100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Literatuursamenvatting Vorm en functie $3.76   Add to cart

Summary

Literatuursamenvatting Vorm en functie

 52 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Literatuursamenvatting voor het vak Vorm en functie. Dit omvat voor beide deeltentamens de literatuur. Alle literatuur is behandeld exclusief hoofdstuk 14 en O3

Preview 4 out of 95  pages

  • No
  • Zie syllabus
  • September 16, 2019
  • 95
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Literatuursamenvatting Vorm en Functie

1-3 Anatomy and physiology are closely integrated
Theoretische en praktisch gezien zijn anatomie en fysiologie nauw met elkaar verweven.
Anatomie geeft ons informatie over de werking van een orgaan, terwijl de fysiologie alleen
kan worden uitgelegd door de onderliggende anatomie. Het is namelijk zo dat er specifieke
structuren zijn benodigd voor een functie. Dit is bekend als ‘the principle of
complementarity of structure and function’. De link is altijd aanwezig, maar niet altijd
begrepen.
De anatomie bekijkt een system, en bedenkt hoe deze in elkaar zit. De fysiologie zal
zich meer richten op het functionele karakter van het systeem.

Anatomy
Er zijn verschillende soorten anatomie namelijk ‘gross (macroscopic) anatomy’ en
‘microscopic anatomy’. Beide soorten kijken anders naar de anatomie.

Gross Anatomy
‘gross anatomy’ wordt ook wel ‘macroscopic anatomy’ genoemd, en omvat het examineren
van grote structuren van het lichaam. De anatomie van een structuur kan met het blote oog
worden waargenomen. Er zijn verschillende vormen namelijk:
- Surface anatomie, hierbij wordt er gekeken naar de vorm en oppervlakkige
anatomie.
- Regional anatomy, hierbij wordt er gekeken naar de anatomische organisatie van
verschillende regio’s van het lichaam. Hierbij wordt vaak de relatie tussen structuren
duidelijk.
- Systemic anatomy, waarbij de structuur van orgaan systemen wordt onderzocht.
Hierbij wordt gekeken naar de gezamenlijke en georganiseerde manier van werken
van een groep organen. Voorbeelden hiervan zijn: het skelet, spiersysteem,
cardiovasculair systeem.
- Clinical anatomy, waarbij een aantal subspecialiteiten belangrijk zijn voor
behandeling van klinische problemen. Een voorbeeld hiervan is pathologische
anatomie, radiografische anatomie en chirurgische anatomie.
- Develpmental anatomy, beschrijft de veranderingen die gebeuren vanaf bevruchting
tot volwassenheid. De technieken die hierbij worden gebruikt zijn gelijk aan gross
anatomy en microscopic anatomy omdat de anatomie op verschillende groottes
wordt bestudeerd. Het bestuderen van de eerste twee maanden van de
ontwikkeling, heet embryology.

Microscopic Anatomy
‘Microscopic anatomy’ bestudeerd de structuren die wij niet met het blote oog kunnen zien.
De grenzen hiervan hangen af van onze apparatuur.
‘microscopic anatomy’ heeft twee grote subdivisies namelijk:
- Cytology, waarbij de interne structuur van individuele cellen wordt bestudeerd.
- Histology, waarbij de weefsels worden bestudeerd. Een weefsel is een groep
gespecialiseerde cellen met eenzelfde functie. Deze weefsels vormen organen.

