelde, hij gaat ervan
uit dat een bepaalde rechtsregel niet van toepassing is, zodat de werking van een
rechtsregel niet wordt uitgebreid.
a. Juist
b. Onjuist
Antwoord B. Het is juist andersom, bij de a-contrarioredenering gaat de rechter ervan uit dat
een bepaalde rechtsregel niet van toepassing is, omdat die regel uitsluitend geschreven is
voor de gevallen die uitdrukkelijk in die regel worden genoemd. De werking van een
rechtsregel wordt hierdoor niet uitgebreid. Bij de redenering naar analogie gaat de rechter er
juist van uit dat een bepaalde rechtsregel wel van toepassing is, zodat de werking van een
rechtsregel wordt uitgebreid. (Zie subparagraaf 1.3.3)
8.
Welke van de volgende wetten bevat geen formeel recht?
a. de Wet op de Rechterlijke Organisatie
b. de Awb
c. het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
d. het Wetboek van Strafvordering
Antwoord A. De Wet op de Rechterlijke Organisatie ziet op de inrichting van ons systeem
van rechtspraak, niet op de wijze waarop geprocedeerd dient te worden. (Zie subparagraaf
1.4.1)
9.
De gemeente Ridderkerk besluit tot de koop van een fiets over te gaan, zodat een
personeelslid voortaan op de fiets naar het werk kan. Dit valt onder:
a. privaatrecht
b. procesrecht
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller layahdh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $0.00. You're not tied to anything after your purchase.