100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Blok 5 taak 8 chronische lage rugpijn $4.28   Add to cart

Summary

Samenvatting Blok 5 taak 8 chronische lage rugpijn

 69 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Leerdoelen taak 8 chronische lage rugpijn blok 5.

Preview 3 out of 16  pages

  • September 13, 2019
  • 16
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Leerdoel 1
Ik kan benoemen en uitleggen wat de operante leertheorie is en past deze toe bij een patiënt
met chronische lage rugpijn.

Operante conditionering is een actieve vorm van leren terwijl respondente (‘klassieke’)
conditionering een passieve vorm is. Bij respondente conditionering ondergaat de persoon in
kwestie als het ware het leerproces. De respondente (‘klassieke’) leertheorie richt zich met
name op processen rond de stimulus, de operante leertheorie op de consequenties van het
gedrag. Bij de operante conditionering gaat het om actief gedrag dat de persoon, zijn
omgeving explorerend, vertoont. Hierbij is ‘trial and ‘error’ (‘gissen en missen’) een
voorwaarde. Belangrijke aspecten van de operante leertheorie zijn bekrachtigen en
bestraffen, discriminatief leren en uitdoven.
Bekrachtigen en bestraffen
Gedrag dat wordt gevolgd door een gunstige verandering in de omgeving zal toenemen in
frequentie en gedrag dat wordt gevolgd door een ongunstige verandering zal afnemen. Door
bekrachtiging zal het gedrag toenemen en ten gevolge van straffen zal het afnemen. Zowel
van bekrachtigen als van straffen bestaan drie vormen.

 Positieve bekrachtiging ; een patiënt die in verband met zijn pijnklachten veel
aandacht en zorg ontvangt van zijn partner, terwijl hij deze aandacht en zorg normaal
(zonder pijn) niet of minder krijgt, wordt door pijngedrag beloond.
 Negatieve bekrachtiging ; hier gaat het om het op een legitieme manier (ziekteverlof)
kunnen vermijden van stressvolle, vervelende situaties (bijvoorbeeld een conflict op
het werk); het is eveneens een vorm van beloning.
 Ontmoedigen van gezond gedrag (actief zijn); mensen uit de directe omgeving
kunnen een patiënt juist remmen om weer activiteiten uit te gaan voeren. Het uit
handen nemen van allerlei taken in huis en/of op het werk bevordert bovendien het
vermijdingsgedrag.


Bekrachtigen:

1. het gedrag leidt tot het verschijnen van iets aangenaams +Spos (een vorm van
positieve bekrachtiging);

2. het gedrag leidt tot het verdwijnen van iets onaangenaams –Sneg (een vorm van
negatieve bekrachtiging);

3. het gedrag leidt tot het niet-optreden van iets onaangenaams °Sneg (een vorm van
negatieve bekrachtiging).

Bestraffen:

1. het gedrag leidt tot het verschijnen van iets onaangenaams +Sneg (een vorm van
positieve straf);

2. het gedrag leidt tot het verdwijnen van iets aangenaams -Spos (een vorm van
negatieve straf);

3. het gedrag leidt tot het niet-optreden van iets aangenaams °Spos (een vorm van
negatieve straf).

Discriminatief leren
Het leerproces waarin de persoon leert dat in een bepaalde situatie of in de aanwezigheid
van een bepaalde stimulus bepaald gedrag een bepaald resultaat oplevert, noemen we

,discriminatief leren . De stimulus wordt daarbij steeds specifieker. Discriminatief leren staat
dus als het ware tegenover generaliseren. Wanneer activiteiten worden bekrachtigd dient er
dan ook op gelet te worden dat ze niet alleen in de paramedische setting worden uitgevoerd,
maar zo veel mogelijk in de dagelijkse omgeving, waardoor generalisatie kan optreden.

Uitdoven
Indien het aanwezige gedrag niet meer bekrachtigd wordt zal het langzaam in de tijd
uitdoven (extinctie ). Tegelijkertijd zal door het belonen van het alternatieve (gewenste)
gedrag dít gedrag gaan toenemen.
Fading is een combinatie van discriminatief leren en uitdoven. Bij fading is het doel niet dat
het gedrag afneemt, maar dat het gedrag alleen nog in bepaalde situaties wordt uitgevoerd.
Fading ontstaat wanneer consequent het gedrag in een bepaalde situatie wordt bekrachtigd
en in een andere situatie niet. Een voorbeeld is bedplassen: het doel is niet het plassen te
verminderen maar wel de situatie waarin het plaatsvindt.