,Physiology
Fysiologie is het bestuderen van de functie van anatomische structuren. Humane fysiologie
is het bestuderen van de functie en werking van het menselijk lichaam. Dit zijn complexe
processen, welke moeilijker te bestuderen zijn dan anatomische structuren. Specialisaties
hierin zijn:
- Cell physiology, cel fysiologie bestudeerd de functie van cellen. Deze specialisatie
bestudeerd de gebeurtenissen waarbij atomen en molecuelen een belangrijke rol
spelen.
- Organ physiology, orgaan fysiologie bestudeerd de functie van een specifiek orgaan.
- Systemic physiology, steemische fysiologie bestudeerd alle aspecten van het
functioneren van een specifiek orgaan systeem.
- Pathological physioloy, pathologische fysiologie bestudeerd het effect van ziekten
op orgaanfunctie of systeemfunctie.
Er wordt vaan een combinatie van fysiologische, anatomische, chemische en
psychologische informatie gebruikt bij het vaststellen van een aandoening. Deze vormen
een wetenschappelijke methode waarbij een patiënt het beste kan worden geholpen, en
een hypothese het beste kan worden beantwoord. Zodra een patiënt klachten aangeeft en
symptomen heeft, zal eerst de ‘gross anatomy’ worden bekeken door de arts. Mogelijk kan
er ook een stukje weefsel of lichaamsvloeistoffen worden afgenomen voor analyse.
Hiernaast luistert de arts ook naar de beweging, geluiden van het lichaam en wordt de
temperatuur opgenomen.

1-4 Levels of organization progress from molecules to a complete
organism
Het lichaam is opgebouwd uit verschillende structuren. De organisatie hiervan is:
- ‘the chemical level’. Dit niveau gaat over atomen, welke de kleinste eenheid van
materie is. Deze atomen vormen moleculen welke complexe structuren kunnen
aannemen. De atomen vormen de vorm en functie van een molecuul.
- ‘The cellular level’. Cellen zijn de kleinste levende eenheid in het lichaam. In de cel
liggen organellen, welke een eigen specifieke functie heeft.
- ‘The tissue level’. Een weefsel is een groep cellen die samenwerkt, om een of
meerdere specifieke functies uit te voeren.
- ‘The organ level’. Organen zijn opgebouwd uit twee of meer weefsels die
samenwerken om een specifieke functie uit te voeren.
- ‘The organ system level’. Een groep organen werken samen om een bepaalde functie
uit te voeren. Dit wordt een orgaan systeem genoemd. Denk hierbij aan het
verteringssysteem.
- ‘The organism level’. Een organisme is het hoogste niveau van organisatie. Hierbij
werken alle orgaansystemen samen.
De organisatie op ieder niveau bepaald de structurele karakteristieken maar ook de
functie van een hoger niveau. Als er iets is wat effect heeft op een systeem, kan ook effect
hebben op hogere organisatie niveaus en systeem onderdelen. De cellen, weefsels, organen
en orgaansystemen hebben een relatief klein en gedeelde omgeving. Ze gebruiken allemaal
voedingsstoffen en lucht, welke hun omringt.

,1-5 Homeostasis is the state of internal balance
Er zijn verschillende fysiologische processen welke ervoor zorgen dat er geen schadelijke
veranderingen zijn in de lichaamsvloeistoffen en de omgeving van onze cellen.
Homeostase is het bestaan van een interne stabiele omgeving. Homeostase is benodigd
voor het voortbestaan van een organisme.
Homeostase regulatie is het aanpassen van fysiologische systemen om de
homeostase te bewaren. Deze fysiologische systemen zijn aangepast dat deze homeostase
kunnen onderhouden in een omgeving welke vaak inconsistent, onvoorspelbaar en
potentieel gevaarlijk is.
Homeostase regulatie heeft twee grote mechanisme: autoregulatie en extrinsieke
regulatie.
- ‘Autoregulation’. Autoregulatie is een proces wanneer een cell, weefsel, orgaan of
orgaansysteem zich aanpast aan een omgevingsverandering. Een voorbeeld is
asfyxie.
- ‘Extrinsic regulation’. Extinsieke regulatie is een preces dat resulteert van activiteiten
van het zenuwstelsel of endocriene systeem. Zodra deze een omgevingsverandering
registreren, zullen deze en signaal afgeven waardoor de activiteiten in het lichaam
veranderen om de homeostase te bewaren.
Het zenuwstelsel geeft snelle, korte termijn en specifiek reacties terwijl het endocriene
systeem een chemische reactie afgeeft, welke langzamer, langduriger en minder specifiek
zijn. Deze chemische reactie zijn hormonen.
Een homestatisch controlemechanisme bestaat uit drie
onderdelen.
1) ‘Receptor’. Een receptor is een sensor welke gevoelig
is voor specifieke stimuli of omgevingsverandering.
2) ‘Control center’. Een controle centrum ontvangt en
bewerkt de informatie van de receptor en geeft een
reactie.
3) ‘Effector”. Een effector is een cel of orgaan die een
reactie geeft op de reactie van het controlecentrum. Iedere effector heeft een ‘set
point’. Dit houdt in dat er een gewenste waarde is. Deze set point wordt bewaakt
door negatieve en positieve feedback vanuit het lichaam. Een voorbeeld is de
lichaamstermometer.

