100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Literatuur Week 7 $3.26   Add to cart

Summary

Samenvatting Literatuur Week 7

 22 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting Literatuur Week 7

Preview 2 out of 15  pages

  • Yes
  • September 15, 2019
  • 15
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Consumentenrecht – Week 7 – Handhaving van het consumentenrecht - zonder
hoorcollege stof
Hoofdstuk 21 – Burgerlijk procesrecht voor de individuele consument
Bewijs
De hoofdregel voor bewijslastverdeling is op grond van art. 150 Rv: wie eist bewijst (oftewel: wie
stelt moet bewijzen). Op de hoofdregel bestaan twee uitzonderingen: soms houdt de wet een andere
verdeling van bewijslast in en soms brengt de redelijkheid en billijkheid met zich mee dat de
bewijslast wordt omgekeerd. Voorbeelden van de eerste uitzondering zijn te vinden in art. 6:50 BW en
art. 185 Wegenverkeerswet. Een voorbeeld van de tweede uitzondering doet zich voor bij het bewijs
van iets negatiefs. Stel de verkoper beweert dat er een overeenkomst is gesloten om twintig
meesterwerken uit de Zweedse literatuur in het Zweeds te kopen. De consument ontkent dat een
dergelijke overeenkomst tot stand is gekomen en betoogt vol verve dat hij het Zweeds niet beheerst.
Hoe bewijst die consument dat hij geen Zweeds spreekt of kan lezen? Niet door te bewijzen dat hij wel
Duits, Engels en Frans beheerst. Voor de wederpartij kan het dan eenvoudiger zijn te bewijzen dat de
consument Zweede boeken leest omdat de overeenkomst tot stand is gekomen door het invullen van
een antwoordkaart uit een Zweeds blad, dat de consument met iemand van de verkoopafdeling in
Stockholm heeft gesproken, enzovoort.

Bewijs kan in beginsel op alle manieren worden geleverd en de rechter is in principe vrij in de
waardering van het bewijs (vgl. art. 152 Rv). In de wet worden in art. 156 e.v. Rv veelvoorkomende
bewijsmiddelen genoemd: geschriften (met als bijzondere vormen akten en vonnissen), getuigen (ook
partijen kunnen als getuige optreden: vgl. art. 164 Rv), maar ok niet in de wet genoemde
mogelijkheden als DNA-onderzoek of beeld- en geluidsopnamen, kunnen als bewijsmiddelen
fungeren.

In beginsel is de rechter vrij in de waardering en dat betekent dat als vijf getuigen ‘welles’ verklaren
en twee getuigen ‘nietes’, de rechter tot de conclusie kan komen dat het ‘nietes’ is, omdat de twee
getuigen bijvoorbeeld politieagent zijn en de vijf getuigen innerlijk tegenstrijdige verklaringen hebben
afgelegd. Soms echter is sprake van dwingend bewijs: de rechter is verplicht de inhoud van bepaalde
bewijsmiddelen als waaraan te nemen of de bewijskracht te erkennen die de wet aan bepaalde
gegevens verbindt (vgl. art. 151 Rv). Twee voorbeelden van dwingende bewijskracht zijn de
authentieke akte (art. 156 lid 2 Rv) en een in kracht van gewijsde gegaan, op tegenspraak gewezen
vonnis waarbij de Nederlandse strafrechter bewezen heeft verklaard dat iemand een strafbaar feit heeft
begaan (art. 161 Rv). Een andere uitzondering op de vrije bewijskracht is de verklaring van een
partijgetuige op wie de bewijslast drukt (art. 164 lid 2 Rv): die verklaring heeft slechts aanvullende
bewijskracht, zodat de verklaring slechts bewijskracht heeft als er een ander, aanvullend bewijsmiddel
is (bijvoorbeeld de achterkant van een sigarendoosje of een kladblaadje waarop aantekeningen zijn
gemaakt).

- Zie Rv
- Zie Wet RO

Hoofdstuk 22 – De geschillencommissies
Inleiding
Een van de belangrijkste vraagstukken in het consumentenrecht ziet op de handhaving. Goede
consumentenwetgeving is mooi, maar als de middelen ontbreken om deze te doen naleven is zij van
weinig meer dan symbolische waarde. De overheidsrechtspraak biedt in ons land onvoldoende
mogelijkheden om de modale consumentenzaak tot een oplossing te brengen. De invoering van de
Europese small-claims-procedure heeft niet de gehoopte verbetering gebracht. De handhaving door de
Autoriteit Consument en Markt zorgt voor handhaving op macroniveau, maar niet voor afdoening van
individuele geschillen. Er heeft zich echter op particulier initiatief een netwerk van
geschillencommissies voor consumentenzaken ontwikkeld. Deze commissies doen gewoonlijk
uitsprak bij wege van bindend advies.

