Uitgebreid document waarin alle verplichte opgaven staan samen met de uitwerkingen van deze opgaven. Daarnaast is ook alle aanvullende opgaven + uitwerkingen van deze aanvullende opgaven gegeven. Verder is ook de oefentoets van de entreetoets en de schriftelijke eindtoets samen de antwooorden geinc...
Oefentoets tentamen FA-BA103
Onderstaande vragen zijn verdeeld per werkcollege; dus na iedere week kun je jezelf
daarmee testen. Antwoorden zullen op blackboard verschijnen na afloop van het betreffende
werkcollege onder cursusmateriaal > wekelijks cursusmateriaal.
Let op: de stof van het werkelijke tentamen is niet noodzakelijk opgedeeld per week of in
deze volgorde.
Indicatief moet je bij de eindtoets van 2,5 uur rekening houden met 5 vragen (gemiddeld 30
minuten per vraag, maar de omvang van de vragen kan variëren). Een opzet kan zijn als
volgt (maar vragen kunnen ook geïntegreerd of gemengd worden):
- 1 vraag over anatomie/fysiologie MDK en membraantransport (bijv. op basis van
Pandit en werkcollege 1)
- 1 vraag over rectale en/of buccale toediening (week 8).
- 1 vraag over fysische chemie m.b.t. diffusie, oplosbaarheid, oplossnelheid en invloed
pH (d.w.z. werkcolleges week 4+5). Typisch wordt dit een rekenvraag.
- 1 vraag over formulering van slecht wateroplosbare farmaca, BCS klasse, en relatie
tot absorptie/beschikbaarheid. Dit gecombineerd met kinetiek (d.w.z. werkcolleges
week 6 en 7)
- 1 vraag over analyse en verdelingsevenwichten (werkcolleges week 2 en 3).
Een formuleblad wordt tijdens het tentamen uitgereikt, zie voorbeeld op blackboard: deze
formules hoef je dus voor de toets niet uit je hoofd te leren.
Week 1
a. Schets een fosfolipidemembraan met daarin de volgende drie typen
membraaneiwitten: een perifeer, een integraal en een transmembraan eiwit. Geef aan
of het eiwit een hydrofoob deel bevat en waar zich dat deel dan zal bevinden. (3
punten)
b. Maak een schematische tekening, waarbij je laat zien welke transportmechanismen
een rol spelen over/door een epitheel met een dikte van één cellaag, waarbij je
duidelijk de route van het transport aangeeft en de naam die we geven aan het
betreffende transport. Geef duidelijk de richting van het transport aan (geef dus aan
waar de apicale kant is en de basolaterale kant). (3 punten)
c. Via welk mechanisme worden de meeste geneesmiddelen opgenomen? (1 punt)
d. Student Jansen heeft een probleem. Hij snapt niet hoe het kan dat een zure stof met
een pKa van 4,5 en een log P van 3 (bij pH << pKa), die niet opgenomen kan worden
in de maag en geen specifieke transporter heeft in het darmlumen, toch een redelijke
biologische beschikbaarheid kan hebben en voor 80% opgenomen wordt in de
bloedbaan. De stof heeft immers over het hele darmkanaal een negatieve lading en
hij heeft altijd begrepen dat een geladen stof goed oplost, maar niet het
darmmembraan kan passeren. Leg aan deze student uit hoe de stof toch via
, passieve diffusie aan een zo hoge biologische beschikbaarheid kan komen. (3
punten)
Week 2
carbamazepine
A white or yellowish-white crystalline powder. Mp 189° to 193°. Practically insoluble in water and
ether; soluble in alcohol, acetone, chloroform and propylene glycol; pK a 15,96 (Drugbank); Log
P (octanol/water) 2.45
Oplosbaarheid 0,152 mg/mL (drugbank)
HPLC-info (database practicum):
Stofnaam Kolom (stat. Mobiele fase Capaciteitsfactor
fase) k’
a. Als vuistregel voor de pKa’s van een amide kan je aanhouden dat deze lager dan 0
en ongeveer 17 zijn (zie cursus Chemie van Geneesmiddelen). Voor carbamazepine
is maar 1 pKa-waarde gegeven. Zal carbamazepine bij deze pKa een proton afstaan
(dus als zuur reageren), of een proton opnemen (dus als base reageren)? Bij welk
atoom of atomen hoort deze pKa? (3 punten)
b. Je weegt 51,6 mg carbamazepine af en lost dit op in 100,0 mL methanol in een
maatkolf. Je verdunt de oplossing 50 keer met methanol en meet vervolgens de
absorptie bij 285 nm in een cuvet met een weglengte van 1,00 cm. Welke
absorptiewaarde verwacht je te meten als de stof zuiver is en fouten in je handelingen
verwaarloosbaar zijn? (3 punten)
c. Verklaar aan de hand van de stofeigenschappen van carbamazepine waarom een vrij
hoog percentage methanol gekozen is voor de mobiele fase. (3 punten)
d. Van carbamazepine (anhydrous) zijn 4 verschillende kristalvormen bekend. Met
welke techniek kan je bepalen welke vorm je in handen hebt? Leg kort uit hoe deze
techniek werkt. (3 punten)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sosa04. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.66. You're not tied to anything after your purchase.