Spotlight
Tijdens deze curcus zullen wij ons richten op het zenuwstelsel, het cardiovasculair systeem
en het spijsverteringssysteem.

, 4-1 The four tissue types are epithelial, connective, muscle, and
neural
Het menselijk lichaam kent vele cellen en ongeveer 200 celtypen. Cellen welke samen in
weefsels, wat een collectie van gespecialiseerde cellen en celproducten zijn welke een of
een aantal taken samen uitvoeren. Het bestuderen van weefsels heet histologie. Er zijn vier
basis typen weefsel, namelijk:
1) ‘Epithelial tissue’. Epitheelweefsel bedekt blootgestelde oppervlakte, interne
doorgangen en holtes en vormt klieren.
2) ‘Connective tissue’. Bindweefsel vult holtes, vormt ondersteuning voor andere
weefsels, slaat energie op en vervoert materialen in het lichaam.
3) ‘Muscle tissue’. Spierweefsel is gespecialiseerd voor contractie en bevat ook
skeletspieren, hartspieren en spierweefsels/muren van holle organen.
4) ‘Neural tissue’. Neuraal weefsel vervoert informatie van het ene kant van het
lichaam naar de andere kant via elektrische signalen.

4-2 Epithelial tissue covers body surfaces, lines cavities and tubular
structures, and serves essential functions
Het epitheelweefsel vormt de huid. Epitheelweefsel omvat epithelia en klieren. Epithelia
zijn lagen van cellen welke interne of externe oppervlakte bedekken. Klieren zijn
structuren welke vloeistoffen vormen en uitscheiden. Deze ontstaan of zijn verbonden met
epithelia.
Alle blootgestelde oppervlakte van het lichaam wordt bedekt met epithelia. Deze
vormen de oppervlakte van de huid, en bedekken het spijsverteringskanaal,
ademhalingskanaal, reproductiekanaal en urinewegen.
Epithelia hebben verschillende belangrijke karakteristieken, namelijk:
- ‘Cellularity’. Cellulariteit. Epithelia bestaat volledig uit cellen, welke dicht bij elkaar
zijn gebonden door interconnecties welke cell junctions heten. De cellen worden niet
gescheiden door extracellulaire matrix.
- ‘Polarity’. Polariteit. Het epitheel heeft een zijde welke wordt blootgesteld aan de
exteriore kant van het lichaam, maar heeft ook een interiore kant welke de
binnenkant van het lichaam ziet. Daarnaast heeft het een base welke is verbonden
met onderliggend weefsel. Polariteit wijst op de aanwezigheid van structurele en
functionele verschillen tussen de verbindings en blootgestelde kant. Een epithelium
van een cellaag, heeft een blootgesteld apicale oppervlakte en een verbonden
basale oppervlakte. Deze verschillen in plasma membraanstructuur en functie.
- ‘Attachment’. Verbinding. De basis van een eptithelium is verbonden met een dun,
noncellulair basismembraan, welke de basale lamina wordt genoemd. Dit is een
complexe structuur gebproduceerd door de basale oppervlakte van het epithelium
en ligt tegen het te verbinden weefsel aan.
- ‘Avascularity’. Avasculariteit. Epithelia zijn avasculair. Dit bekend dat deze
bloedvaten missen. De epithelia krijgen hun voedingsstoffen door diffussie en
absorptie.
- ‘Regeneration’. Regeneratie. Epitheel cellen die beschadigd of verloren zijn door
blootstelling, worden vervangen door nieuwe gelijke cellen. Hergeneratie kan in
verschillende snelheden en hoeveelheden voorkomen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jasper14195. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.76. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.76  1x  sold
  • (0)
  Add to cart