Met ‘overt pijngedrag’ bedoelt men het gedrag dat iemand vertoont en waaruit anderen
kunnen afleiden dat die persoon pijn ervaart, bijvoorbeeld het aantal malen dat iemand over
zijn rug wrijft, kreunt, een pijnlijk gezicht trekt of verbaal aangeeft pijn te hebben. Ook het
vermijden van activiteiten, (overmatig) rusten, medisch ‘shoppen’ zijn vormen van overt
pijngedrag.

Dit pijngedrag kan bekrachtigd worden door:
 Positieve bekrachtiging; de persoon krijgt iets positiefs wat hij normaliter niet krijgt,
bijvoorbeeld sociale aandacht, door het vertonen van pijngedrag (vertrekken van het
gezicht, mank lopen of over de rug wrijven). Dit pijngedrag kan in dit geval voor de
ander een signaal zijn om taken over te nemen, aardiger te zijn, zachter te praten of
iets dergelijks. Deze situaties kunnen gezien worden als het toevoegen van iets
aangenaams aan het pijngedrag. De hypothese is dat het pijngedrag in stand wordt
gehouden of zelfs zal toenemen door de positieve bekrachtiging.
 Vermijdingsleren of negatieve bekrachtiging; iets negatiefs gebeurt niet, zoals een
conflict op het werk dat wordt vermeden door af te bellen wegens rugklachten, of
bewegingen die steeds pijn opwekken en nu achterwege worden gelaten. Dit zijn
voorbeelden van het niet-optreden van iets onaangenaams.
 Niet-bekrachtigen van gezond gedrag; de omgeving neemt bijvoorbeeld taken over,
de hulpverlening adviseert rust en legt beperkingen op aan het dagelijkse
functioneren; de persoon wordt ‘gedwongen’ in de rol van patiënt.
 Negatieve straf; wanneer iemand een stukje loopt en pijn in zijn rug krijgt, dan kan dit
vanuit een gedragsmatig denkkader gezien worden als het toevoegen van iets
onaangenaams (pijn) aan gedrag (lopen). Het lopen wordt als het ware bestraft. De
hypothese is dan ook dat de persoon op den duur minder zal gaan lopen of lopen
gaat vermijden.

Dat niet altijd duidelijk is wat pijngedrag is, kan geïllustreerd worden door ‘het nemen van
rust’. Het nemen van rust kan gezien worden als pijngedrag wanneer dit het (directe) gevolg
is van ervaren pijn of dient ter voorkoming van pijn(toename). Het nemen van rust kan echter
ook worden gezien als ‘gezond gedrag’ wanneer rust zorgt voor balansherstel na inspanning.
Dat de reactie van de omgeving zo’n grote rol speelt voor het pijngedrag en de pijnbeleving
benadrukt de rol van de partner of een andere belangrijke persoon in de omgeving van de
cliënt.

Vaak wordt de rol van de partner onderschat. De aandacht gaat in de diagnose en
behandeling vaak hoofdzakelijk naar de cliënt met de pijnklachten. Pijnklachten hebben,
zeker wanneer ze lang duren, een behoorlijke impact op de relatie en op het gezinssysteem.
Het is dus van belang, zeker vanuit de gedachtegang van de operante conditionering, de
partner te betrekken bij de behandeling.