Bindend advies, niet bindend advies en geschillencommissies

1

, Een bindend advies is een uitspraak gedaan door een derde met betrekking tot een geschil tussen twee
partijen. Het bindend advies lijkt op een arbitraal vonnis. Het wijkt daarvan ook af. Een – in theorie –
belangrijk punt is het volgende. Een bindend advies is geen vonnis en dus niet vatbaar voor
tenuitvoerlegging. Het berust op een (vaststellings)overeenkomst tussen partijen. Bij niet-nakoming
van een bindend advies zal de rechter moeten worden ingeschakeld. Een arbitraal vonnis, voorzien van
een exequatur, levert daarentegen een executoriale titel op.
Net als bij arbitrage kan in de praktijk een onderscheid worden gemaakt tussen
bindendadviesprocedures voor een vaste commissie, vaak een geschillencommissie voor
consumentenklachten, en ad-hoc procedures. Bij consumentenklachten is het vrijwel altijd een
procedure voor een vaste commissie. Veel geschillencommissies voor consumentenklachten ressorten
onder de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken (hierna: De Geschillencommissie)
te Den Haag. De grote uitzondering is de categorie financiële dienstverlening die onder het
Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (hierna: Kifid) valt.

Tot voor kort brachten geschillencommissies vrijwel uitsluitend bindende adviezen uit. Daar is
verandering in gekomen toen toetreding tot het Kifid voor financiële instellingen wettelijk verplicht
werd. Het zou in strijd zijn met art. 17 Gw als ondernemers van hun toekomende rechter worden
‘afgetrokken’ en daarom is bij het Kifid de mogelijkheid van niet-bindende adviezen geopend, dit
overigens tot ongenoegen van consumenten.

Voor- en nadelen van geschillencommissies
Voor de particulier heft de procedure voor de rechter verschillende nadelen. In de eerste plaats is deze
procedure kostbaar. Er moeten griffierechten worden betaald: men heeft voorts zijn eigen kosten: het
nemen van een vrije dag, reiskosten; soms moet en advocaat in de arm worden genomen; als men de
zaak verliest is er het risico dat men ook voor de kosten van de andere partij opdraait; en er zijn de
kosten van deskundigen of getuigen. Een en ander wordt nog ernstiger, omdat de klacht zelf vaak maar
een bescheiden financieel belang vertegenwoordigt, waarvoor men niet gaarne bovenvermelde risico’s
zal lopen.

In de tweede plaats is de rechtspraak vaak trager (wat niet aan de rechter behoeft te liggen): de rechter
heeft soms achterstand; de schriftelijke procedure loop van uitstel naar uitstel (het nieuwe procesrecht
heeft op dit punt wel tot verbeteringen geleid); hoger beroep leidt tot verdere vertraging. Een derde
nadeel is van psychologische aard. Het feit dat de rechter ook in strafzaken optreedt, het zitten in toga
en het gebruik van archaïsche taal door deurwaarders dragen ertoe bij dat het voeren van een
rechtsgeding weinig aantrekkelijk is.

Voorstanders van buitengerechtelijke geschillenbeslechting voeren aan dat de instelling van
geschillencommissies voor alle of nagenoeg alle geschetste nadelen een oplossing biedt. Dit is niet
onomstreden. Tegenstanders van de rechtsgang voor geschillencommissies gebruiken zowel
principiële als praktische argumenten. Tegen zou pleiten dat de beslissing van geschillen
grondwettelijk is opgedragen aan de Staat (voorstanders van geschillencommissies wijzen erop dat
beslechting van geschillen door de rechter slechts een gering percentage van de klachtenpiramide
bestrijkt). Voorts zou tegen pleiten dat er niet voor alle terreinen geschillencommissies bestaat (dit is
een reëel bezwaar), dat niet alle ondernemers zijn aangesloten (de organisatiegraad is voor de meeste
branches echter vrij hoog) en dat de consument in geval van niet-nakoming van het bindend advies
door de ondernemer toch nog naar de rechter moet gaan (in theorie juist, maar in de praktijk geven de
meeste brancheorganisaties een nakomingsgarantie). Op termijn zou ook de toenemende
internationalisatie een bezwaar gaan worden tegen de geschillencommissies, die veelal nationaal
opereren.

Bevoegdheid
Het kan zijn dat de ondernemer met wie de consument een geschil heeft, niet is aangesloten bij een
ondernemersorganisatie die partij is bij een geschillenregeling. De consument die een geschil met zo’n
ondernemer toch aan een geschillencommissie wil voorleggen, dient zich tevoren van twee zaken te
vergewissen: is de ondernemer bereid zich aan de commissie te onderwerpen en is de commissie

2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller im6. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75759 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.26
  • (0)
  Add to cart