, Binnen de gedragstherapeutische behandeling kunnen diverse vormen van pijngedrag als
uitgangspunt dienen. Het minder actief zijn, het regelmatig rusten en het vermijden van
bepaalde activiteiten zijn de aangrijpingspunten voor graded activity. Het verbeteren van het
activiteitenniveau bij graded activity is niet gebaseerd op fysiologische trainingsprincipes. Het
verbeteren van de lichamelijke conditie en/of spierkracht is dan ook niet het primaire doel. De
opbouw vindt plaats op basis van de door de cliënt gekozen stappen in de tijd, die door de
hulpverlener bekrachtigd worden om op die manier een gedragsverandering te realiseren. Dit
druist in tegen de opvatting dat een daling van het activiteitenniveau leidt tot ‘deconditioning’.
Met deconditioning wordt afname van de algehele hart-longconditie en spierconditie bedoeld.
Veel behandelprogramma’s richtten zich daarom primair ook op het verbeteren van
bijvoorbeeld de VO2max. Uit recent onderzoek is echter gebleken (Smeets 2006b en c) dat
bij het overgrote deel van cliënten met lagerugklachten de lichamelijke conditie of het
activiteitenniveau vergelijkbaar is met dat van mensen zónder rugklachten.
Bij aanvang van de behandeling wordt eerst geïnventariseerd wat de ‘uitlokkers’ en wat de
consequenties zijn van het pijngedrag.
In de behandeling gebruikte Fordyce bekrachtiging om het gewenste gedrag, in dit geval het
uitvoeren van activiteiten, te stimuleren. Het gewenste gedrag wordt telkens gradueel (kleine
stappen) opgebouwd en elke stap op weg naar het einddoel wordt steeds bekrachtigd. De
relatie tussen de bekrachtiging en het gewenste gedrag dient aan een aantal voorwaarden te
voldoen om optimaal effectief te zijn. Over het algemeen kan gesteld worden dat de
bekrachtiging wanneer die kort na het gewenste gedrag optreedt een groter effect zal
hebben dan wanneer ermee wordt gewacht. Ook zal het gedrag vaker voorkomen wanneer
de bekrachtiging consequent wordt gegeven. Maar tegelijk is gebleken dat wanneer een
minder consequent bekrachtigingspatroon wordt gehanteerd het aanleren langzamer zal
verlopen maar ook langzamer zal uitdoven.

Het gewenste gedrag hoeft ook niet elke keer gevolgd te worden door een kleine
bekrachtiging wanneer een grote bekrachtiging in het verschiet ligt: ‘als je 20 minuten kunt
fietsen gaan we samen een nieuwe fiets kopen’. Wanneer activiteiten worden bekrachtigd is
de verwachting dat deze activiteiten zullen toenemen in frequentie en/of in duur. Wanneer
hardlopen een goed gevoel geeft, door anderen wordt aangemoedigd of geassocieerd wordt
met gezondheid zal men vaker gaan rennen.

Bij bekrachtiging wordt nog onderscheid gemaakt in intrinsieke en extrinsieke bekrachtiging .
Met intrinsieke bekrachtiging wordt bedoeld dat de bekrachtiging natuurlijkerwijze met het
gedrag is verbonden. Extrinsieke bekrachtiging betekent dat de bekrachtiging kunstmatig op
het gedrag volgt (Hermans et al. 2007). Zo kan bijvoorbeeld bij sporten de bevrediging liggen
in het verkrijgen van een medaille of hogere status (extrinsieke bekrachtiging). Bij intrinsieke
bekrachtiging is het gedrag in zichzelf bevredigend. Zo is het sporten op zichzelf
bevredigend, bijvoorbeeld het geeft een lekker gevoel (intrinsieke bekrachtiging). Een
stabiele gedragsverandering wordt verkregen wanneer een extrinsieke bekrachtiging
overgaat in een intrinsieke. De bekrachtiging wordt als het ware geïncorporeerd. Met
betrekking tot het stimuleren van activiteiten kan aanvankelijk gezocht worden naar externe
bekrachtigers, bijvoorbeeld een bepaalde afstand kunnen lopen, een film uit kunnen zitten,
enzovoort. In latere instantie kan de beloning met name liggen in de overtuiging weer fit te
zijn of geen patiënt meer te zijn.

De op de operante theorie gebaseerde aanpak werd in de jaren zeventig en tachtig van de
vorige eeuw veelvuldig toegepast. In de loop der jaren ontstond echter meer en meer kritiek
op de operante zienswijze. Deze was te beperkt en had bijvoorbeeld geen aandacht voor
cognities en emoties (‘black box’) van een cliënt. Ook ging het operante model voorbij aan
een duidelijke verklaring voor pijn (Turk 1996, 2002a en 2002b).
Zowel in de algemene gedragstherapie als in de pijnbehandelingen werden steeds meer
andere therapieën geïntegreerd. Dit leidde tot de opkomst van cognitieve-gedragstherapie,

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nsmeets. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

70055 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.28
  • (0)
  Add to cart